Iedereen keek nu naar Millie die met haar armen rond haar middel geslagen heen en weer wiegde en griezelde: 'Brrrr! Hij, ik bedoel Harry, stotterde "N... nee. W... we kijken alleen wat rond.'"
'Ik stotterde helemaal niet. Ik was gewoon verrast.' Maar ook Harry moest lachen. 'Hij was bijna twee keer zo lang als ik en het was een heel verlaten plek. Hoe dan ook, hij bleek daar te zijn omdat hij wachtte op iemand die het huis wilde kopen. Hij was een geschikte vent en hij liet ons alles zien. En, echt waar, Connie' - hij knikte tegen haar en beklemtoonde elk woord - 'het is prachtig. Een soort familiehuis, weet je. Het heeft vijf slaapkamers boven, waarvan er drie met elkaar verbonden zijn. En dan die grote keuken over de hele breedte aan de achterkant, en aan de voorkant een grote woonkamer over de hele breedte. Het is heel simpel van bouw en heeft een heel aangename sfeer. Ik zeg tegen Millie: "Dit is een gelukkig huis geweest," en zij voelde het ook zo. Je voelde het toch ook?'
'Ja, absoluut.' Millie keek treurig in de verte. 'Ik zei nog dat ik daar wat graag zou willen wonen, zo ver van alles.'
'En die man?' vroeg Peter. 'Was hij de eigenaar?'
'Daar heeft hij niets over gezegd en we hebben het niet gevraagd,' zei Harry.
'Hij was ook zo groot,' glimlachte Millie.
'Woonde hij daar?' wilde Constance weten.
'Nee. Er stond geen meubilair in.'
'En hij had een mes in zijn ene hand en een stuk hout in het andere,' zei Millie. 'En daar stond hij alsmaar in te snijden.'
'Hij deed zijn mond nauwelijks open,' zei Harry.
'Hij heeft je wel gevraagd of je belangstelling had voor huizen.'
'O ja, dat vroeg hij. En ik zei ja.' Harry trok aan zijn neus. 'Het was zo'n grote vent. Ik dacht dat je hem maar beter gelijk kon geven.'
Iedereen moest erom lachen, behalve Jim. Hij zag niet in wat er zo leuk was aan het verhaal van zijn broer over een rondleiding door een grote man in een leeg huis.
Harry wendde zich tot Constance en zei: 'Waarom ga je er niet eens heen om een kijkje te nemen? Gewoon voor de grap. Ik teken de route wel voor je. Het ligt volgens mij tussen Shephershiel Moor, Green Moor en Allerybank in, precies in het midden. Voordat ik wegga zal ik het voor je uittekenen.'
'Dat doe je niet.' Jims stem schalde door de kamer. 'Doe niet zo idioot en stuur mensen niet op pad voor niets. Dacht je dat iemand daar wilde wonen? Ik niet, in elk geval, en zij ook niet. Waar ben je weer mee bezig?'
'Ik ben nergens mee bezig!' Harry fronste zijn wenkbrauwen en keek zijn broer voor het eerst sinds hij binnen was recht aan. 'Ik vond gewoon dat Connie dat huis moest zien.'
'Waarom?'
Harry's gezicht betrok nog meer en hij deed zijn mond een paar keer open voordat hij uitbracht: 'Dat weet ik niet.' En toen luider: 'Weet ik veel. Gewoon om het gezien te hebben. We dachten dat het een ideaal weekendhuis zou zijn en omdat het zo afgelegen ligt misschien te koop is voor een appel en een ei.'
'O, dus je weet niet helemaal waarom je wilde dat ze het zag. Neem van mij aan dat we helemaal geen weekendhuis willen. Deze flat is goed voor doordeweeks, dus waarom dan niet voor het weekend.'
Harry boog zijn hoofd en klemde zijn tanden op elkaar. Hij was gekomen voor het verjaarsetentje van zijn neefje en als hij zijn broer op zijn manier van repliek zou dienen, kon hij opstappen nog voordat het begon. Toen hij weer opkeek zag hij Connies gezicht. Haar grote bruine ogen keken hem smekend aan en verrieden heel even de pijn die ze doorgaans verborg achter de façade van haar goede opvoeding. Daarom dwong hij zichzelf om sussend te zeggen: 'Oké, oké. Laat maar. Vergeet wat ik zei.'
Op dat moment werd er aangebeld en Connie ging opendoen. Terwijl ze naar de deur liep bedacht ze hoe vreemd het was dat Millie en Harry aan haar hadden gedacht toen ze dat huis zagen. Als het morgen goed weer was, zou ze erheen rijden om te gaan kijken. Niet dat ze ook maar een seconde van plan was om het te kopen. Als ze in de stad al bang was om alleen te zijn, zou ze nog banger zijn in de vrije natuur, maar het zou een uitje zijn en ze zou er Harry en Millie een plezier mee doen.
2
'Dat zeg je alleen maar omdat die idioot over dat huis is begonnen.'
'Dat heeft er niets mee te maken.' Constance zei het heel kalm. 'Waarom wil je niet onder ogen zien dat we niet kunnen blijven leven zoals de afgelopen tien jaar? Ik heb je dat al tientallen keren gezegd, maar je wilt het niet horen. Goed, nu zul je wel moeten, want ik ga de flat verkopen.'
'O ja?' Hij boog zijn hoofd langzaam naar haar toe. Ze zag de pupillen van zijn blauwe ogen dreigend tussen de versmalde oogleden door kijken. 'Dus jij gaat de flat verkopen. Zonder overleg. O, nee! Vooral niets zeggen. De flat is gekocht met jouw geld en ik ben maar de man die door jou onderhouden wordt... Toe, zeg het maar.'
Kaarsrecht steunde ze tegen de hoge rugleuning van haar stoel. Met haar blik op de schoorsteenmantel gericht vroeg ze ingehouden: 'Ga je me er nu aan herinneren hoe weinig jij de afgelopen tien jaar hebt verdiend?'