‘Oké, Oké. Maar het zal niet eerder kunnen dan vanavond. Ik kan nu geen vrij nemen. Het is hier een puinhoop en Rita heeft er zo onderhand lang genoeg in haar eentje voor gestaan.’
‘Prima. Dan kom ik vanavond naar jouw huis. Hoe laat?’
Ze keek alsof ze nee wilde zeggen, maar bedacht zich kennelijk, want na enige aarzeling zei ze: ‘Acht uur?’
‘Oké, dan zie ik je dan.’ Hij wilde vertrekken, maar bleef nog even staan en zei: ‘Felicity?’
‘Ja?’
‘Doe niet weer alsof je er niet bent, want ik ga niet weg voordat we gepraat hebben.’
Hoofdstuk 10
Waarom had ze hem in vredesnaam toestemming gegeven om naar haar huis te komen? Wat had het voor zin?
Je had geen keus, zei een stemmetje in haar hoofd. Zoals hij heeft gezegd, hij zal niet weggaan voordat hij een verklaring heeft gekregen. En halsstarrig blijven weigeren, terwijl Rita in de andere kamer was en waarschijnlijk door het sleutelgat stond te luisteren…
Die gedachte had zich nog maar net gevormd toen Rita’s deur openging en ze Felicity’s kantoor weer binnen kwam. ‘Had hij het gehoord van de Newhouse-bruiloft? vroeg ze. ‘Kwam hij daarvoor?’
‘Ja,’ zei Felicity, dankbaar dat ze niets anders hoefde te verzinnen.
‘Was hij kwaad?’
‘Nee. Hij wilde het alleen graag even weten.’
‘Echt? Jeetje, dat is aardig van hem. Denk je dat hij Madeline Newhouse desondanks kosten in rekening zal brengen?’
Felicity haalde haar schouders op. Ze had echt geen idee wat Reed zou doen als hij hoorde dat de bruiloft niet doorging. ‘Dat zien we nog wel,’ zei ze ontwijkend. ‘Waar waren we gebleven?’
De rest van de dag bleef Felicity vechten om alle gedachten aan Reed uit haar hoofd te zetten, maar wat ze ook deed, ze kwamen steeds terug. Uiteindelijk was de dag dan toch voorbij en kon ze naar huis. Het was al na zevenen toen ze haar garage in reed. Ze was doodmoe. Het laatste wat ze wilde, was ruziemaken met Reed, maar ze wist dat als ze hem belde om hun afspraak af te zeggen, hij daar bezwaar tegen zou maken.
Bovendien was het misschien maar beter om alles af te handelen. Dan kon ze proberen om hem en hun heerlijke week te vergeten en een poging ondernemen om door te gaan met haar leven.
Bedenkend dat ze zich vast beter zou voelen als ze zich even gedoucht had en iets comfortabelers had aangetrokken voordat hij arriveerde, liep ze naar haar slaapkamer op de eerste verdieping.
Vijfentwintig minuten later, gekleed in een koele zonnejurk en sandaaltjes, kwam ze weer beneden en opende een fles van haar favoriete riesling. Ze had ook een lekker stuk cheddarkaas gevonden en opende een pakje crackers. Als ze iets had gedronken en gegeten, zou ze misschien een beetje kunnen ontspannen en met Reed kunnen praten zonder dat hij kwaad werd of zij te nerveus.
Ze had net een paar glazen uit de kast gehaald, toen de bel ging. Haar verraderlijke hart begon onmiddellijk te bonzen. Ze moest even in de keuken blijven staan en diep ademhalen voordat ze zich kalm genoeg voelde om de deur open te kunnen doen.
Zoals altijd was zijn aanblik alleen al voldoende om haar zelfbeheersing te ondermijnen. Waarom was ze toch niet in staat om haar emoties onder controle te houden als hij in de buurt was?
‘Hallo. Kom binnen,’ zei ze. Gelukkig verried haar stem de chaos in haar binnenste niet.
Hij keek even om zich heen voordat hij haar naar de zitkamer volgde waar ze de kaas en de crackers al op de salontafel had gezet, samen met de geopende fles wijn.
‘Leuk huis heb je,’ zei hij.
‘Dank je. Ik vind het hier ook heel prettig.’
‘Woon je hier al lang?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Pas een jaar. Daarvoor heb ik een flatje gehuurd in de buurt van mijn kantoor.’ Ze was dankbaar voor het oppervlakkige gesprek. ‘Wil je een glas wijn?’ vroeg ze, de fles opheffend.
‘Graag.’ Hij nam plaats op een van de bankjes die de haard flankeerden.
Felicity schonk de wijn in en overhandigde hem een glas. Even ontmoetten hun ogen elkaar. Haar hart bonsde pijnlijk tegen haar ribben. O, Reed. Waarom ben ik naar Cozumel gegaan? Het was een vergissing waar ik nog heel lang voor zal moeten boeten…
Ze hief haar eigen glas op, zei: ‘Proost.’ Ze nam een slokje. Daarna ging ze tegenover hem op het andere bankje zitten.
Hij leunde achterover en keek haar aan. Er viel een onbehaaglijke stilte. Felicity probeerde wanhopig iets te bedenken waarmee ze die kon verbreken, maar ze kon niets bedenken.
‘Wel? Ga je me dan nu vertellen waarom je me in de steek hebt gelaten?’
Ze zuchtte. ‘Hoor eens, het spijt me. Ik weet dat ik een briefje had moeten achterlaten, maar ik was van streek en kon niet logisch denken.’
‘Waarom was je dan opeens zo van streek?