Hij bleef staan. Ze waren inmiddels zo dicht bij het hotel, dat ze de band konden horen spelen. Toen hij haar deze keer in zijn armen sloot en haar kuste, was er meer dan het fysieke bewustzijn tussen hen. Er was ook een gevoel van onvermijdelijkheid. Op de een of andere manier wist Felicity waarom ze hier was, met deze man, op dit moment in haar leven. Misschien zouden ze nooit meer krijgen dan deze week, maar dat was goed. Deze week zou voldoende zijn. Deze week zou haar iets geven om aan te denken tijdens die lange, koude winteravonden als ze weer alleen was.
Nu wenste ze vurig dat ze die rare afspraak niet hadden gemaakt. Waarom zou ze die kostbare dagen met hem verspillen aan zulke nonsens?
‘Laten we naar onze suite gaan,’ mompelde hij.
‘Goed,’ zei ze bijna onhoorbaar. Als hij hun regels wilde verbreken, dan zou zij ermee instemmen.
Felicity Farnsworth was speciaal. Heel speciaal.
Ze zouden samen heel goed kunnen zijn. En als ze deze avond te kennen gaf dat hun regels overboord gezet konden worden, dan zou hij meteen beginnen haar te tonen hoe goed ze samen konden zijn.
Toch wist hij ook dat hij voorzichtig moest zijn. Hij wilde niet opnieuw een fout maken. Voordat hij zijn hart aan deze vrouw verloor – en dat behoorde zeker tot de mogelijkheden – moest hij nog eens goed nadenken. Hoe goed ze ook bij elkaar leken te passen en hoe speciaal hij haar ook vond, hij moest zich voorhouden dat hij al eens eerder ernstig in de fout was gegaan. Hij moest haar mening over een permanente verbintenis goed onthouden.
Misschien kon hij haar van gedachten doen veranderen. Het was echter nog te vroeg om dat te weten. Tegen wil en dank besloot hij dat hij het beter kalm aan kon doen. Hij moest hun beiden de kans geven om elkaar beter te leren kennen zoals zij had voorgesteld, voordat ze iets zouden doen waarvan ze allebei spijt zouden krijgen.
Zelfs al had Felicity besloten dat ze het aan Reed zou overlaten om te beslissen of ze zich aan hun afspraak zouden houden, ze kwam toch tot de conclusie dat het geen kwaad kon om de verleiding nog wat te verhogen. Dus zodra ze terug waren in hun suite, zei ze: ‘Ik wil graag als eerste de badkamer even gebruiken.’
Hij glimlachte. ‘Ga je gang maar. Zal ik even in de gids kijken of er een oude film op de televisie is?’
‘Dat klinkt geweldig.’
‘En zal ik een fles champagne boven laten komen?’
‘Alleen als daar ook chocolaatjes bij zijn.’
Zijn glimlach werd breder. ‘Ik wist dat je een vrouw naar mijn hart bent.’
Ik ben wel degelijk uit op je hart… Zodra die gedachte vorm kreeg, was ze verbijsterd. Was ze uit op zijn hart? Hoe zat het dan met haar voornemen om nooit meer te trouwen of aan een relatie te beginnen? Ze wilde toch zeker niet dat hij verliefd op haar zou worden? Tenzij ze er klaar voor was om zich volledig aan hem te binden.
Die vraag maakte haar zenuwachtig, maar veranderde niets aan haar plan om hem te verleiden. Ze haalde een zwartsatijnen teddy en een bijpassende peignoir uit de ladekast en liep naar de badkamer om zich te verkleden. Ze wilde niet dat Reed haar zou betrappen in de slaapkamer, want dan zou de verrassing er al af zijn.
Voordat ze de badkamer binnen liep, keek ze waarderend naar het grote bed dat het kamermeisje al had opengeslagen. Ze had ook een van de lampjes op de nachtkastjes aangedaan, waardoor de kamer in een zachte, uitnodigende gloed werd gezet. Het enige wat ze nu nog nodig had, was Reed, wachtend in dat grote bed. Bij die gedachte begon haar hart sneller te kloppen.
Ze nam er de tijd voor om zich om te kleden en op te frissen. Ze besproeide zich met haar favoriete geurtje en trok daarna de teddy en de ochtendjas aan. Nadat ze haar voeten in bijpassende muiltjes had laten glijden, haalde ze diep adem en opende zachtjes de deur van de badkamer.
Even tevoren had ze Reed in de slaapkamer gehoord, maar hij was verdwenen toen ze tevoorschijn kwam. Nu hoorde ze vanuit de zitkamer het gezoem van de televisie. Ze begon te glimlachen. Pas op, Reed, hier kom ik…
In eerste instantie zag hij haar niet staan, want ze was de slaapkamer geruisloos uit gelopen en was in de deuropening van de zitkamer blijven staan. Ze had opzettelijk de ceintuur van haar ochtendjas niet vastgeknoopt om hem een blik te gunnen op dat wat ze eronder droeg. Ze wist hoe ze eruitzag en wist ook welk effect dat op hem zou hebben. Ze werd niet teleurgesteld.
Toen hij zich omdraaide en haar zag staan, bleef hij even doodstil zitten. Zijn ogen werden groot van verbazing, terwijl hij zijn blik over haar heen liet dwalen.
Ze zag alles wat hij dacht en voelde, toen hij uiteindelijk weer in haar ogen keek. Haar hart hamerde tegen haar ribben. Ze bevochtigde haar lippen.
‘Felicity,’ zei hij met gesmoorde stem. ‘Wat probeer je me in vredesnaam aan te doen? Ik ben niet van steen, hoor.’