Verblind door verlangen(8)
‘Dan zijn we het op één belangrijk punt in elk geval eens.’
Ze verschoof ongemakkelijk op de pianobank, vechtend tegen het idiote effect dat zijn nabijheid al op haar had sinds hun eerste les.
‘Ja. We zijn het er ook over eens dat jij moet leren pianospelen. Laten we dus maar weer eens aan de slag gaan.’
Ze had totaal geen ervaring met de manier waarop ze op Neo reageerde.
Nou, geen wonder! De ziekte van haar moeder, de tournees die al waren begonnen toen ze nog een kind was – van hot naar haar worden gesleept, altijd op pad. Wanneer had je dan tijd voor afspraakjes? En toen de tournees eindigden, was haar sociale leven ook min of meer geëindigd. Dat alles had er toe geleid dat ze nu, op negentwintigjarige leeftijd, zelfs nog nooit was gekust. Althans, niet door een man die romantische bedoelingen had.
Vóór Neo Stamos had ze die rare samentrekkende sensatie in haar onderbuik nooit gevoeld, dat stond in elk geval vast. Nog nooit. O, ze had er wel over gelezen, over lichamelijke opwinding, maar ze had het nooit zelf ervaren. Hoe sneu was dat?
Toen haar borsten zich bijna pijnlijk spanden, moest ze op haar tong bijten om niet hardop te kreunen. En dit gebeurde elke keer dat ze naast Neo op de pianobank zat. Soms zelfs wanneer hij er niet was. Enkel de herinnering aan hun uurtje samen was dan al voldoende om haar opgewonden te maken.
Haar hart sloeg verdorie sneller dan het deed wanneer ze nieuwe mensen moest ontmoeten!
Dit kon zo echt niet doorgaan. Ze moest dit onder controle zien te krijgen voor ze zichzelf onsterfelijk belachelijk maakte. Helaas trok haar lichaam zich niets van dat advies aan, hoe vaak ze het zichzelf ook bleef voorhouden.
Muziek! Dat was al zo vaak haar redding geweest. Daar moest ze zich op concentreren. Dus dwong ze haar vingers om het volgende akkoord te spelen voor Neo.
‘De klanken die jij aan dat instrument weet te ontlokken, zijn echt fenomenaal,’ verzuchtte hij vol bewondering.
Die stem van hem hielp ook niet echt! Ze verkrampte om niet te huiveren van genot. ‘Je zou eens moeten horen hoe het klinkt wanneer er echt op wordt gespeeld.’
‘Misschien gebeurt dat nog wel eens.’
‘Misschien.’ Al nodigde ze zo zelden iemand uit om naar haar te luisteren, dat zelfs haar drammerige manager het inmiddels had opgegeven. ‘Goed, nu jij.’
Aanvankelijk bakte hij er niet veel van, dus legde ze haar vingers op de zijne om hem door de oefening heen te leiden. Een effectieve leermethode, die helaas voor haar gemoedsrust ronduit verwoestend was. Tegen de tijd dat het alarm op zijn horloge afging, had hij het akkoord redelijk in de vingers, terwijl zij een trillend hoopje ellende was.
‘Er zijn oefeningen die je zou kunnen doen om je vingers soepeler te maken,’ zei ze, het angstvallig vermijdend om naar hem te kijken. ‘Want tussentijds oefenen zit er niet in, neem ik aan.’
Hij schokschouderde. ‘Ik vind dit leuker dan ik had gedacht.’
‘Fijn.’ Ze glimlachte. ‘Muziek is goed voor de ziel.’
‘Soms wel.’
Na een snelle blik op zijn horloge stond hij soepel op. ‘Ik kan niet beloven dat ik vaak zal oefenen, maar ik zal in elk geval wel een piano bestellen. Mijn assistente zal je wel bellen om je advies te vragen.’
Neo’s assistente belde inderdaad op, maar niet om haar advies in te winnen. De vrouw gaf enkel door dat hij de volgende week niet in Seattle zou zijn. Hun les kwam dus te vervallen.
‘Ik verzoek u dringend om discreet te zijn. Mr. Stamos’ afwezigheid kan namelijk tot speculaties leiden die zijn huidige project zouden kunnen schaden.’ De toon van de vrouw liet er geen enkele twijfel over bestaan dat zij de les zonder opgaaf van reden zou hebben afgezegd. Kennelijk had Neo daar anders over gedacht.
Die wetenschap ontlokte Cass een glimlach, hoewel ze heel trouwhartig beloofde er met niemand over te praten.
Jammer genoeg ontging Neo’s afwezigheid de pers totaal, terwijl zijn wekelijkse bezoekjes aan haar woning wel waren opgemerkt.
Op dinsdagmorgen schrok ze met een ruk wakker. Was er soms brand of zo? Knallende autoportieren, luide stemmen, rennende voetstappen. Ze snelde naar de logeerkamer, waarvan het raam uitkeek op de straat.
Drie busjes plus een paar auto’s stonden geparkeerd voor haar huis. Terwijl ze vol afgrijzen naar het mediacircus staarde, werd er bij haar aangebeld.
Met het aanhoudende gejengel van de deurbel in haar oren rende ze terug naar haar slaapkamer om zich aan te kleden. Kalm blijven, maande ze zichzelf. Je hoeft niet naar de deur te gaan. Niemand kan je dwingen.
Toch sloeg ze haar gebruikelijke douche over om gejaagd haar kleren te kunnen aanschieten. Ineens werd er gebiedend op haar raam geklopt. Ze gilde van schrik. Een ondernemende reporter bleek op het platte dak boven haar patio te zijn geklommen.