Toen ze niets meer te doen had, wilde ze naar de gang gaan. Het geknars van banden op het grind buiten weerhield haar daarvan. Ze had Caleb zo'n twintig minuten geleden horen wegrijden en kon er niets aan doen dat ze hoopte dat hij nu terugkwam. Het was prettig te weten dat hij in de buurt was.
Of misschien kwam iemand Johnny weer bij haar afzetten...
Van achter het raam zag Madison een lange, blonde vrouw uit een bekende, witte Honda komen.
Het was Caleb of Johnny niet. Het was Holly. Holly glimlachte toen ze Madison onderweg naar de deur langs het raam zag komen. Ze had zelfs nog niet de gelegenheid gehad om aan te kloppen. Het leek erop dat Madison niet bang voor haar was. Niet dat Holly het tegendeel had verwacht. Vrouwen waren normaliter niet bang voor andere vrouwen.
Zelfs tijdens de media-aandacht die steeds op de moorden was gevolgd, had het Holly nooit moeite gekost om andere jonge vrouwen, allen volslagen onbekenden, zover te krijgen dat ze met haar ergens afspraken of naar haar flatje kwamen.
Bij de supermarkt was ze tegen Tatiana Harris op gelopen. Ze had eenvoudig een praatje met haar aangeknoopt en had gelachen om de stomme kritische opmerkingen die Tatiana over haar man maakte. Uiteindelijk was het zover gekomen dat Tatiana met haar meeging naar de bioscoop in plaats van meteen naar huis te gaan.
Rosey Martin was vanaf de wasserette met haar mee naar huis gegaan om een film te zien. Lori Schiller had ermee ingestemd haar in het park te treffen. En zo waren er meer geweest, zoals Anna Tyler, haar buurvrouw.
Ze had haar gevraagd of ze zin had om eens langs te komen. Elkaar opmaken, een manicure, iets drinken, een hapje eten...
Vrouwen waren zo onnozel - en kattig en onbetrouwbaar. Ze deden alsof ze met je bevriend wilden zijn maar staken je in je rug op het moment dat je ze vertrouwde. Dat was ook wat Rosie Wheeler en Paige Todd haar op school hadden aangedaan.
Holly kromp ineen bij de herinnering aan de ochtend waarop ze op school was gekomen en met nagellak 'babymoordenares' en 'hoer' op haar kastje geschreven had zien staan. Ze kon het gefluister en het gesmoorde lachen nog om zich heen horen. Nog voelde ze de woede die maanden nadien in haar was blijven smeulen. De andere meiden wilden niets meer met haar te maken hebben. Ze spraken zelfs niet meer met haar. Maar ze zou ze wel krijgen.
Net als Madison. Haar zou ze ook wel krijgen. Madison mocht de enige persoon die haar het gevoel gaf compleet te zijn, niet van haar wegnemen. In de periode waarin ze geloofde dat Caleb van haar hield, had ze die woede niet meer zo fel gevoeld. Al die tijd dat ze getrouwd waren, had ze niemand kwaad gedaan. Er was geen reden voor geweest. Toen ze Caleb had, had ze wat alle andere vrouwen ook wilden, en kon ze hen gewoon uitlachen.
Als ze Caleb terug wilde krijgen, moest ze opschieten. Hij zou niet al te lang wegblijven.
Ze stond intussen op de stoep voor de deur en hoorde het schrapen van de grendel toen Madison deze los schoof.
'Is er iets, Holly?' vroeg Madison. Ze opende de deur op een kiertje.
'Sorry dat ik zo laat nog langskom,' zei Holly. 'Ik wilde je niet lastigvallen. Ik had alleen gehoopt Caleb thuis te treffen, maar ik zie zijn auto niet staan. Hij is er zeker niet?'
'Hij is zo'n twintig minuten geleden weggegaan.'
'Wat een pech.' Ze lachte. 'Ik ben helemaal uit mijn gewone doen. Ik heb mijn tas alweer bij hem thuis laten liggen. Heb je er enig idee van hoe laat hij thuis kan komen?'
'Helaas niet. Ik denk dat je hem beter morgen kunt opbellen.' Ze begon de deur dicht te doen.
Snel stak Holly een hand op om haar tegen te houden. 'Dat zal ik doen. Maar voordat ik ga, heb ik je iets te vertellen.'
Madison leek te aarzelen. Holly kon door de kier van de deur alleen een stukje van haar gezicht en lichaam zien. Dat was genoeg om te weten dat ze een joggingbroek aan had met een nauwsluitend T-shirt. Het T-shirt was weliswaar verschoten en versleten, maar de manier waarop het Madisons borsten leek te strelen, maakte Holly inwendig razend. Madison probeerde Caleb te verleiden, hem van haar weg te nemen. Vrouwen - ze waren niet te vertrouwen.
'Holly, ik heb liever niet...'
'Het is iets anders dan eerst,' viel ze haar in de rede. 'Mag ik niet even binnenkomen? Het is hier buiten nogal koud.' Ze wreef over haar armen en rilde om het effect te verhogen.
Madison bleef sceptisch. 'Dat kan morgen toch ook wel?'
Ze deed een stap achteruit, alsof ze weg wilde gaan. Opzettelijk vermeed ze het tegen Madison in te gaan. 'Goed. Ik begrijp het. Ik wilde je alleen vertellen dat ik een hele tijd heb nagedacht. En je moet weten dat je gelijk had. Ik moet Caleb laten gaan. Het wordt tijd. Ik moet hem achter me laten, dat snap ik, maar...' Ze liet haar stem breken en veegde de valse tranen uit haar ogen. 'Soms doet het zo'n pijn. Ik hou nog steeds van hem. Dat zal ik ook altijd blijven doen. En...' Ze slikte alsof ze het bijna niet kon uitbrengen. 'Ik ben zo bang dat niemand van me zal kunnen houden, als hij dat al niet kan.'