'Wil dat zeggen dat hij ook die andere vrouwen heeft vermoord?' vroeg ze.
'Dat staat nog niet vast, maar het is mogelijk.'
Ze zuchtte hoorbaar. 'Als dat zo is, is hij daarmee weggekomen dankzij mijn vader,' zei ze. 'Waarom zou hij dan opnieuw zo'n moord plegen?'
'Soms is zo'n moordzuchtige neiging niet te verklaren. Voor een psychopaat wordt het moorden een noodzaak, een verslaving. Seriemoordenaars genieten van de macht die ze denken te hebben. Misschien is zoiets bij hem ook het geval.'
'Gaat hij de gevangenis in, of...' Ze maakte haar zin niet af.
Caleb begreep dat ze aan de doodstraf dacht. 'Ik wil niet tegen je liegen. Als het gerechtelijk lab erin slaagt met een DNA-profiel te komen, en als dat gelijk is aan Tyes DNA, dan staat de Officier van Justitie heel sterk. En waarschijnlijk hebben we meer bewijs.' Hij stompte tegen zijn kussen en ging erop liggen. 'Ik heb Gibbons gebeld. De politie gaat naar het huis van je broer zodra ze een huiszoekingsbevel hebben.'
'Ik verdacht Tye, maar toch... Ik kan het niet geloven,' zei ze. 'Wanneer zullen we het zeker weten?'
'Dat hangt van het lab af, maar meer dan een paar dagen tot een week zal het niet hoeven te duren.'
'Die arme Sharon.'
'En jij? Gaat het wel met jou?' vroeg hij.
'Ik weet het niet. Wel ben ik opgelucht dat verder niemand iets zal overkomen. Het heeft al zo lang deel van mijn leven uitgemaakt, op allerlei manieren...'
'Ik hoop dat het gauw voorbij is.'
'Zodat je je volgende boek kunt schrijven?' vroeg ze sarcastisch.
'Zodat ik naar huis kan gaan,' zei hij naar waarheid. Hij zat niet te wachten op de hoofdpijn die hij ongetwijfeld zou krijgen als hij zijn gevoelens voor haar probeerde te analyseren. Hij werd heen en weer geslingerd tussen twee verlangens: een relatie met Madison te beginnen of, nu alles zo faliekant mis was gelopen, zich geheel van haar te distantiëren. Met Holly had hij al een grote fout gemaakt. Hij had geen zin dat te herhalen.
'Wanneer ga je terug?'
'Binnenkort.'
Caleb voelde dat ze zich wat minder afstandelijk opstelde, en hij kon er niets aan doen dat hij daar meteen gebruik van maakte. 'Madison, ik wil je nog zeggen dat het geen opzet was, wat er tussen ons is gebeurd...'
'Zeg maar niets,' zei ze. 'Ik weet het wel. Toen we elkaar beminden, was het echt. Geen van ons beiden deed alsof. Alleen is het nu te veel voor me. Ik... Ik weet niet meer wat ik van alles moet denken.'
De rest van wat hij had willen zeggen, slikte hij in. Hij moest haar tijd gunnen. Ze had nog maar net gehoord dat haar broer misschien naar de gevangenis ging - of erger. 'Hoe zat dat met Holly?' vroeg hij toen er een paar tellen waren verstreken. 'Ze wilde haar tas komen halen, maar die ligt hier nog.'
De wisselgesprekfunctie van zijn telefoon gaf aan dat er nog een gesprek voor hem was. Hij haalde de telefoon even bij zijn oor vandaan om te zien wie hem probeerde te bereiken. Hij zat op Gibbons te wachten, wilde er zeker van zijn dat Tye hun man was. Maar het was Holly.
'Als je het over de duivel hebt...' zei hij tegen Madison. 'Holly belt me op de andere lijn.'
'Dan mag zij het uitleggen.'
'Goed.'
Het was met tegenzin dat hij Madison liet gaan, ook al had hij niets meer te zeggen. 'Ik bel je zodra ik iets van inspecteur Gibbons heb gehoord,' zei hij.
'Caleb?'
'Ja?'
'Wil je me een pleziertje doen?'
'Wat dan?'
'Ga niet weg zonder afscheid te nemen. Toen mijn vader... Dat vond ik vreselijk. Ik haatte het dat ik geen kans kreeg om afscheid te nemen.'
Hij sloot zijn ogen. Ondanks zijn poging om de herinnering te verdrijven, voelde hij nog steeds hoe haar lichaam onder hem was toen ze met elkaar vreeën. 'Ik ga niet weg zonder afscheid te nemen,' zei hij, hoewel hij wist dat het voor hen allebei een moeilijk moment zou worden.
Ze legde op, en Caleb nam de andere lijn aan. 'Je hebt je tasje nog laten liggen,' zei hij tegen Holly.
'Ik kon niet blijven,' zei Holly. 'Ik kon geen tel langer bij dat mens in de buurt blijven.'
Caleb gebruikte een hand om zijn slapen te wrijven terwijl Holly praatte. 'Bedoel je Madison?'
'Wie anders?'
'Er is niets mis met Madison, Holly.'
'Ze denkt anders wel dat ze min of meer recht op je heeft, Caleb. Kun je je voorstellen dat ze me nota bene even meedeelde dat je niets meer om me geeft en dat ik verder moet gaan met mijn eigen leven?' Ze lachte vol ongeloof.
Caleb zat zich te verbijten. Precies hetzelfde had hij Holly al op miljoenen verschillende manieren verteld. Zei het niet genoeg dat hij voor de tweede keer van haar was gescheiden en dat hij zelfs naar een andere staat was verhuisd? Was het ook niet genoeg dat hij in het koetshuis had gezegd dat het voorgoed voorbij was, dat er niets meer tussen hen was?
Misschien was hij te mild geweest. Het was duidelijk niet tot Holly doorgedrongen.
Hij gaf het op zijn slapen te masseren. De spanning die hij voelde, zou toch niet verminderen zolang hij met zijn ex-vrouw praatte. 'Holly, Madison heeft gelijk,' zei hij nadrukkelijk.