‘Goed zo. Ik ben blij dat we elkaar begrijpen. Oké, baas, dan zal ik je verder met rust laten. Tot maandag.’
‘Ja, tot maandag,’ echode Reed.
Nadat hij had opgehangen, ging hij niet onmiddellijk op zoek naar Felicity. In plaats daarvan stond hij een tijdje na te denken over wat Max had gezegd. Het voorstel van Hugo Manchester, dat doorgaans de hoogste prioriteit zou hebben gehad, zonk nu naar de achtergrond door wat Max over Felicity had gezegd.
Verdraaid, hij wenste dat hij in de suite was geweest toen Max de eerste keer had gebeld, want het laatste wat hij wilde, was dat Felicity door het telefoontje van streek was geraakt. Maar misschien had ze zich niet gerealiseerd wie ze aan de telefoon had gehad. Hij wilde niet dat ze zich zorgen zou maken om Max, want die zou geen roddels verspreiden. Uit wat hij had gezegd, bleek immers dat hij Felicity evenzeer wilde beschermen als hij – Reed – deed.
Wel, hij zou er snel genoeg achter komen hoe ze zich voelde. Hij liep naar de slaapkamer in de verwachting een gesloten badkamerdeur aan te treffen, maar die bleek open te staan.
Hij fronste. ‘Felicity?’
Hij werd begroet door stilte.
Waar was ze? Hij liep de badkamer in en keek om zich heen. Daarna keerde hij terug naar de slaapkamer. Was ze naar beneden naar de lobby gegaan? Misschien had ze nog iets nodig gehad uit het winkeltje.
Wel, waar ze ook mocht zijn, ze wist dat hij om halfzeven terug zou komen. Het was zijna zover, dus zou ze vast zo terugkeren.
Hij kon zich maar beter gaan douchen. Na schoon ondergoed gepakt te hebben, liep hij terug naar de badkamer.
Tien minuten later had hij zich gedoucht. Toen hij naar zijn tandenborstel reikte, zag hij opeens dat de hare was verdwenen. Fronsend keek hij naar het planchet voor de spiegel. Zijn hart begon pijnlijk te bonzen toen hij zag dat de tandenborstel niet het enige was wat ontbrak. Haar gezichtscrème, haar parfum, haar make-uptasje… Alles was verdwenen.
Hij liep naar de kast. Felicity’s kleren en schoenen waren allemaal weg. Aan de stang hingen alleen nog zijn jasjes, broeken en overhemden, en op de vloer stonden alleen nog zijn schoenen.
Reed griste een broek en een shirt van de hangers, propte zijn blote voeten in zijn schoenen en liep naar de lift die hem naar de benedenverdieping bracht.
Toen minuten later bood hij de receptionist die hem had verteld dat hij geen idee had waarom Señora Reed het hotel had verlaten, gefrustreerd, woedend en zich volslagen machteloos voelend zijn verontschuldigingen aan omdat hij tegen hem had gesnauwd.
Pas toen hij de piccolo ondervroeg, kreeg hij te horen dat Felicity al anderhalf uur geleden was vertrokken. Ze zou inmiddels dus wel op het vliegveld zijn. Misschien zat ze al wel in een vliegtuig.
Hij overwoog even om de vliegmaatschappij te bellen maar zag daar vanaf. Als ze naar huis wilde, kon hij haar maar beter laten gaan. Maar dit was niet het einde. Want zodra hij morgen zelf thuis was, zou hij onmiddellijk naar haar toe gaan. Of ze hem nu wilde zien of niet.
Tegen de tijd dat de taxi Felicity afzette voor haar huis, was ze doodmoe. Het was twee uur in de ochtend en de straten waren verlaten. Iedereen in haar buurtje lag al in bed. En dat was precies wat ze zelf ook heel snel ging doen.
Op zondagochtend werd ze pas na elven wakker. Reed zou nu vertrekken naar het vliegveld, dacht ze. Ze vroeg zich af wat hij had gedacht toen hij de vorige avond in hun suite was teruggekeerd en had ontdekt dat ze vertrokken was. Was hij kwaad geweest… of gekwetst?
Nu ze over haar eerste paniek heen was, voelde ze zich ellendig. Ze had op zijn minst een briefje voor hem kunnen achterlaten. Dat zou wel zo fatsoenlijk zijn geweest, gezien het feit dat hij erg lief en attent voor haar was geweest. Maar misschien was het toch beter dat ze op deze manier vertrokken was. Nu zou hij een minder hoge dunk van haar hebben en dat zou alles een stuk eenvoudiger maken.
Reed en Felicity als stel… Dat was nu verleden tijd. Van nu af aan zouden ze slechts een zakelijke relatie hebben. En zodra de Newhouse-bruiloft achter de rug was, zou ze er misschien zelfs in slagen om hem volledig uit de weg te gaan.
Ze hield zich voor dat het goed met haar ging. Dat ze geen nare gevolgen had overgehouden aan het verblijf op Cozumel. En zelfs al wist ze dat ze zichzelf iets probeerde wijs te maken, dan gaf ze dat nog niet toe.
Reed overwoog Felicity te bellen zodra hij thuis was. Daar dacht hij nog steeds over na toen hij de buitenwijken van Eastwick bereikte. Toen hij bij de kruising aankwam waar hij in zuidelijke richting moest afslaan om Rosedale te bereiken, stuurde hij impulsief zijn auto in noordelijke richting en reed naar de stad.
Hij wist zo ongeveer waar Felicity woonde. Toen hij met Emma eens naar de club was gereden om te kijken naar een golfwedstrijd, had ze hem het huizenblok gewezen waarin Felicity’s woning zich bevond.