Vanuit Het Graf(67)
'Ik weet niet wat je bedoelt.'
Als ze de inhoud van de doos had gevonden, had ze wel geweten wat haar dochter bedoelde. 'Is Toby al begonnen met inpakken?'
'Nog niet.'
'Is hij al langs geweest?'
'Nee, hoezo?'
'Niet belangrijk.' Dan moest Tye de spullen uit de doos hebben meegenomen. Madison werd koud bij de herinnering aan de geluiden in de kruipruimte. Wat zou Tye hebben gedaan als ze in het donker tegen hem was op gebotst?
Caleb sloeg haar nauwlettend gade, maar ze moest haar moeder toch waarschuwen, vond ze. 'Mama, volgens mij wordt het tijd nieuwe sloten op de deuren te laten zetten.' 'Waarom?'
'Doe het nou maar gewoon. Meteen vandaag, oké?'
'Maar...'
'Caleb is hier nog,' zei ze, haar moeder onderbrekend. 'Ik kan er nu niet over praten.' Ze legde een hand op de telefoon. 'Hoelang heb je de truck nodig?'
'Een paar uurtjes maar.'
'Ik ben om ongeveer één uur bij je,' zei ze tegen haar moeder, waarna ze ophing voordat Annette kon reageren.
'Madison, is alles in orde?' vroeg Caleb. 'Je ziet er zo... verontrust uit.'
Ze keek hem aan en besloot, voor deze keer, eens iemand in vertrouwen te nemen. 'Ik ben bang dat Tye misschien iets te maken kan hebben met die vermoorde vrouw,' zei ze.
15
Verbijsterd staarde Caleb Madison aan. Hij had wel geweten dat hij steeds intiemer met haar zou worden. Na de afgelopen nacht zelfs zo intiem dat zijn geweten er moeite mee had. Daar zou hij iets aan moeten doen. Zijn excuses aanbieden, verhuizen, afstand tussen hen scheppen...
Maar dit ging voor. 'Waarom denk je dat Tye er iets mee te maken kan hebben?' vroeg hij.
'Ik heb een paar weken geleden iets gevonden in de kruipruimte onder het huis van mijn moeder.'
Calebs hart begon te bonzen. Dit was precies waarop hij vanaf het begin had gehoopt: informatie van binnenuit. Hij zag Susans bleke gezicht in het mortuarium voor zich. Misschien kon hij nu een stap dichter bij het wreken van haar moord komen.
Tegelijk voelde hij zich een ellendeling vanwege de manier waarop hij aan de informatie moest komen om zijn doel te bereiken. Hij twijfelde er sterk aan of Madison hem dit zou hebben toevertrouwd als ze niet net met elkaar naar bed waren geweest. 'Wat dan?' vroeg hij, kwaad op zichzelf om de onmogelijke positie waarin hij zichzelf had gemanoeuvreerd.
'Een doos vol vrouwenschoenen en -ondergoed.'
'Van wie?'
'Ik denk van de vrouwen die vermoord zijn.'
Hij hield zijn adem in. 'Waarom denk je dat?'
'Omdat er ook een medaillon bij zat.' Ze beet op haar lip.
Zelfs nu Caleb niet kon wachten om te horen wat ze te zeggen had, moest hij terugdenken aan hun nacht samen, aan haar kussen. Zo vol overgave. Evenmin kon hij haar lichaam onder zich vergeten, hem aanmoedigend, opwindend, verzadigend. Ze had duidelijk evenzeer van hun liefdesspel genoten als hijzelf.
Omdat hij niet naar haar mond wilde blijven kijken, keek hij in haar ogen. Hij moest de vorige nacht zien te vergeten. Hij moest afstand zien te houden, voordat hij alles nog erger maakte. 'Je zegt dat alsof het niet zomaar een medaillon was.'
'Dat was het ook niet. Er zat een foto in van Lisa en Joe McDonna. Lisa was het tweede slachtoffer van de Sandpoint Strangler.'
Dat hoefde ze hem niet te vertellen. Hij wist precies wie Lisa McDonna was. Hij had haar man gesproken en velen van haar vrienden. 'Weet je waar het medaillon en de rest vandaan kwamen? Hoe ze onder je moeders huis terechtkwamen?'
Plotseling zag ze er zo eenzaam en verloren uit, dat hij zichzelf verwenste haar vertrouwen zo te misbruiken.
'Tye heeft alles in die doos in de kruipruimte gestopt op de dag waarop mijn vader... overleed. Hij zei dat hij al die dingen in de werkplaats had gevonden toen hij die aan het opruimen was.'
'Wat heb je ermee gedaan?'
'Niets. Ik wilde alles naar de politie brengen, maar toen ik gisternacht terugging om de doos te halen, was alles wat erin had gezeten, verdwenen.'
Nee! Hij voelde zijn spieren spannen van frustratie. 'Waar is het gebleven?'
'Tye moet er eerder zijn geweest dan ik. Dat kan niet anders. Hij is de enige die er verder van wist.'
'Hoe kon hij dan bij je moeder naar binnen komen? Heeft hij een sleutel?'
'Daar kon hij gemakkelijk genoeg aan komen.'
'Heb je het hem gevraagd?'
'Ik heb geprobeerd zijn mobieltje te bereiken toen ik terug naar huis reed, maar ik kreeg hem niet te pakken.'
Hij wilde naar haar toe lopen, maar hij durfde niet. Hij was bang dat hij haar in zijn armen zou nemen. Dan zou hetgeen gisternacht in de gang was gebeurd, helemaal opnieuw beginnen. 'Waarom twijfel je aan hem, Madison? Waarom geloof je dat hij eventueel in staat is iemand te vermoorden?'
'Omdat ik zijn karakter ken.'
Minder dan een uur later ging Calebs mobieltje over. Hij was met Purcells truck onderweg naar een bakkerij in de buurt van de Universiteit van Washington, waar hij een afspraak had met inspecteur Gibbons. Hij wierp de onschuldige telefoon een woedende blik toe en weigerde op te nemen. Hij kon gewoon niet geloven dat hij de hele toestand met Madison duizendmaal erger had gemaakt door met haar naar bed te gaan.