Desondanks betreurde Holly het dat Susan er niet meer was. Haar stiefzus was de enige op de hele wereld die door dik en dun bij haar was gebleven.
Haar keel begon op te zwellen en te branden. Ze vertelde zichzelf dat het in orde was. Ze had alleen gedaan wat ze moest doen. Bovendien was ze zo slim geweest om het ook nog in haar voordeel te doen werken.
Ze was niet van plan Caleb nu alsnog kwijt te raken. Madison zou een rol krijgen in zijn volgende boek. Meer stelde ze niet voor. Holly en Caleb zouden eindelijk weer samen zijn.
Alleen was het lastig dat Holly ditmaal niet alleen met een vrouw te maken had. Er was ook nog dat kind. Ze had de foto op de koelkast gezien en had meteen beseft dat Caleb Madisons dochter graag zou mogen. Hij had al jaren naar kinderen verlangd...
Holly dacht terug aan de periode waarin ze had gedaan alsof ze in verwachting was. Het kon wel eens helpen om te doen alsof. Haar leven zou wel gemakkelijker zijn geworden als er echt een kind was geweest. Dan zou Caleb niet bij haar weg zijn gegaan.
Maar ze kon geen kinderen krijgen. Door de abortus waar ze zelf op haar zestiende voor had gezorgd, waren haar kansen op het moederschap verkeken. Ze zou dan ook nooit toelaten dat Madison hem zou schenken wat ze zelf niet kon.
De werkelijkheid, zo koud en ruw als de wind die haar gezicht teisterde, was vannacht te schrijnend om te kunnen doen alsof. Holly wist dat ze de waarheid onder ogen moest zien en moest afrekenen met de allesoverheersende jaloezie. Die bezorgde haar zo'n pijn - echte, lichamelijke pijn, die zo hevig was dat ze ervan dubbelsloeg en nauwelijks een kreun wist te verbijten.
'Ik kan het, ik kan het...' Ze fluisterde de woorden als een mantra tot ze in haar eigen belofte kon geloven. Tot ze weer rechtop kon staan. Tot ze weer normaal adem kon halen.
Ze zou het oplossen. Ze kon alles naar haar hand zetten, als ze wilde.
Maar hoe? Nadenkend beet ze op haar lip. Ze moest Caleb met een leugentje weg zien te lokken. Voor nieuw bewijsmateriaal zou hij zijn huis wel uit komen. Als ze zou zeggen dat Margie White, een vriendin van Susan met wie ze al eerder hadden gesproken, iets in haar auto had aangetroffen, zou Caleb spoorslags naar haar huis gaan.
Natuurlijk zou Margie niet weten waar hij het over had, wanneer hij daar eenmaal was, maar daar kon Holly niet mee zitten. Ze wilde alleen tijd winnen.
Als ze Caleb dan weer zag, zou ze zeggen dat degene die haar met de informatie had gebeld, had geklonken als Margie, en dat ze zich vergist moest hebben. Iedereen kon immers die flyer lezen en naar aanleiding daarvan bellen? Misschien kon ze zelfs proberen het als de daad van een gek te laten klinken.
Zodra Caleb dan weggereden was, zou ze Madisons telefoonlijn doorsnijden, voor het geval alles wat minder vlotjes ging dan de bedoeling was.
Zo moest het lukken, dacht ze. Het was een goed plan. Een plan waardoor Madison en Brianna niet lang meer van Calebs genegenheid konden profiteren.
22
Het rinkelen van de telefoon verstoorde een zeldzaam goede droom. Caleb wilde liever niet wakker worden, maar hij dacht vaag dat het Madison kon zijn. Waarom hij dat dacht, zou hij niet met zekerheid kunnen zeggen. Misschien was de wens de vader van de gedachte.
'Ja?' Bij het horen van de schorre toestand van zijn stem schraapte hij zijn keel om het nog eens te proberen. 'Ja, hallo?'
'Wakker worden, Trovato.'
Gibbons. Caleb deed zijn best om zich niet teleurgesteld te tonen. Hij schoof overeind. Op de klok zag hij dat het pas één uur 's ochtends was en niet, zoals hij eerst had verondersteld, tegen de ochtendschemering. 'Wat is er? Heb je Tye Purcell in hechtenis genomen?'
'Nee.'
Calebs teleurstelling bleef maar groeien. Hij was er zo zeker van geweest dat ze eindelijk aan het eind van de rit waren gekomen. Dat ze de oplossing hadden. 'Waarom niet?'
'Om verschillende redenen. Weet je nog dat we op het laken onder Susans lichaam een druppel bloed hebben gevonden?'
'Yeah.'
'Dat is bloedgroep O, maar Tye heeft bloedgroep B. Het kan wel een paar weken duren om een DNA-vergelijking te krijgen, maar het bepalen van de bloedgroep duurt maar een paar minuten.'
'Wat nu? Zijn we weer terug bij af?' Caleb zette de telefoon klem tussen zijn oor en schouder, kwam uit bed en hees zich in zijn spijkerbroek. Hij had behoefte aan een kop koffie. Ondanks het feit dat hij bijna de hele dag en de halve nacht had geslapen, voelde hij zich nog zo suf als de hel.
'Niet helemaal. Holly heeft me net gebeld.'
'De hemel zij dank dat ze mij niet heeft gebeld,' mompelde Caleb onderweg naar de keuken. Hij was zijn ex-vrouw onderhand zo moe geworden dat het hem bijna beter leek zijn leven lang de telefoon niet meer op te nemen.
'Hebben de geliefden onenigheid?'
Caleb deed de keukenlamp aan, knipperend tegen het plotselinge licht. 'We hebben niets samen wat geliefden hebben. Waarom belde ze?'
'Ze zei dat een vriendin van Susan, ene Margie, haar had gebeld, en...'