Caleb wierp haar een betekenisvolle blik toe. 'Dat klinkt precies als het probleem van iemand anders die ik ken.'
'Ik ben alleen voorzichtig,' zei ze. 'Dat is toch wel wat anders.'
'Als jij het zegt...' Hij hield zijn aandacht verder bij de weg tot ze bij de Deception Pass kwamen, de brug die de twee eilanden met elkaar verbond. Toen begonnen ze slingerend op te klimmen naar de noordkant van Fidalgo Island, en hij keek weer naar haar. 'Vertel eens: waarom ga je vannacht niet met me naar bed?'
'Ik dacht dat je je gedachten bij andere dingen had,' zei ze kortaf.
Hij grinnikte. 'Je hebt mijn nieuwsgierigheid geprikkeld.'
'Het is verwarrend met je te slapen. Ik wil me niet binden. En voor mij is seks niet zomaar iets.'
'Naar gisternacht te oordelen, is dat ook niet het geval.'
Dat was precies de reden... 'Komt je zus vandaag eigenlijk ook?' vroeg ze om het gesprek in een veiliger richting te krijgen.
'Dat is onvermijdelijk, denk ik. Ze woont naast mijn ouders.'
Madison moest lachen. 'Hoe is ze nu ze volwassen is?'
'Niet zo heel anders dan ze vroeger was. Ze probeert nog altijd mijn leven te regelen. Mijn moeder noemt haar liefdevol een moedertje, maar geloof me, Tamara geeft daar dan wel een geheel nieuwe inhoud aan.'
'Weet ze wat je van haar denkt?'
'Nee. En als ik het zei, zou ze het niet geloven. Dat is een van de weinige dingen die ik wel in mijn zus kan waarderen. Dat ze nagenoeg onverwoestbaar is.'
Madison keek naar buiten, naar Fidalgo Bay en een groepje vissersbootjes in de verte. 'Het is hier wel mooi.'
'Ik heb het hier ook altijd mooi gevonden,' zei hij toen ze voor een rood stoplicht moesten wachten. Ze naderden het kleine stadje Anacortes.
'Waarom ben je er dan weggegaan?'
Hij draaide 12th Street in. Na een paar huizenblokken zag Madison enkele oude, goed onderhouden huizen aan de linkerzijde en het Guemes Channel rechts.
'Omdat ik de ruimte nodig had,' antwoordde hij.
17
De woning van Calebs ouders was een groot, wit Victoriaans huis met uitzicht op het Guemes Channel. Madison vond het op het eerste gezicht prachtig, vooral de veranda rondom het huis en de ornamenten aan de onderste dakrand.
Toen ze uit de auto kwam, zag ze aan de linkerkant een boog met klimrozen. Stapstenen voerden naar wat een heel natuurlijke, mooie tuin beloofde te zijn.
'Heb je hier vroeger altijd gewoond?' vroeg ze.
Hij wachtte tot ze zich bij hem voegde aan het begin van een roodstenen paadje. 'Ja, en als het zo'n oord lijkt waar de kinderen gedwongen worden om pianoles te nemen, dan klopt dat.'
Madison keek naar zijn handen, die groot waren en geen sieraden droegen. Ze leken niet op de handen van een musicus. Eerder waren het de stevige handen van een quarterback. 'Kun je dus pianospelen?'
'Dat heb ik niet gezegd. Alleen dat ik werd gedwongen pianoles te nemen.'
'Hoelang?'
'Vijf jaar. De langste vijf jaar van mijn leven. Ik moest elke dag drie kwartier zitten oefenen terwijl mijn vrienden buiten honkbalden. Ik haatte het.'
'Wat vreselijk om je zo onbemind te moeten voelen,' zei ze spottend.
Hij beantwoordde haar grijnslachje. 'Ik wist wel dat je het zou begrijpen.'
'Eén ding begrijp ik alleen niet,' zei ze. 'Hoe is het mogelijk dat je in die vijf jaar niet hebt leren spelen?'
Zijn uitdrukking werd schaapachtig. 'Helaas kan ik net zo eigenwijs zijn als mijn moeder. Na al die tijd was mijn beste stuk een nogal middelmatige uitvoering van Het Zwanenmeer. Ik kan het nog steeds.'
'Dat is heel wat. Je moet het maar eens voor me spelen.'
'Dat denk ik niet. Voor mij is dat zo'n beetje het equivalent van een serenade onder je raam ten gehore brengen.'
Ze veinsde teleurstelling. 'Wat, was je dat dan niet van plan?'
'Goed geraden.'
Ze kreeg geen kans om daarop te reageren. Een slanke vrouw met schitterend wit haar dat met een gouden speld was opgestoken, was naar buiten gekomen en wachtte hen op. Ze glimlachte meteen toen Madison naar haar keek, en Madison kon duidelijk de gelijkenis tussen haar gelaatstrekken en die van Caleb zien. Ze hadden dezelfde scherpe jukbeenderen, dezelfde vriendelijke maar schrandere ogen en dezelfde volle lippen.
Madison kon met name Calebs mond erg waarderen.
'Ma, ik wil je graag voorstellen aan Madison Lieberman,' zei Caleb. Hij omhelsde zijn moeder. 'Madison, mag ik je voorstellen aan Justine, de verantwoordelijke voor die tergende pianolessen.'
Justine sloeg haar ogen ten hemel en hield Madisons handen vast. 'Luister maar niet naar die ondankbare jongen. We vinden het heerlijk dat je kon komen.'
Haar handdruk was warm en geruststellend, haar glimlach welhaast stralend. Ze kwam zelfbeheerst en waardig over.
'Ik ben blij hier te zijn,' zei Madison.
Caleb ging al voor hen langs om naar binnen te kunnen gaan.
'Kom erin,' zei Justine. 'Mijn man is nog in de badkamer bezig. Hij heeft de hele dag in de tuin gewerkt, omdat het onkruid nodig gewied moest worden, maar het eten is bijna klaar. Ik hoop dat je van zalm houdt.'