Hij liep naar het balkon dat uitzicht bood op het zwembad en op de zee die daarachter lag. De zon begon onder te gaan en er lag een gouden gloed over het water. Opeens hoorde hij geritsel, en hij draaide zich om.
Heel even kon hij niets anders doen dan staren. Het visioen dat enkele meters bij hem vandaan was verschenen, was gekleed in een strakke straplessjurk van felroze zijde. In de voorzijde zat een hoge split die haar prachtige benen volledig tot hun recht liet komen. Lange kristallen oorbellen bungelden langs haar hals en aan haar voeten prijkten een paar hooggehakte sandaaltjes in de kleur van haar jurk. In haar haren had ze opnieuw een vlinder bevestigd, deze keer bezet met roze lovertjes.
Felicity boog haar hoofd. ‘Wel? Zeg eens iets.’
‘Je ziet er spectaculair uit.’
‘Dank je wel. Jij ziet er ook heel mooi uit.’
Reed zette zijn glas neer. ‘Zullen we dan maar?’
Ze stak haar arm door de zijne en keek naar hem op. ‘Ja, laten we gaan.’
Lieve hemel, ze was beeldschoon! Waarom had hij zich dat pas zo kort geleden gerealiseerd?
Toen ze bij de lift aankwamen, stond daar nog een aantal andere mensen te wachten, dus praatten ze niet. Pas toen ze de lobby hadden bereikt, zei Reed: ‘Het restaurant hier moet geweldige visgerechten serveren. Maar als je liever ergens anders heen wilt gaan, vind ik dat ook prima, hoor.’
‘Nee, hoor. Ik ben dol op vis.’
‘Ik ook.’
Bij de ingang van het restaurant werden ze begroet door een knappe donkerharige gastvrouw. ‘Wilt u binnen zitten of misschien liever buiten op het terras?’
Reed keek Felicity aan, en ze antwoordde gretig: ‘Op het terras graag.’
Tien minuten later zaten ze aan een tafeltje met uitzicht op het water. De zon was weggezonken achter de horizon en de gloed op het water was verzacht tot een zwak abrikoosroze met hier en daar een streep violet. Een zachte bries zorgde ervoor dat het licht van de aangestoken kaarsen danste en flakkerde. Aan het uiteinde van het terras waren gitaristen en een keyboardspeler bezig om zich op te warmen.
Reed keek Felicity glimlachend aan. Het was bijna misdadig zo goed als ze eruitzag. ‘Wat wil je allemaal van me weten?’
‘Jij komt graag meteen tot de kern van de zaak, nietwaar?’ plaagde ze.
‘Waarom zouden we tijd verspillen?’ kaatste hij terug.
Achteroverleunend in haar stoel, zei ze: ‘Vertel me eens iets over je familie.’
Hij rolde met zijn ogen. ‘Laat me eens even kijken… Ze zijn luidruchtig en bazig. Heel erg bazig.’
Ze grijnsde. ‘Ik kan me niet voorstellen dat jij je door iemand op je kop laat zitten.’
‘Dat doe ik ook niet, maar ze proberen het wel. Vooral mijn zusjes.’
‘Ik heb je zusje Shannon wel eens ontmoet, maar de anderen niet.’
‘Ik heb nog een zusje. Bridget. En ik heb twee broers. Daniel en Aidan. Ik ben de jongste van het stel.’
‘Daarom proberen ze dus de baas over je te spelen. De jongste heeft het altijd het zwaarst te verduren.’
‘Zo te horen heb je daar ervaring mee?’
Haar glimlach vervaagde en haar blik werd triest. ‘Nee,’ zei ze hoofdschuddend. ‘Ik was enig kind.’
Reed kon zich niet voorstellen hoe het zou zijn om enig kind te zijn. Terwijl hij opgroeide, had hij vaak gewenst dat hij dat was, want de jongste zijn in een grote uitbundige familie had betekend dat hij nooit met rust gelaten werd. Zijn broers en zusjes hadden hem geplaagd, of genegeerd of hadden geprobeerd om de baas over hem te spelen. Hij had geen enkele privacy gehad, en werd tot overmaat van ramp ook nog altijd opgezadeld met de afdankertjes van zijn oudere broers.
‘Je mag echt van geluk spreken, weet je,’ zei ze. ‘Als je een enig kind bent en je hebt ouders die volslagen in elkaar opgaan, dan is dat een heel eenzaam bestaan. Soms denk ik wel eens dat het de reden is waarom ik indertijd halsoverkop ben getrouwd.’ Ze trok een lang gezicht. ‘Geloof me, toen ik hem echt kende, was het snel gedaan met de liefde.’
Hij vroeg zich af hoe haar huwelijk was geweest. Emma had hem verteld dat Felicity een beroerde tijd had gehad. ‘Hoelang ben je getrouwd geweest?’
‘Iets meer dan zeven jaar. Tegen de tijd dat ik me van Sam liet scheiden, had hij de hele erfenis van mijn ouders erdoor gejaagd en me met talloze vrouwen bedrogen.’ Ze zei het op een tamelijk nonchalante toon, alsof ze zich er niet langer druk om maakte.
Reed kon zich niet voorstellen waarom een man op zoek ging naar andere vrouwen als hij Felicity had. Hij wilde dat zeggen, maar net op dat moment verscheen de ober om te vragen wat ze wilden drinken en om hun te vertellen wat er die avond op het menu stond. Toen hij was verdwenen, was dat moment voorbij. In plaats daarvan zei hij: ‘Emma heeft me verteld dat je ouders om het leven zijn gekomen bij een skiongeluk.’