Hij tilde haar op en droeg haar gewicht tussen hem en de muur. De manier waarop hij naar haar keek en haar kuste, gaf haar het gevoel dat niet alleen hun lichamen contact maakten.
Ineens was Caleb het enige wat ertoe deed. Bijna meteen voelde ze een heftige sensatie van gevoelens door haar lichaam wervelen, iets wat ze lange, lange tijd niet had ervaren. Ze kon niet geloven dat Caleb de macht had om haar zozeer op te winden, zo gemakkelijk en zo volledig.
Toen ze voelde dat haar lichaam zich begon te verstrakken en dat de eerste golf over haar heen zou gaan spoelen, schreeuwde ze zijn naam uit. Ze vond dat hij niet meer zelfbeheersing mocht tonen dan zij, en ze voerde hem met zich mee.
Een ogenblik later stonden ze zwaar ademend bij elkaar, hun harten eensgezind luid bonkend, hun huid klam van het zweet.
Calebs ogen waren gesloten. Zijn voorhoofd rustte tegen het hare. Met zijn grote lijf dat haar tegen de muur drukte, voelde ze zich volkomen veilig. En voldaan.
'Dat was ongelooflijk, Maddy,' fluisterde hij.
Datzelfde kon zij ook zeggen. Ze was echter sprakeloos, nog volkomen opgaand in het gevoel van zijn warme lichaam tegen zich aan, in zich en overal.
Hij tilde haar op, alsof hij haar naar de badkamer wilde dragen, maar voordat hij een stap had gezet, verstarde hij. 'O, nee.'
Verdwaasd keek ze naar hem op. 'O, nee,' was niet helemaal wat ze had verwacht. 'Wat is er?' vroeg ze, opeens wat gegeneerd over haar ongeremde gedrag.
Hij drukte een kus op haar schouder en zette haar voorzichtig terug op de vloer. 'Kleed je maar snel aan. Er komt iemand.'
Het kostte een paar seconden om die mededeling tot haar te laten doordringen, maar toen ze luisterde, hoorde ze inderdaad de motor van een auto. 'Nee, niet nu!'
Ze begon haar kleren op te rapen, maar Caleb was sneller. Hij gaf ze haar onderweg naar de badkamer. Ze hoorde het toilet doorspoelen, waarop hij terugkwam en zijn broek aanschoot.
'Ik ga even kijken wie dat is,' zei hij.
'Zo laat kan het alleen maar Johnny zijn,' zei ze. 'Maar... Maar je kunt mijn deur niet opendoen. Dan weet hij meteen dat ik... dat wij... Ik wil niet dat hij iets over ons kan zeggen tegen Danny of Brianna.'
'Ik ga door de achterdeur naar buiten en loop om, alsof ik uit het koetshuis kom,' zei hij. 'Laat je deur dicht tot ik weet of het veilig is.'
'Oké.' Toen ze de achterdeur hoorde dichtgaan, haastte ze zich naar haar kamer en trok snel een slobberbroek en sweater aan zodat ze naar de keuken kon gaan om naar de oprit te kijken.
Daar zag ze een nieuwe Ford Explorer staan. Een kleine man met een keurig bijgehouden sikje en een gezette lichaamsbouw was uitgestapt. Het was Johnny niet; het was Tye.
Wat had Tye hier te zoeken? Hij was hier niet geweest sinds ze hier was komen wonen en zijn hulp nodig had gehad bij het installeren van haar nieuwe televisie. Ze bleef even staan om haar hart de kans te geven tot bedaren te komen, waarna ze de deur open ging doen. 'Tye? Wat is er aan de hand?'
'Wie voor de donder mag dat zijn?' vroeg haar broer met een hoofdgebaar naar Caleb, die hij op de oprit had ontmoet.
Madison durfde niet in Calebs richting te kijken uit angst dat haar blik zou verraden wat ze net hadden gedaan - of dat het verlangen weer in haar omhoog zou borrelen. 'Dat is Caleb Trovato.'
'En wie is Caleb Trovato?'
'Mijn eh... Mijn huurder,' antwoordde ze. Huurder was wel een heel afstandelijke benaming voor een man die ze nu intiemer kende dan wie dan ook, met uitzondering van Danny.
'Je hebt helemaal niet verteld dat je een huurder had genomen.'
'Daar heb ik niet aan gedacht. De laatste keer dat we elkaar hebben gesproken, was net nadat we papa's kist hadden verhuisd, en ik, eh... Ik had te veel aan mijn hoofd.' Ze moest iets wegslikken. 'Wat kom jij hier eigenlijk doen?' vroeg ze in de hoop zijn aandacht af te leiden.
Tye wierp Caleb een blik toe die was bedoeld om hem te doen afdruipen, maar Caleb zette zijn handen op zijn heupen en bleef staan.
Madisons wangen begonnen te gloeien toen ze Caleb naar haar voelde kijken. Het was geen gewoonte van haar zich aan te bieden aan mannen die ze pas twee weken kende. Om aan Calebs bezitterige blik te ontkomen, richtte ze zich tot haar broer. 'Is er iets mis?' vroeg ze.
'Is dat pa zijn truck?' vroeg hij, wijzend naar de blauwe Ford op de oprit.
Ze volgde zijn blik naar de Ford, die daar stil, donker en leeg stond, net als in de afgelopen jaren. Er kroop een rilling over haar rug. Ze wilde die truck hier niet hebben staan, midden in het nieuwe leven dat ze probeerde op te bouwen. Wel was ze blij dat ze haar angst in zoverre had overwonnen dat ze de wagen aan Caleb uitleende. Dat zei wel iets. 'Ja, ik heb hem te leen,' zei ze om het eenvoudig te houden.
'Te leen,' herhaalde hij. 'Na al die tijd dat hij in de garage heeft gestaan.'
'Is dat verkeerd?'
'Dat zal wel niet,' zei hij, maar hij klonk niet erg gelukkig. 'Zeg, heb je toevallig iets van Sharon gehoord?' vroeg hij toen.