Brianna lachte toen ze Madison zag terugschuiven naar de paarse 'Plumpy' die op de kaart stond afgebeeld. 'Ik ga winnen,' riep ze vrolijk uit. Ze klapte in haar handen.
Madison wist dat ze mijlenver achterlag op Brianna, en zelfs op Johnny, op hun reis naar het snoepgoed van de koning. Het verliezen van dit spelletje was echter haar minste zorg. Ze was bang dat ze iets veel belangrijkers zou verliezen.
'Jij bent weer, mama,' zei Brianna. In haar stem klonk nu wat ongeduld door.
Er klonk getoeter van buiten, en Johnny krabbelde overeind. 'Dat is voor mij.'
Madison keek hem fronsend aan. Hij had haar telefoon een paar maal gebruikt terwijl ze Brianna zat voor te lezen, maar hij had er tegen haar niet over gerept dat hij wegging. 'Ik wist niet dat je ergens heen ging,' zei ze. 'Kom je nog terug?'
'Niet vanavond,' antwoordde hij. 'Ik ga even chillen met een vriend.' Hij was al op weg naar buiten.
Madison wilde hem nog vertellen dat hij beter in de buurt kon blijven aangezien er een familiecrisis op til was, maar ze wist dat hij toch niet van gedachten zou veranderen. Hij was zijn eigen wandelende crisis. Bovendien wilde ze het toch niet met hem over Tye hebben voordat ze meer van Caleb had gehoord.
'Jij blijft toch wel gewoon met me spelen, mama?' vroeg Brianna, duidelijk niet blij dat Johnny deserteerde.
Madison zuchtte toen de deur achter haar halfbroer dichtsloeg. Ze vroeg zich af of ze hem ooit terug zou zien. 'Ja, ik blijf hier,' antwoordde ze. Ze belandde op het vakje waarop stond: Gooey Gumdrop - Blijf hier tot er een gele kaart is getrokken.
De volgende drie beurten trok ze achtereenvolgens een groene, een paarse en een rode kaart. Brianna giechelde elke keer dat haar moeder niet verder kon, maar Madison vond het niet grappig. Dit spel deed haar te veel aan haar leven denken. Ze kon niet gelukkig worden tot ze Caleb was vergeten.
Holly zette de koplampen uit en liet de motor van haar Honda stationair draaien. Vanachter het stuur staarde ze naar het kleine, in duisternis gehulde huis waar Madison woonde.
De regen trommelde zacht op de motorkap en drupte op de ruit. Op deze vergankelijke momenten leken de druppels wel pareltjes toen het bleke schijnsel van de maan tussen de wolken door kwam. De druppels begonnen naar beneden te glijden, en vervolgens rolden ze als tranen over de ruit.
Verder waren er geen geluiden of dingen die haar afleidden. Slechts het lichtbaken in de keuken, waar Madison alleen aan tafel zat, gebogen over iets wat Holly niet kon zien vanwege het stuk plastic voor het raam.
Madison Lieberman... Wie had ooit kunnen denken dat de dochter van Ellis Purcell zo'n volmaakte, zij het onbewuste wraak zou uitlokken? De mooie, kléine Madison.
Met een bitter lachje schudde Holly haar hoofd. Mannen hadden graag kleine vrouwen omdat ze zich daardoor sterk en machtig voelden. Kleine vrouwen waren begeerlijk. Holly was grofgebouwd en net zo lang als vele mannen. Precies het tegenovergestelde van het tengere meisje met wie ze als stiefzusje was grootgebracht. Zo heel anders dan Susan...
Dat was niets nieuws. Holly had al lang geleden geleerd dat het geluk haar niet kwam aanwaaien. Als ze iets echt wilde, moest ze de zaak zelf in handen nemen.
Ze kwam uit haar auto en trok de zwarte capuchon van haar sweatshirt over haar hoofd. De bomen belemmerden deels haar zicht op het huis, maar ze durfde niet dichterbij te komen met de auto. Caleb was niet dom. Ze had zijn ongeduld bij hun telefoongesprek wel gehoord, en ze was bang voor wat hij zou doen als hij haar hier betrapte.
Nu moest ze echter nadenken. Plannen maken. Alles opnieuw overwegen. Madison was een nieuwe factor, waarmee ze geen rekening had gehouden...
De geur van de zee trof haar met de eerste windvlaag. Ze haalde diep adem toen ze gebukt op weg ging, de oprit op, naar de geparkeerde auto's. Rustig en doelbewust ging ze verder, werd steeds kalmer, beheerste haar woede.
Calebs auto stond rechts, die van Madison links. Ze stonden naast elkaar geparkeerd, alsof ze toebehoorden aan een getrouwd stel.
Holly maakte een grimas en voelde met de rug van haar hand aan de motorkappen. Koud. Dat had ze verwacht. Het was bijna middernacht.
Ze verborg zich zo dat ze vanuit Madisons huis niet te zien was. Ze moest zich uitrekken om Calebs huis te kunnen zien. Het was donker. Hij was daar, in bed, zonder haar.
Opeens voelde ze zich oneindig bedroefd. Waarom bedroog Caleb haar? Waarom dwong hij haar hier toch toe? Dat kon ze niet begrijpen. Ze had alles voor hem overgehad. Ze had zelfs de dood van haar zus gearrangeerd opdat hij een nieuw boek kon schrijven!
Afwezig wreef ze over de schrammen op haar armen waar nog een paar korstjes zaten. Ze sloot haar ogen in een poging haar laatste herinneringen aan Susan uit te wissen. Het was Lance' schuld. Door die bedrieger was haar zus op dat late tijdstip bij haar thuis gekomen. Daardoor had Susan gezien wat ze had gezien.
Susan was gekomen, en Holly had geen keus gehad. Susan was te opmerkzaam, te volhardend en te nieuwsgierig. Ze zou het niet loslaten.