Home>>read Vanuit Het Graf free online

Vanuit Het Graf(64)

By:Brenda Novak


Vechtend tegen een misselijk gevoel in haar maagstreek bedacht ze dat ze na een paar minuten alweer buiten kon staan.

Ze huiverde ondanks haar warme kleren en wreef haar armen, terwijl ze zich naar het huis haastte, zo stilletjes als ze maar kon. De auto van haar moeder stond op de gebruikelijke plaats, maar er steeg damp op van de motorkap, zodat Madison wist dat de auto daar nog niet lang kon staan.

Waar zou Annette zo laat nog naartoe zijn geweest? Ze voelde aan de motorkap. Die was inderdaad nog warm. Als haar moeder nog maar pas terug was, lag ze misschien nog maar net in bed en sliep ze nog niet. Dan moest Madison dus extra voorzichtig zijn...

Het was maar goed dat ze had besloten te wachten tot Calebs lampen uit waren voordat ze vertrok. Anders was ze misschien te vroeg gekomen en had ze de auto van haar moeder niet zien staan. Dan had ze geen enkele aanwijzing gehad hoe laat Annette terug kon komen.

Caleb... Niet te geloven, ze had met haar sexy huurder gevreeën. Het was tot haar doorgedrongen dat dit zich nog wel verder kon uitstrekken dan één keer, of ze dat wilde of niet. Daarom had ze hem, toen ze hem na het vertrek van Tye had gebeld, gezegd dat ze wilde doen alsof er niets was voorgevallen.

Dat hij daar meteen mee instemde, had haar verrast. Ze wist niet of ze opgelucht moest zijn of gekwetst. Maar nu moest ze even niet aan hem denken. Ze moest zich concentreren op wat haar nu te doen stond.

Ze glipte het hek binnen de zompige achtertuin in en keek even naar de garage of daar licht brandde. Niets te zien. Ze bleef staan om ook nog te luisteren, maar ze hoorde alleen het gestage drup, drup, drup vanaf de dakgoten.

Met ingehouden adem zocht ze tussen haar sleutels naar de sleutel van de achterdeur - en in de haast liet ze hem vallen. Het luide gekletter op de tegels was slecht voor haar zenuwen.

Ze ging tegen het huis aan staan om af te wachten of er een licht aan werd gedaan. Toen er niets gebeurde, pakte ze haar sleutels weer. Ditmaal ging ze nog sneller te werk. Ze had het akelige gevoel dat iemand haar gadesloeg.

Na nog een argwanende blik op de garage te hebben geworpen, vond ze de goede sleutel en stak hem in het sleutelgat. Ze wilde zo snel mogelijk binnen zijn.

De dikke wolken die voor de maan hadden gehangen, schoven plotseling weg. Nu viel haar schaduw op het gras, vreemd grotesk, als iets wat haar van achteren besloop. 'Zich wapenend voor de klik draaide ze de kruk om en glipte naar binnen.

De verwarming stond aan. Ze kon het ruisen van de lucht door de ventilatie horen toen ze de deur achter zich sloot, maar verder hoorde ze niets. Haar moeder sliep. Er was verder niemand. Alles ging goed. Over een paar minuten had ze het achter de rug.

Snel ging ze door de keuken naar de trap. Zo snel als ze durfde, daalde ze de treden af naar de kille, pikdonkere kelder.

Ze blies tegen haar handen om haar koude vingers te verwarmen toen ze onder aan de trap stond. Daar was het luik naar de kruipruimte. Ze had de garage en haar vaders truck overwonnen. Ook dit zou ze overwinnen. Ze had alleen wat licht nodig. Het zou prettig zijn als ze genoeg moed bezat om slechts met behulp van het kale lampenpeertje in de kruipruimte op zoek te gaan naar de doos, maar ze had meer licht nodig. Zelfs als haar moeder wakker werd, zou ze de lamp hier beneden niet zien branden.

Nu ze de duisternis had verdreven, voelde ze zich wat minder gejaagd. Het zag er net zo uit als anders, vooral met die foto van haar vader die daar hing. 'Zeg me dat ik gelijk heb, dat ik in jou kan geloven,' fluisterde ze. Daarop kroop ze onder het huis.

Nog even... Nog even...

Ze kwam voorbij de dozen en opgeslagen spulletjes die ze al eerder had zien staan. Haar knieën deden pijn op de houten vloer. Ze kon haar eigen ademhaling en bewegingen horen, maar toen kwam er van rechts ook een geluidje, en ze verstarde ter plekke. Wat was dat? Een muis? Een rat? O, hemel, deze plek bezorgde haar koude rillingen.

Maar ze moest die doos te pakken zien te krijgen.

Eindelijk bereikte ze het einde van het geïmproviseerde houten paadje, waar de geur van schimmel het sterkst was. Nu ging ze verder over de vochtige aarde onder de rest van het huis. Weer hoorde ze iets, maar nu klonk het alsof het werd veroorzaakt door iets groters dan het gemiddelde knaagdier. Een eekhoorn? Een buidelrat? Het moest aan haar verbeelding liggen dat het als iets nog groters klonk...

Ze hield haar adem in, luisterend. Drup, drup, drup, klonk het van ergens onder het huis. Ze spande haar ogen in om in de duisternis voor zich iets te kunnen ontwaren. Ze kon niets zien, maar ze was er zeker van dat iemand die daar was, haar wel kon zien.

Van angst kreeg ze klamme handen, maar ze weigerde zich door haar fantasie te laten verjagen. De deur van het huis had op slot gezeten. De geluiden die klonken, hoorden hier gewoon thuis.

Ze begon dingen aan de kant te schuiven. De doos bleek niet op de plaats te staan waar ze hem had achtergelaten. Ze moest alle rommel om zich heen doorzoeken voordat ze hem een meter verderop zag. Hij lag op zijn kant.