Het was of ze een kind hoorde praten en ze klonk ook nukkig als een kind. Haar lichaam had ook nog iets kinderlijks. Ze had een nog tamelijk onontwikkeld meisjeslijf, met borstjes als erwten. Ze was een laatbloeier.
Constance was sprakeloos. Ze kon alleen maar zwijgend naar dat meisje staan kijken. Maar Millie reageerde helemaal anders. Ze deed een stap naar voren en zei: 'Kijk uit of ik verbouw je gezicht.
Ze zouden je met je gezicht door de goot moeten halen, liederlijke del! En jij!' Ze draaide zich driftig om naar haar dochter. 'Jij hebt wel fraai gezelschap uitgekozen! Vertel eens even, dametje,' ze greep Ada bij de voorkant van haar jurk, 'wat doe je hier eigenlijk? Je weet wat er gebeurt als je vader hier lucht van krijgt. Hij zal meteen hier op de stoep staan en een moord begaan. Hij zal hem vermoorden... je oom Jim. Dat weet je toch?'
Ada bevrijdde zich uit de greep van haar moeder, sloeg haar tegen haar handen en riep: 'Dan vermoordt hij hem maar. En dan zal hij daarna ontdekken dat het voor niets was. Jullie...' ze loerde van haar moeder naar Constance, 'jullie schijnheilige oude trutten! Ik kots op jullie. Jullie hebben niemand iets te bieden. Jullie zijn zo dor als zaagsel en dan ook nog verbaasd dat jullie mannen weglopen, of zich gek vervelen met jullie... Jij!' Ze knikte naar haar moeder. 'Jouw lijf heeft nog nooit daglicht gezien. Je kleedt je aan en uit onder je nachtpon. Ay, god, je lijkt wel een non.'
Millies hand vloog omhoog, maar Constance greep hem nog net op tijd en zei: 'Niet doen, Millie. Doe dat niet.' Vervolgens keek ze naar Ada en die riep: 'Ik kan wel begrijpen dat hij ontspoorde in dat leven met jou. Je bent net zo seksloos als je zoon. Jullie zijn er doodsbang voor!'
Millie deed weer een uitval naar haar dochter, maar Constance hield haar tegen en riep: 'Nee! Nee! Millie.' Millie verslapte en liet haar hoofd tegen haar borst zakken.
Constance wendde zich tot Ada en zei met bevende stem: 'Wat mijn zoon betreft, waarschuw ik je dat ik de politie erbij haal als je hem nog eens aanspreekt waar mensen bij zijn of hem op enige andere wijze lastigvalt. Denk eraan, ik hoef je vader en je moeder niet langer te ontzien. Als je Peter nog een keer benadert sleep ik je voor de rechter. En denk maar niet dat de politie je niet kan vinden. En als dat gebeurt word je in een jeugdinrichting geplaatst.'
Iets in Constance' blik bracht Ada even van haar stuk, maar ze bleef haar tante vuil aankijken. Constance richtte haar aandacht nu op het andere meisje en zei met diepe verachting in haar stem: 'En jij mag mijn man vertellen dat ik langs ben geweest.'
'En weet je wat jij kunt doen, dame?' Het mooie hoofdje werd naar haar toegebogen, het kindergezicht vertrokken van woede. 'Jij kunt naar de hel lopen.'
Constance en Millie keken het kind zwijgend aan. Vervolgens richtte Millie zich weer tot haar dochter en zei langzaam: 'Pak je spullen en kom mee naar huis.'
'Huh!' Ada gooide haar hoofd in haar nek en trommelde met beide handen op haar buik. 'Heb je dat gehoord? "Kom mee naar huis," zei ze. Je hebt me er ijskoud uit gegooid. Je was blij dat ik de benen nam.'
'Niemand heeft je eruit gegooid. Je bent uit jezelf weggegaan.'
'Jullie hebben anders weinig gedaan om me terug te vinden.'
'Dat was ook tamelijk zinloos, nietwaar?'
'Wat weet jij daarvan? Je hebt het niet eens geprobeerd. En ik zal je eens wat zeggen. En jou ook, lieve tante Connie. Als die slechte, slechte man van je er niet was geweest, had ik 's nachts in de stationswachtkamer moeten zitten. Ja, kijk maar verbaasd, lieve mammie. Met zo'n buik vol vind je niet gemakkelijk een baantje. Ja, ik had naar een tehuis voor verdorven, ongehuwde moeders kunnen gaan, maar daar had ik niet zo'n trek in.' Ze schudde zo heftig haar hoofd dat haar schouders en buik meededen. 'Hoe dan ook, toen oom Jim een keer uit de nachttrein stapte zag hij me met een wazige blik uit de wachtkamer komen en hij heeft me hiernaartoe gebracht. Die door en door slechte man had medelijden met me en gaf me onderdak en eten.'
'Hij zal er wel iets voor teruggekregen hebben.'
'Dat denk jij graag, hè, ma?' zei Ada, die weer gekalmeerd was. 'Dan zou jij je beter voelen. Maar hij wilde niets van me. Hij heeft Phil al en die geeft hem alles wat hij nodig heeft. Maar ik zeg erbij dat ik niet geaarzeld zou hebben als hij het gevraagd had, en dat ik het nog altijd kan doen.' Ze keek met een vals lachje naar Constance. 'Hoor je dat, tante Connie. Ik kan het nog altijd doen en ik heb schijt aan jou en je politie.'
Constance had het gevoel dat alle bloed uit haar lichaam was weggevloeid op het moment dat ze het huis had betreden. Millies stem kwam van heel ver toen ze vroeg: 'En wat denk je te doen met het kind als het er eenmaal is?'
'Wat ik met het kind doe? Geen flikker. Ik wil het niet eens zien. Het gaat de weg van alle kinderen van de zonde. Zo noemen jullie ze toch, hè? Het wordt geadopteerd en aju paraplu.'