Home>>read Vanuit Het Graf free online

Vanuit Het Graf(82)

By:Brenda Novak


'Jij was vroeger zeker heel anders?' vroeg ze plagend.

'Dat zou ik niet durven zeggen,' zei hij. Er verscheen een duivels lichtje in zijn ogen. 'In elk geval denk ik nu niet meer dat alle meisjes luizen hebben.'

Meteen voelde ze weer de verhoogde alertheid die Calebs geringste provocatie altijd meebracht. Ze wou dat hij haar hand vasthield. Ze verlangde hevig naar zijn aanraking - waar dan ook. Hij deed echter niets, en het kostte haar vijf volle minuten om genoeg moed te verzamelen om zelf de eerste stap te zetten. Haar keel schrapend om hem af te leiden, schoof ze naar hem toe en legde ze haar hand op zijn dijbeen.

Ze had gehoopt dat hij geen commentaar zou geven of hooguit zou reageren door haar hand in de zijne te nemen. Het bleek echter dat hij het haar niet gemakkelijk wilde maken. Dat had ze trouwens kunnen weten. Hij trok een wenkbrauw omhoog en staarde naar zijn dijbeen. Opeens voelde haar hand aan als een buitenaards voorwerp.

'Wat is dit?' vroeg hij.

'Wat is wat?' vroeg ze. Inwendig kreunde ze, en ze voelde haar gezicht warm worden.

Hij keek naar haar. 'Wat doe je?'

Ze trok haar hand weg. 'Niets.' Ze voelde zich alleen buitengewoon door hem gefascineerd.

Hij grinnikte zacht. 'Je bent er niet zo goed in je emoties te verbergen, weet je dat?'

'Jij bent er juist erg goed in,' klaagde ze. 'Dat zal wel komen doordat je een kerel bent.'

'Wacht eens even,' zei hij. 'Ik probeer niets te verbergen.' Nu pakte hij haar hand en verstrengelde zijn vingers met die van haar, waardoor ze zich wat beter begon te voelen. 'Ik heb je, dacht ik, juist heel duidelijk gemaakt wat ik wil.'

Ze sloeg haar wimpers naar hem op. 'Een dozijn baby's? Als dat niet genoeg is om een vrouw af te schrikken, dan weet ik het niet meer.'

'Eén of twee baby's dan?' vroeg hij.

'Eén of twee schrikken me niet af,' zei ze. Het vooruitzicht zijn baby te krijgen, was heel opwindend. En dat was ronduit belachelijk. Ze kende hem pas een paar weken, en nu al kwam ze in de verleiding om de harde levenslessen die ze had gehad, te vergeten.

'En nu?' vroeg hij. Hij kuste haar hand.

'Hoe bedoel je, en nu?' vroeg ze, opgaand in de sensatie van zijn lippen die licht over haar knokkels streken.

'Kom je vannacht met me mee?'

Nee! Ja! Moest ze doen wat ze had geleerd - of wat ze wilde?

'Nou?'

Het uur der waarheid. Toen ze zijn blik ontmoette, begon haar hele lichaam te tintelen. 'Oké.'



Madisons antwoord benam Caleb de adem. Zijn vraag was half plagend bedoeld en half ernstig, en hij had verwacht dat ze hem met harde hand zou afwijzen. Als hij echter af kon gaan op de blik in haar ogen, meende ze het serieus.

Het leek erop dat hij zichzelf voorbij ijlde. Hij wreef met de rug van haar hand tegen zijn wang, zich afvragend wanneer en hoe hij in vredesnaam moest zeggen wie hij in werkelijkheid was. Nu alles zich zo snel ontwikkelde, kon hij er niet lang meer mee wachten.

Zeg alleen dat je niet met haar naar bed bent geweest, had zijn moeder gezegd.

Madison kwam knusser tegen hem aan zitten, ondanks de onhandige autostoelen, en legde haar hoofd tegen zijn schouder. Ze was zo dichtbij, zo gewillig en begeerlijk... Hij verlangde naar haar.

Als hij het haar niet vertelde, zou later alles veel erger zijn.

Als hij het wel vertelde, wilde ze hem misschien nooit meer zien.

Bijna twintig minuten bleef hij doorrijden, met zichzelf worstelend. 'Madison?' vroeg hij toen ze bijna thuis waren.

'Ja?'

Ze sliep half, rook naar het paradijs en gaf hem het gevoel dat een droom was uitgekomen. 'Heb je wel eens gehoord van Thomas L. Wagner?'

Met een geeuw ging ze rechtop zitten. Ze kamde haar haar met haar vingers. 'Dat is toch zo'n misdaadauteur?'

'Hij heeft inderdaad een paar boeken geschreven. Dat over Dahmer was waarschijnlijk zijn beste.' Caleb keek naar haar om haar reactie te zien, en hij zag dat ze haar wenkbrauwen fronste.

'Ik heb van hem gehoord,' zei ze op effen toon.

'Heb je wel eens een boek van hem gelezen?'

'Nee, maar toch ken ik hem. Hij is een akelige kwal.'

Een akelige kwal? 'Zo erg is hij toch niet?'

'Kom nou... Hij is net een aasgier die na een ramp komt zoeken naar de botten van eventuele overlevenden. Hij verrijkt zich aan de ellende van andere mensen.'

Dat schoot lekker op. 'Hij schrijft gewoon waargebeurde misdaadverhalen. Sommige mensen lezen die graag. Hij onthult de waarheid en belicht de misdadige geest.'

'Dat zal wel,' zei ze op een manier die aangaf dat ze het er niet mee eens was maar neutraal wilde blijven. 'Wat is er met hem?'

Caleb wist niet wat hij nu moest doen. Was hij die aasgier? 'Ik hoorde dat hij bezig was aan een boek over je vader.'

Ze schudde haar hoofd. 'Dat heeft hij geprobeerd, maar toen de politie de zaak niet kon oplossen, heeft hij het volgens mij losgelaten. De hemel zij dank.'

'Zou het zo verkeerd zijn als er een boek over je vader uitkwam? Als Wagner het niet schrijft, doet iemand anders het misschien.'