Home>>read Vanuit Het Graf free online

Vanuit Het Graf(50)

By:Brenda Novak


'Ook al heb je er een film van, dan nog zou ik het niet geloven,' zei Annette, haar in de rede vallend. Haar stem klonk fel.

Madison legde een hand over haar ogen. 'Geloven is één ding, mama, maar je kunt ook je kop in het zand steken.'

'Het enige wat ik weet, is dat mijn hart me de waarheid vertelt,' zei haar moeder.

Die woorden leken wel een echo uit Madisons eerdere gesprek met Caleb. Het was niet verrassend, aangezien zij en haar moeder al jarenlang op dat argument hadden gebouwd. 'Kun je je hart altijd vertrouwen?' vroeg ze, bewust de vraag herhalend die Caleb haar pas had gesteld.

'Als je je hart niet kunt vertrouwen, wat dan wel?' vroeg haar moeder. Zonder nog een reactie af te wachten, hing ze op.





11


Madison rilde toen ze een paar minuten later buiten stond, wachtend tot Caleb uit bed kwam om de deur voor haar te openen. Het liefst wilde ze naar huis teruggaan en ook in bed kruipen, maar daarvoor was ze te zeer van streek.

Haar moeder zou het haar nooit vergeven als ze die doos aan de politie overhandigde. Aan de andere kant dacht Madison niet dat ze het zichzelf kon vergeven als ze het niet deed.

Het ging erom wat ze echt geloofde, en dat kon ze niet langer zeggen. Haar vader was het type niet om iemand kwaad te doen. Alleen... als hij Lisa McDonna niet had omgebracht, hoe kwam haar medaillon dan in de kruipruimte onder zijn huis?

Caleb deed de deur open, met een haastig aangeschoten spijkerbroek aan, te oordelen naar het bovenste knoopje dat nog los zat. Verder had hij niets aan. Zijn haar zat verward van het slapen. Hij deed de buitenlamp aan en knipperde tegen het plotselinge licht. 'Madison? Is er iets mis?'

Opeens voelde ze zich behoorlijk stom. Toen ze thuis was, had het heel vanzelfsprekend geleken om naar hem toe te gaan. Ze was er zo moe van, steeds overal alleen tegenop te boksen...

'Ik...' Ze zweeg, want wat ze voelde, kon ze niet in een paar simpele woorden samenvatten.

'Is er iets gebeurd?' vroeg hij.

Ze stak haar hand uit, met daarin het muntstukje dat hij haar had gegeven. Dat was immers de enige reden waarom ze naar hem toe was gegaan? Om nog eens zijn belofte te horen dat ze altijd bij hem mocht komen als ze hem nodig had?

Hij nam haar bij de elleboog en voerde haar mee naar binnen, de deur achter hen sluitend. Ze stonden in het schemerige licht van de woonkamer. De luiken wierpen schaduwstrepen over Calebs gezicht. 'Zeg eens wat er is,' zei hij.

'Ze hebben weer zo'n... zo'n arme vrouw gevonden.' Weer huiverde ze, hoewel het binnen warm genoeg was.

'Heb je dat net gehoord?' Hij trok haar tegen zich aan en sloeg zijn armen om haar heen.

Hij leek zo betrouwbaar en zo beheerst op een moment dat ze zelf het gevoel kreeg tollend in de ruimte te verdwijnen.

Met haar ogen dicht knikte ze, zich alleen concentrerend op de warmte die door haar wang stroomde waar die tegen zijn ontblote borstkas aan rustte. Dit had ze even nodig. Meer niet. Gewoon even een paar minuten contact met een medemens... 'Zeg maar gewoon dat alles wel weer goed komt,' fluisterde ze.

Hij streek een paar haarlokken naar achteren en drukte een vederlichte kus op haar voorhoofd. 'Het kan eerst erger worden voordat het beter wordt, Madison, maar...' Hij aarzelde even, en ze leunde zo ver naar achteren dat ze naar hem op kon kijken. 'Ik ben er voor je als je me nodig hebt,' zei hij.

Ze glimlachte omdat het veel weg had van een belofte.



De lichte bloemengeur van Madisons parfum en haar zachte lichaam onder het dunne T-shirt hadden Calebs libido met een flinke schok gewekt.

Hij wist best dat hij haar beter terug kon sturen naar haar eigen huis - nu meteen - maar hij leek haar niet te kunnen laten gaan. Ze was bij hem gekomen om getroost te worden, en hij wilde haar helpen. Het was duidelijk dat ze niet zo ongevoelig was voor het lijden van anderen als hij ooit had gemeend.

Het was ook mogelijk dat hij haar niet kon laten gaan omdat hij zelf eveneens behoefte had aan troost. De afgelopen vier dagen waren niet gemakkelijk geweest. Het was een hard gelag dat zijn eigen leven op zo'n persoonlijke manier door het kwaad was aangetast.

Als een kind had Holly zich aan hem vastgeklampt, irritant maar toch meelijwekkend in haar verdriet. Haar ouders behandelden hem alsof hij en Holly nooit waren gescheiden. Allen hadden zich op hem verlaten om het nodige met de politie af te handelen en de teraardebestelling van Susan te regelen.

Daarnaast had hij elke minuut die hij overhad, geprobeerd inspecteur Gibbons te helpen. Hij had Johnny's vrienden opgespoord, van vroegere schoolkameraden tot celmaten in de gevangenis, en verder ook een aantal vrienden en buren van Tye. Hij had die mensen verteld dat hij als privé-detective aan een moordzaak werkte en had ze foto's van Susan laten zien. Hij had rondgehangen bij de pizzeria en in de omgeving daarvan, op zoek naar de chauffeur van die blauwe Ford van de foto. Allemaal zonder resultaat.