Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(79)

By:Catherine Cookson


'Wie zijn er boven?'

Florence keek naar Vincent en zei: 'Moira en Davie. Ze wilden allemaal gaan, maar dat vond ik niet goed. De anderen zitten in de achterkamer. De haard is aan en ze spelen met de trein. Ik heb Davie gezegd dat ze daar moesten blijven totdat hun vader ze komt halen.' Florence zei er niet bij: 'Of jij.'

'Ze ziet er beroerd uit,' vond Sean. 'Ik denk dat ze nog in bed moet blijven. Die griep heeft haar goed te pakken gehad.'

'Ja. Bovendien heeft ze een heleboel aan haar kop,' zei Hannah kalm en ze reikte over de tafel om een eigengemaakte toffee uit een blikje te pakken. 'De kinderen vertelden dat ze stapels porselein en andere spullen heeft meegebracht, allemaal prachtige dingen. Als het ophoudt met sneeuwen zal ik eens naar boven lopen om ze te bekijken. Davie zegt dat het schitterend is, en onze Davie heeft oog voor zulke dingen.'

Hannah had gelijk. Davie had gevoel voor porselein. Hij stond voor de buffetkast te wijzen naar een plank waarop drie meissnerbeeldjes stonden en zei: 'Ik hou van kleur. Zulke kleuren zoals hun kleren. Ik zeg vaak tegen onze Vin: "Waarom beschilder jij jouw beeldjes niet?" maar dat wil hij niet.'

Constance zat op de bank, keek naar Davies achterhoofd en zei: 'Het zou jammer zijn om Vins werk te beschilderen. Het is iets heel anders, een heel ander soort kunst, Davie. Als je van zulke beeldjes houdt, zou je iets met ceramiek moeten doen. Kun je tekenen?'

Voordat hij antwoord kon geven zei Moira, die zich naast Constance op de bank had genesteld met een grote encyclopedie op haar schoot: 'O, Davie kan zo prachtig tekenen. Vin zegt dat hij later naar een kunstacademie moet gaan.'

'Waar dan?' vroeg Davie, die nog altijd het porselein bewonderde. 'Ze zijn allemaal veel te ver weg. Trouwens, ik word dokter.' Hij had zich omgedraaid naar de bank en Constance zei een beetje verbaasd: 'Dokter? Wil jij dokter worden, Davie?'

'Ja.' Hij ging vlak voor haar staan en keek haar recht aan. Deze kleinste van alle O'Connors was heel tenger en zoals Moira eens had gezegd, te klein voor zijn leeftijd, maar hij had zonder enige twijfel de meeste hersens van hen allemaal. Op volwassen toon zei hij: 'Dat zou ik wel willen, maar ik weet dat ik niet zal kunnen doorleren. Maar mijn pa zegt dat ik een kans maak, als onze Vin succes heeft beneden' - met zijn hoofd gebaarde hij waar - 'Maar Vin zegt van niet.'

'En je gelooft het pas als Vin het zegt?' vroeg Constance zacht.

'Nou nee.' Davie schudde zijn hoofd en bestudeerde zijn nagels, die allesbehalve schoon waren. 'Onze Vin weet hoe de wereld in elkaar zit. Hij geeft je alleen een kontje als hij weet dat je kunt blijven zitten. Pa is heel anders.' Hij grijnsde. 'Die blijft altijd hopen. Onze Kathy noemt hem "Littlewoods zonnestraaltje". Kathy speelt in de loterij. Als ze wint laat ze een groot huis met een zwembad voor ons bouwen, zegt ze.'

Constance deed haar best om niet te lachen, zelfs niet te glimlachen, maar dat was bijna onmogelijk als er O'Connors in de buurt waren, uitgezonderd Vin. Ze had hem al niet meer gezien sinds nieuwjaarsdag, toen hij somber zwijgend naast haar op de bank had gezeten.

'Als ik de loterij win bouw ik geen huis,' zei Moira. 'Dan kom ik lekker hier bij u wonen, mevrouw Stapleton.'

Constance stak een hand uit, die Moira lachend vastpakte. Op dat moment knalde de deur open. Ze dachten dat het de storm was, en iedereen sprong op maar niemand keek angstig, want de kinderen noch Constance vreesden de elementen. Hun gezichten veranderden echter bijna gelijktijdig en Moira, die nog op de bank geknield zat, keek naar meneer Stapleton, glipte over de rugleuning en ging naast Davie staan. Meneer Stapleton was overdekt met sneeuw, maar dat joeg hen niet zo'n angst aan. Het was de uitdrukking op zijn gezicht. 'Donder op! Wegwezen!' brulde hij tegen ze.

Ze keken allebei vragend naar mevrouw Stapleton, maar die stond haar man aan te gapen. Daarom slopen ze zijdelings rond de bank en zorgden ervoor dat ze op veilige afstand van de man bleven. Toen mevrouw Stapleton zei: 'Pak jullie jassen maar,' liepen ze achter haar langs en stoven naar de keuken. Ze grepen hun jassen en dassen en holden terwijl ze die aantrokken weer de lange kamer door. De deur stond nog open en op de deurmat hoopte de sneeuw zich op, zodat Davie moeite had om de deur achter zich te sluiten. Op het terras greep hij Moira's hand en trok haar mee langs de muur, maar toen ze langs het raam kwamen fluisterde hij in haar oor: 'Laten we hier even wachten om te kijken wat hij doet.'

Wat Jim Stapleton deed was langzaam op Constance toelopen en haar doordringend aankijken. Voor het eerst was ze echt bang voor hem. Als hij boos was of zich gedwarsboomd voelde tierde en schreeuwde hij tegen haar, maar nu zweeg hij, verstikt van een blinde woede die alle kleur uit zijn gezicht had weggetrokken. Hij zag zo wit als de sneeuw op de brede rand van zijn tweedhoed. Toen zijn hand uitschoot en hij haar bij de kraag van haar jurk greep schreeuwde ze: 'Nee! Nee! Niet doen! Laat me los! Laat me los!'