Zodra ze hem aanraakte, wist ze dat er iets was veranderd. De doos was te licht. Veel te licht.
Ze durfde er niet de tijd voor te nemen om erin te kijken. Niet nu. Niet hier bij al die geluiden, in het donker.
Ze trok de doos mee naar het luik, onder het licht, en sloeg de kleppen open. Niets. Geen damesondergoed, geen schoenen. Geen medaillon, en al helemaal geen touw.
De doos was leeg.
Tye?' fluisterde ze, zich afvragend of hij haar voor was geweest en of hij dat rondscharrelende geluid maakte.
Geen antwoord.
'Tye, zeg iets, als jij het bent.'
Weer niets. Haar nekhaartjes stonden recht overeind. Ze was niet van plan het een derde keer te vragen. Snel schoof ze de lege doos terug, klom uit de kruipruimte, deed het luik dicht, knipte de lamp uit en ging ervandoor.
Zodra Caleb een auto de oprit op hoorde komen, trok hij snel zijn sweatshirt aan en haastte zich naar buiten. Hij had er geen idee van waar Madison de afgelopen twee uur was geweest, maar hij was stellig van plan daar achter te komen. Allemachtig - het was bijna drie uur in de ochtend. En er liep een seriemoordenaar rond.
Toen hij wist dat ze hem aan het eind van de oprit had zien staan, stak hij zijn handen in zijn zakken en wachtte af.
'Waarom ben je wakker?' vroeg ze meteen toen ze de motor had afgezet en uit de truck van haar vader was gekomen.
Pas nu hij Madison veilig en wel voor zich zag, besefte hij hoe ongerust hij was geweest. Mogelijk was door de moord op Susan - en alle gruwelijkheden die hij in het verleden had meegemaakt - zijn beleving van gewelddaden beïnvloed. Hij had echter aan niets anders kunnen denken dan aan het risico dat iemand haar iets aan zou doen nu ze zo laat op stap was. 'Ik heb op je gewacht,' zei hij.
Een verbaasde uitdrukking gleed over haar gezicht, anders dan de gespannen, nerveuze blik die ze daarvoor had gehad. 'Waarom?'
'Je hebt me niet verteld dat je wegging. Waar ben je geweest?'
Zijn woorden klonken meer beschuldigend dan de bedoeling was geweest, en even leek ze niet te weten hoe ze moest reageren. Hij verwachtte zoiets als: Dat gaat je niets aan.
Ze hadden afgesproken te doen alsof hun seksuele uitspatting nooit had plaatsgevonden. Gezien zijn positie was hij daar uitermate dankbaar voor. Hij wist dan ook niet waarom hij nu zo deed. Wel wist hij dat hij niet weer iemand wilde verliezen om wie hij gaf.
'Ik wist niet dat ik je op de hoogte moest stellen van mijn doen en laten,' zei ze. Haar toon was afgemeten, maar ze ging lang niet zo tekeer als Holly zou hebben gedaan. Madison leek hem het voordeel van de twijfel te gunnen.
Hij woelde met een hand door zijn haar. Zijn stem klonk nu zachter. 'Ik maakte me ongerust,' zei hij.
Ze trok haar wenkbrauwen op. 'Nu zend je mij gemengde signalen,' zei ze. Voor de gelegenheid leende ze zijn opmerking uit het restaurant. 'Hoe kan dat?'
Hij probeerde zichzelf wijs te maken dat het een vergissing was geweest de liefde met haar te bedrijven, dat het slechts zover was gekomen doordat hij te lang geen vrouw had gehad. Vanbinnen wist hij echter dat de zaken niet zo eenvoudig lagen. Als hij zijn zin had gehad, lag ze nu bij hem in bed.
Heel even overwoog hij haar te vertellen wie hij in werkelijkheid was en wat hij hier deed, maar daarvoor was het al te ver uit de hand gelopen. Hij kon het niet. Als ze hem ging haten, zou dat de situatie niet verbeteren. 'Dat weet ik niet,' antwoordde hij. 'Het is al laat, en we zijn allebei moe. Meer niet.'
Hij ging op weg naar het koetshuis, maar ze riep hem terug. 'Caleb?'
'Yeah?'
'Bedankt dat je op me wachtte,' zei ze. 'Ik... Het was een prettig idee je hier te hebben.'
'Ik zou graag weten waar je bent geweest,' zei hij.
Ze weifelde. 'Dat... Dat zeg ik liever niet.'
Hij wilde haar onder druk zetten, maar nu hij wist dat ze in veiligheid was, kreeg het verlangen om haar weer aan te raken, de overhand. 'Doen we nog steeds alsof er tussen ons niets is gebeurd?' vroeg hij.
Ze knikte.
Wat een pech. Eigenlijk was hij van mening dat alles er niet slechter op zou worden als ze de rest van de nacht van elkaar genoten. Hij waagde nog een poging. 'Zouden we daar niet morgen mee kunnen beginnen?'
Haar blik ontmoette de zijne. 'Vraag je me vannacht bij je te blijven, Caleb?'
Hij balanceerde op de rand van de afgrond. Wat er eerder was gebeurd, zou hij misschien nog kunnen toeschrijven aan een moment van onbezonnenheid... 'Ja.'
Toen ze niet meteen reageerde, wilde hij naar haar toe komen om haar met zijn mond en handen te overtuigen. Hij wist dat hij op die manier een grote kans zou maken, maar gezien de omstandigheden was het echter beter wanneer ze zonder dat lokmiddel met hem mee ging.
'Alleen vannacht?' vroeg ze.
'Alleen vannacht,' antwoordde hij.
Na een korte stilte zei ze: 'Oké.'
Opgelucht sloot hij zijn ogen. Tot op dat moment had hij niet geweten hoe belangrijk haar reactie voor hem was.
Madison knipperde een paar keer met haar ogen om te proberen zich weer te oriënteren. Ze was voldaan, bevredigd, maar eenzaam zonder Calebs warme lichaam om haar heen gekruld. Toch was het haar eigen schuld dat hij er niet was. Ze had erop gestaan om tegen de ochtendschemering naar haar eigen huis terug te gaan. Ze moest niet te lang bij Caleb blijven. Hoe meer tijd ze bij hem doorbracht, hoe meer tijd ze ook daarna nog met hem samen wilde zijn. Hoe vaker hij haar aanraakte, hoe meer ze naar hem verlangde.