'Eh... Dat geld...' zei hij.
Ze keek de gang in en zag dat Brianna haar hoofd om het hoekje van haar slaapkamer stak. Het werd tijd dat haar halfbroer ervandoor ging. Ze pakte haar portemonnee. 'Hier,' zei ze. Ze gaf hem een briefje van twintig.
Hij keek met een frons naar het biljet. 'Heb je echt niet meer dan dat?'
Ze was vastbesloten geweest het daarbij te laten. Toen ze echter zag hoe zijn afgedragen kleren en de afgetrapte gympies eruitzagen, begon ze te twijfelen. Hij zag er zo behoeftig uit, zo verloren. Ze haatte het hem zijn leven te zien vergooien. 'Gaat het wel met je, Johnny?'
Hij keek haar aan alsof de vraag hem verraste. 'Maakt dat wat uit?'
'Natuurlijk maakt dat wat uit.' Ze keek diep in haar portemonnee. 'Misschien kan ik nog een paar dollar bij elkaar schrapen.'
'Bedankt.'
'Niets te danken.' Ze gaf hem nog een handjevol kleingeld, en hij ging op weg naar de deur.
Ze voelde zich opgelucht omdat hij wegging, maar iets maakte dat ze hem terugriep. 'Johnny?'
Hij keek over zijn schouder achterom. 'Yeah?'
Behalve in heel algemene termen had Madison nooit met haar broer gesproken over de misdaden waarvan hun vader was beschuldigd. Noch Johnny noch Tye mocht Ellis, dus had Madison ook nooit verwacht dat ze hem zouden steunen. Haar broers waren te zeer bezig zich van hun ongelukkige jeugd te herstellen om zich druk te maken over wat er met hun vader gebeurde. Een vader die hen zo in de steek gelaten had.
Opeens had ze nu de behoefte om met Johnny te praten, voordat hij weer vijf jaar uit haar leven verdween. 'Denk jij dat hij het heeft gedaan?' vroeg ze zacht.
Een ogenblik leek Johnny helderder van geest dan ze hem in jaren had meegemaakt. 'Pa, bedoel je?'
Ze knikte. Het liefst wilde ze hem laten weten wat ze onder het huis had gevonden. Ze moest het aan iemand vertellen. Het geheim was te zwaar om alleen te dragen, en verder was er niemand...
Hij staarde een paar tellen lang naar de vloer. 'Hij heeft het gedaan.'
'Hoe weet je dat?'
'Daar wil ik het niet over hebben,' zei hij.
'Je hebt toch nooit iets bijzonders gehoord of gezien? Of wel?'
Hij liep verder naar de deur. 'Ik was er niet bij.'
'Je bent wel vaak bij ons geweest, zij het voor korte periodes,' merkte ze op. Ze was hem achterna gelopen.
'Ik heb niets gezien.'
Madison wou dat ze de herinnering aan dat medaillon in de kille atmosfeer van de kruipruimte kon wegvagen. 'Heb je gehoord wat er met zijn graf is gebeurd?' vroeg ze terwijl hij de deur opende en naar buiten ging.
Hij draaide zich om en wierp haar een dreigende blik toe. 'Dat wil ik niet weten.'
'Maar...'
'Kijk eens naar me, Maddy,' zei hij, haar aansprekend met het koosnaampje dat de kinderen uit de buurt haar hadden gegeven toen ze nog klein was.
Ze keek hem aan.
'Je ziet hoe ik eraan toe ben,' zei hij. 'Ik kan je niet helpen. Ik kan mezelf niet eens helpen. Als je een schouder zoekt om op te huilen, bel Tye dan. Hij is degene die altijd sterk was, hoe erg het allemaal ook werd.'
Daarop haastte hij zich naar de wachtende auto. De motor sloeg aan, en weg was hij.
Caleb ging dicht tegen het huis aan staan zodat hij niet gezien kon worden door de mannen in de Buick Skylark. Wie waren ze? Wat kwamen ze hier doen? Te oordelen naar het late tijdstip, de slechte staat van hun auto en de armoedige verschijning van de kerel die Madisons huis was binnen gegaan, waren het geen verzekeringsagenten.
In zichzelf herhaalde hij het kenteken van de auto een paar keer. De volgende ochtend kon hij dan inspecteur Gibbons vragen het nummer na te gaan. Nu ging hij eerst terug naar het koetshuis.
Toen hij de auto had horen naderen, had hij in bed televisie liggen kijken. Hij had niet de moeite genomen meer aan te trekken dan zijn spijkerbroek. Een frisse bedoening, zo zonder shirt en schoenen.
Hij bleef echter staan toen hij langs Madisons raam liep en haar aan de keukentafel zag zitten, haar hoofd in haar handen. Als hij zich niet vergiste, huilde ze. Als dat niet zo was, zag ze er in elk geval verloren en radeloos uit.
Zou alles in orde zijn? Zijn natuurlijke weerzin om haar privé-leven binnen te dringen, streed met de wens om van deze unieke gelegenheid gebruik te maken. Per slot van rekening was hij hier komen wonen om meer informatie te verzamelen.
Snel ging hij even naar zijn koetshuis om het kenteken te noteren en een T-shirt en schoenen aan te trekken. Daarna jogde hij terug.
Het duurde enige tijd voordat ze opendeed na zijn aankloppen. Toen ze uiteindelijk in de deuropening stond, waren haar wangen droog, maar haar ogen waren rood en vochtig.
Een moment keek hij haar nauwlettend aan. Het zou beter zijn geweest als ze van middelbare leeftijd en slonzig was. Dat ze in plaats daarvan alleenstaand en aantrekkelijk was, maakte alles nodeloos ingewikkeld. 'Is er iets?' vroeg hij.
Er verscheen een gemaakte glimlach op haar gezicht, en toen ze sprak, klonk er een hoge toon van valse opgewektheid in door. 'Nee, hoor. Hoezo?'