Verdraaid. Als ze nu naar beneden ging om er eentje te kopen in de cadeauwinkel, dan zou ze niet klaar zijn als hij terugkwam. Maar er zat niets anders op. Ze zou zich gewoon even moeten haasten en dat gold ook voor hem als ze op tijd wilden eten en die show nog wilden zien.
Ze trok de sandaaltjes weer aan die ze eerder die dag had gedragen, haalde haar portemonnee uit haar tasje en verliet de kamer.
Het was druk in de lobby. Er waren gasten die terugkeerden van een dag aan het strand. Anderen waren al gekleed voor de avond. Maar er stonden ook mensen die zich wilden inchecken. Op de bagagekarren stonden de koffers hoog opgestapeld, en er stond een aantal mensen te wachten om iets aan de portier te vragen.
Felicity baande zich een weg naar het winkeltje en glimlachte toen ze een meisje met donkere vlechtjes passeerde, dat naast een tiener stond die duidelijk haar broer was.
Het winkeltje bevond zich helemaal aan de andere kant van de lobby, maar uiteindelijk wist ze het toch te bereiken. Ze koos een roze scheerapparaatje uit en besloot ook een tijdschrift te kopen, nu ze toch hier was. Misschien zou ze nog eens wat willen lezen. Op het laatste moment nam ze ook nog een flesje mondspray mee.
Nadat ze had betaald, liep ze het winkeltje uit.
‘Felicity! Hallo!’
Haar hart schoot naar haar keel. Ze probeerde de schok van haar gezicht te weren toen ze zich omdraaide en Cindy en Josh Pruitt zag staan, wier huwelijk ze de afgelopen zomer had georganiseerd. O, mijn hemel, dacht ze. Dit kan niet waar zijn!
‘Wat doe jij nu hier?’ vroeg Cindy Pruitt met een stralende glimlach.
‘I-Ik ben met vakantie,’ wist ze slechts te stamelen.
Josh rolde met zijn ogen. ‘Wat zou ze hier anders doen, Cin?’
Felicity slikte en probeerde zich te beheersen. De Pruitts wisten niet met wie ze hier was. En zelfs al zouden ze haar met Reed samen zien, dan was er nog geen man overboord, want volgens haar kenden ze hem niet. Ze woonden per slot van rekening niet in Eastwick, maar in Littlefield dat zo’n dertig kilometer van Eastwick verwijderd lag. Bovendien bewogen ze zich niet in dezelfde kringen.
‘Ben je hier in je eentje?’ vroeg Cindy.
‘Nee, ik ben met een vriend,’ zei Felicity. ‘Wat is het hier prachtig, hè?’
‘Ja, echt schitterend,’ zei Cindy enthousiast. ‘We hebben het hier zo naar ons zin. Ik vind het afschuwelijk om weer naar huis te moeten.’
‘Gaan jullie dan al snel?’ Felicity hoopte dat ze minder gretig klonk dan ze zich voelde.
‘Morgenochtend,’ zei Josh. ‘We zijn hier vier dagen geweest.’
‘Ik wilde dat we een hele week hadden geboekt,’ zei Cindy. ‘Als ik had geweten hoe mooi het hier is, zou ik dat zeker hebben gedaan.’ Ze zuchtte. ‘Hoelang blijf jij?’
‘Een hele week,’ zei Felicity.
‘O, wat een bofferd ben jij! We hebben nog geprobeerd of we nog wat langer konden blijven, maar het hotel is helemaal volgeboekt.’
‘Wat jammer. Nou, geniet van jullie laatste avond. Gaan jullie nog iets speciaals doen?’
Cindy schonk Josh een liefdevol glimlachje dat duidelijk maakte dat de wittebroodsweken nog lang niet voorbij waren. ‘We gaan lekker eten en daarna naar de show kijken.’
‘Veel plezier dan maar. Maar nu moet ik gaan. Mijn vriend weet vast niet waar ik blijf.’
Ze namen afscheid en Felicity baande zich zo snel als ze kon een weg naar de lift. Terwijl ze daarin stond, probeerde ze te verzinnen wat ze kon doen om Reed over te halen om van gedachten te veranderen, want ze was absoluut niet van plan om in dat restaurant te gaan eten en naar die show te gaan kijken. Niet als de Pruitts daar ook zouden zijn. De Pruitts mochten dan misschien niet in Eastwick wonen, maar ze kenden er wel mensen. En als ze haar samen met Reed zagen, zou ze hem aan hen moeten voorstellen. En wat dan? Ze zouden wel eens tegen de verkeerde persoon kunnen vertellen dat ze haar in Cozumel hadden gezien. Dat risico kon ze gewoonweg niet nemen. Totdat Pruitts de volgende ochtend waren vertrokken, moest ze zich op de achtergrond houden.
Toen ze de suite binnen kwam, stond Reed net een glas wijn voor zichzelf in te schenken bij de bar.
‘Aha, daar ben je.’ Hij glimlachte. ‘Wil je ook een glas?’
‘Graag.’ Ze legde haar aankopen op de salontafel en liep naar hem toe.
‘Alsjeblieft,’ zei hij, haar een glas overhandigend.
Ze proefde even van de wijn en zei toen: ‘Reed, zou je heel erg teleurgesteld zijn als we het diner vanavond boven laten komen en niet naar die show gaan kijken?’
Even leek hij uit het veld geslagen. Hij keek in haar ogen en vroeg: ‘Wat is er aan de hand? Voel je je niet lekker?’
‘Nee, dat is het niet. Ik ben in het winkeltje mensen tegen het lijf gelopen die ik ken.’