'Nee. Nee.' Ze keek van Sean naar Vincent en toen weer naar Florence. Wat ze te zeggen had was alleen voor Florence bestemd, maar ze keken haar allemaal afwachtend aan. Ze kenden haar goed genoeg om te weten dat ze niet naar beneden was gekomen voor een kop chocolademelk, of omdat ze heimwee had. Ze klopte de sneeuw van de zoom van haar jas, liep naar het vuur, hield er een geheven voet voor en zei: 'Ik heb... net begrepen waarom hij haar zo heeft afgetuigd.' Ze keek over haar schouder naar hen en voegde eraan toe: 'Ze gaat van hem scheiden. Dat ontdekte hij kennelijk pas toen hij terugkwam uit Londen in hun huis in Low Fell. En toen is hij razend hierheen gereden en heeft haar te grazen genomen.'
'Godallemachtig! Je meent het,' zei Sean.
'Ja, zo zit het in elkaar.'
Terwijl Hannah haar andere voet warmde, bleef het stil in de keuken. Niemand maakte gewag van het feit dat er een andere vrouw in het spel moest zijn, omdat zoiets niet kies zou zijn en ze allemaal wisten dat het zo was. En Hannah, Sean en Florence wisten nog iets anders. Ze wisten dat het nieuws een schok moest beteken voor hun zoon. Vandaar dat aller ogen zich op hem richtten en toen hij, in zijn chocolademelk roerend, opkeek zag hij dat ze hem allemaal zaten aan te staren. Hij keek van de een naar de ander en met een onbeschrijflijke bitterheid in zijn stem zei hij: 'En dus had hij hem niet eens hoeven te vermoorden.'
Sean was de eerste die iets kon zeggen. Hij hief zijn verfomfaaide gezicht, roerde lawaaierig in zijn chocolademelk en riep luid, overdreven luid: 'Jeetje man, waar heb je het nou over?'
'Jullie weten allemaal waar ik het over heb.' Hij stond zo onverwacht op dat ze er allemaal van schrokken en schopte de houten kruk waarop hij had gezeten achteruit tegen de muur. 'Ik zie het in jullie ogen, aan jullie gebaren en ik hoor het in ieder woord dat werd gezegd sinds Davie schreeuwend deze keuken binnenkwam. Ik mocht er niet naartoe gaan, omdat ik niet te vertrouwen ben. En daarom moest ik buiten westen worden geslagen met een stuk hout.' Hij keek naar zijn vader en Sean sputterde: 'Het was de enige manier.'
'De enige manier om wat te doen? Me te vermoorden? Als die klap op de zijkant van mijn kin was terechtgekomen, net een beetje verder tegen mijn hals, hier ongeveer,' hij drukte zijn duim tegen zijn kaaklijn, 'zou ik er geweest zijn. Maar dat zou geen ramp geweest zijn, alleen maar gerechtigheid. Jij had voorkomen dat ik twee keer dezelfde fout beging, nietwaar? Nu staat het zweet je op de rug omdat je denkt dat je het niet hebt kunnen verhinderen. Je denkt dat ik hem buiten heb staan opwachten en hem heb vermoord. Dat denk je toch? Toe maar, hoor.' Zijn stem schalde door de keuken. 'Geef toe dat je dat denkt. Ik heb het één keer gedaan, dus kan ik het weer doen.'
'O, nee, Vin.' Hannah schudde vol medelijden haar hoofd. Hij deed haar na en zei: 'O, ja Hannah. En nu zitten jullie te denken hoe droevig het lot is. Want als zij hem op haar eigen manier aan de kant zet, zou de kust vanzelf veilig voor me zijn geweest... als ik het maar niet weer had gedaan... Ach... jee!' Het laatste woord rekte hij overdreven. 'De afgelopen twee dagen zie ik in jullie ogen dat jullie je afvragen hoe het deze keer met jullie moet als ik weer weg ben.' Hij keek naar zijn vader. 'Je zult tenminste geen tekort aan brandhout hebben, de werkplaats ligt er vol mee. En jullie hebben intussen gelukkig ook elektriciteit, die prachtige elektriciteit. Jullie zijn een stuk beter af, voor de duur van deze hechtenis... die wel eens levenslang zou kunnen zijn.'
'Dat is niet eerlijk, man, dat is echt niet eerlijk,' zei Sean met gebogen hoofd.
'O nee? Kijk maar diep in je hart en dan zul je het zien.' Met opgetrokken schouders liep hij bij ze weg. Bij de deur naar de bijkeuken draaide hij zich om en zei schor: 'En het had niet uitgemaakt, al was ze duizend keer gescheiden en al had ik hem niet vermoord. Want, zoals de jongens in alle onschuld hebben herhaald wat je een keer gezegd hebt, Hannah: zij en ik verschillen van elkaar als appels en peren. En daarmee heb je gelijk. Helemaal gelijk.'
De stilte die hij achterliet, werd doorbroken door Hannah, die ineens uitriep: 'Ay, lieve god! Wat moet je nou nog geloven?' Ze barstte in tranen uit, rukte haar jas open en begroef haar gezicht in haar schort.
Sean bleef verdwaasd in zijn chocolademelk roeren terwijl hij naar Florence keek. Zij kon zijn blik niet verdragen, boog haar hoofd, sloot haar ogen en mompelde: 'Had ze dat huis maar nooit gezien...'
Vins woede was gezakt tegen de tijd dat hij de top van de heuvel had bereikt. In plaats van het huis via het terras binnen te gaan, nam hij de achterdeur.
Barney was bezig blokken hout in de oven te schuiven. Hij draaide zich om en zei vrolijk: 'Hé, hallo, Vin.' Barney was de enige in de familie die nog niet wist dat hun Vin iemand had gedood. Michael en Davie hadden het Joseph verteld op zijn twaalfde verjaardag en ze zouden het Barney ook zeggen als hij twaalf werd. Maar voorlopig was de grote man voor hem nog gewoon 'onze Vin', niet iemand over wie je onder de dekens fluisterde: 'Ik wil wedden dat hij iedereen kan vermoorden als hij wil. Hij kan er wel twee tegelijk doodmaken door ze met de koppen tegen elkaar te slaan.'