O jeetje, als ze niet alleen Reed, maar ook nog Emma verloor, dan kwam ze dat niet meer te boven.
Hoofdstuk 11
Die middag had Felicity om vier uur een vergadering met het liefdadigheidscomité van de Eastwick Country Club waarvan vroeger Bunny Talbot de voorzitster was geweest. Die taak was nu overgenomen door haar dochter Abby. Veel zin om te gaan had ze niet, maar ze wist dat ze er niet onderuit kon. De laatste twee vergaderingen had ze gemist omdat ze het druk had gehad met haar werk. Als ze nu weer niet verscheen, zouden ze wel eens kunnen overwegen om haar permanent te vervangen.
Toen ze op de club arriveerde, waren Vanessa en Abby er al. Ze zaten te wachten bij de bar en kletsten wat met Harry.
‘Hé,’ zei Abby, Felicity even omhelzend. ‘Fijn dat je kon komen.’
‘Ik vind dat ook fijn.’ Nu ze hier was, was ze daar inderdaad blij om. Misschien zou ze door dit samenzijn met haar vriendinnen even in staat zijn om haar problemen te vergeten. Om Reed te vergeten. Waarom bleef ze toch steeds aan hem denken?
‘Mary is bij het zwembad,’ zei Vanesa. Ze doelde op Mary Duvall, een oude vriendin en een nieuw lid van het comité. Sinds kort woonde Mary in Eastwick. ‘We hebben beloofd dat we bij haar zouden komen zitten.’
‘Wil je iets drinken?’ vroeg Harry.
‘Heb je misschien een groot glas ijsthee voor me?’ vroeg Felicity. Daarna wendde ze zich naar haar vriendinnen en zei: ‘Gaan jullie maar vast vooruit. Ik kom zo.’
‘Hoe gaat het met je?’ vroeg Harry, terwijl hij haar drankje inschonk.
‘Ik heb het druk gehad.’
‘Je bent lekker bruin. Ben je weg geweest?’
Waarom vroeg hij dat, vroeg ze zich af. Vermoedde hij iets? O jeetje, ze begon nu toch echt paranoïde te worden. Harry wilde gewoon een praatje maken, zoals hij altijd deed.
‘Ja, ik ben een week in een kuuroord geweest.’
‘Goed zo. De boog kan niet altijd gespannen staan, weet je.’
Felicity glimlachte, betaalde haar drankje en gaf hem een behoorlijke fooi. Toen ze arriveerde bij het zwembad bleken de andere drie al onder een parasol aan een tafeltje te zitten.
‘Hallo, Mary,’ zei ze, haar een kus op de wang gevend. Mary was na het behalen van haar bul naar Europa gegaan en was onlangs teruggekeerd.
Mary’s bruine ogen waren warm toen ze haar terugkuste. ‘Wat heerlijk om je weer te zien, Felicity.’
Het was een aangename middag, niet zo warm als het de laatste tijd was geweest, en er stond een lekker briesje. Zittend onder de parasol, genietend van het koude drankje en luisterend naar haar vriendinnen, voelde Felicity zich bijna gelukkig. Maar toen er even later een lange man met bruin haar aan de andere kant van het zwembad verscheen, miste haar hart een misselijkmakende slag. Tegen de tijd dat ze besefte dat het Reed niet was, had ze thee gemorst op de voorkant van haar linnen jurk.
‘Wat is er? Waar schrok je zo van?’ vroeg Vanessa.
‘Ik weet het niet,’ zei Felicity die helemaal van slag was. ‘Is jou dat nog nooit overkomen? Iets maakt je aan het schrikken en eigenlijk weet je niet eens precies wat het was?’
‘Nee,’ zei Vanessa.
‘Nee, zei Abby.
Felicity lachte geforceerd. ‘Oké, dan ben ik een tikje vreemd.’ Ze stond op. ‘Ik kan dit beter even gaan uitwassen voordat mijn jurk geruïneerd is.’
In de toiletruimte probeerde ze te kalmeren. Grote goedheid, als ze iedere keer dat ze dacht Reed te zien, zo van streek raakte, wat zou ze dan doen als ze hem werkelijk een keer tegen het lijf zou lopen? Ik moet me beheersen, nam ze zichzelf voor. Ik moet mijn evenwicht weer terug zien te vinden.
Nadat ze haar jurk had gereinigd, voegde ze zich weer haar vriendinnen bij het zwembad.
‘Alles in orde?’ vroeg Mary.
‘Ja, hoor,’ zei Felicity. ‘Ik kan het alleen niet uitstaan dat ik zo schrikachtig ben. Dat moet al die cafeïne zijn die ik vandaag al binnen heb gekregen.’
Ze vervolgden hun gesprek en toen ze daarmee klaar waren, bleven ze nog even aan het tafeltje zitten en keken naar de kinderen die in het zwembad speelden. Een schattig kleutertje met rode krullen gooide een bal naar een jongen die eruitzag als haar broertje. Hij miste hem. De bal rolde op het terras en kwam terecht bij Mary’s voeten.
Ze pakte hem op en gooide hem terug naar het meisje dat naar haar grijnsde. Toen ze bij het tafeltje terugkeerde, zag Felicity tot haar schrik dat Mary tranen in haar ogen had die ze snel wegveegde.
Iets in de triestheid in Mary’s blik maakte Felicity ook bijna aan het huilen. Maar ze had genoeg gehuild. Bovendien was geen enkele man het waard om over te huilen, hield ze zichzelf nijdig voor. Uiteindelijk lieten ze je allemaal in de steek.
‘Zal ik je eens iets vertellen,’ onderbrak Abby haar overpeinzingen. ‘De politie begint me eindelijk serieus te nemen en ze hebben het onderzoek naar de dood van mijn moeder weer geopend.’