Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(7)

By:Catherine Cookson


'Nou goed dan, vertel jij maar verder,' zei Millie.

'Ik ken Chollerford,' zei Peter. 'Het ligt bij de brug met die mooie bogen, verderop aan de North Tyne.'

'Precies. We zijn er eens met zijn allen gaan picknicken, weet je nog? Jaren geleden, toen je bij ons logeerde in de vakantie.'

'Ja, dat weet ik nog,' zei Peter. 'Maar vertel verder over dat huis.'

'Nou, we gingen naar Humshaugh en toen door naar Barrasford. We namen een kijkje bij de forellenkwekerijen en ik moest Millie ervan weerhouden het veer te nemen.' Hij knikte naar zijn vrouw. 'Want als ze eenmaal aan boord was, zou ik haar daar niet meer af gekregen hebben. Ze is gek op het veer. Wark-on-Tyne sloegen we over. Daar was het net kermis, er was niet op de oever te komen. We wilden er eigenlijk stoppen voor een kop thee, maar we zijn doorgereden en stopten even voor Woodpark, vlak bij Lea Hall, je weet wel, maar aan deze kant van de rivier. En daar wilden we de benen even gaan strekken. We vonden een pad dat alsmaar klom en daalde tot het doodliep op de top van een heuvel...'

'Een lage berg eigenlijk!'

'Oké, jij je zin. Een lage berg.' Harry knikte naar Millie. 'Hoe dan ook, je kon er mijlenver uitkijken.'

'Hij zei dat hij vandaar de zee kon zien liggen, maar ik zag niets. Wat hij zag was gewoon de lucht. Je leek daar alleen maar de hemel te zien. Het was een groots uitzicht.' Ze zweeg even, maakte een handgebaar en zei toen: 'Enfin, vertel maar verder.'

'Ik dacht dat ik Northumberland door en door kende en het onder alle hoeken had bekeken,' ging Harry verder. 'Maar ik heb nog nooit zo'n uitzicht gezien als van die hoogte. Ik wist dat Shepherdshiel Moor naar het zuiden lag. Ik was die kant al uit geweest, maar vanaf dit punt zag het er heel anders uit. Je weet hoe woest de heide daar is, maar ik heb nog nooit zo'n prachtig stuk ongerept land gezien als de heide die daar beneden ons lag. Oké, oké, ik dwaal niet langer af.' Hij gebaarde naar Peter.

'Hoe dan ook, we liepen weer door en we kwamen niets tegen, helemaal niets. Je zag alleen de lucht, stenen en heuvels. Er liepen zelfs geen schapen, toch?'

'Nee,' zei Millie. 'Op een bepaald moment was ik zelfs een beetje bang dat we verdwaald waren. En toen...'

'En toen zagen jullie dat huis,' zei Peter, die lachend zijn hoofd achterover gooide.

'Precies, jongen. Toen zagen we dat huis. We stonden er ineens voor. We waren namelijk bij een pad gekomen. We zagen dat het gebruikt werd en we volgden het over een heuvel heen, en daar lag het. De zon scheen erop en de stenen muren leken wel roze in het felle licht. De Romeinse muur is van precies zulke stenen, misschien komen ze ook er wel uit, want hij ligt er niet ver vandaan. Hoe dan ook, tussen het huis en ons lag een glooiing en aan de overkant stond het huis, op een vlak terrein van steen. We waren er bijna niet naartoe gegaan, omdat we eerst dachten dat er iemand zou wonen. Maar toen vloog er een kraai op uit de schoorsteen, wat een bewijs was dat er al een hele tijd geen vuur had gebrand.'

'Maar hij klopte toch aan.' Millie trok een gezicht tegen haar man.

'Ik wilde er gewoon zeker van zijn,' zei Harry. 'Ik kon me tenslotte vergissen. Toen er niemand kwam, deden we een paar stappen achteruit en toen zeiden we ineens allebei, echt waar, Connie,' knikte Harry tegen haar, 'wat zou Connie dit prachtig vinden. Ik begreep er niets van, want ik dacht op dat moment helemaal niet aan jou. En Millie zei precies hetzelfde; dat ze ook niet aan jou had gedacht. Hoe dan ook, we gluurden door een van de ramen. Degene die het heeft gebouwd is zijn tijd ver vooruit geweest, want die ramen waren gemaakt als de omlijsting van een uitzicht. De vloer was van brede planken, je kent het wel, en voor zover we konden zien waren de muren niet gepleisterd. Ze waren even kaal als de buitenmuren. En helemaal achterin had je een keuken, een woonkeuken, denk ik, ongeveer zo groot als deze kamer. Echt waar.' Nu knikte hij naar Jim, die hem zat aan te kijken. 'Er was een oude, beroete open haard, met een haak die uit de schoorsteen hing.'

'En dat alles deed jullie aan mij denken?' Lachend gaf Constance Harry een kop thee.

'Ja, het is grappig, Connie, maar ik zag jou er al wonen. En ik zei al dat Millie dat ook vond. We wisten meteen wat jij met dat huis zou doen. Met jouw gevoel voor inrichting.'

'Een oude boerderij met een haak die uit de schoorsteen hangt. Harry, toch!' Constance schudde spottend haar hoofd tegen hem.

'Als je het zou zien, zou je meteen begrijpen wat ik bedoel.'

'Vertel haar maar wat er toen gebeurde,' kwam Millie tussenbeide.

'O, ja. Nou, we liepen achterom en mevrouw kreeg ineens dringend hoge nood.' Lachend knikte hij in de richting van Millie. 'En achter een erf van grote platte stenen stonden een paar houten hokjes helemaal achter in een verwilderde tuin en ze liep naar een ervan. Er bleken kolen en hout in te liggen. Dus deed ze de deur van het volgende hokje open, net Goudhaartje en de drie beren, weet je.' Zijn hoofd schudde nu van de pret. 'Maar ook daar had ze geen geluk. Er waren nog twee deuren.' Hij hield twee vingers op en sprak nog alleen tegen Peter. 'Ze doet de derde deur open en rang! ze geeft een gil waarvan ik bijna een hartstilstand kreeg. Ik beken dat ik me ook een hoedje schrok toen die vent ineens uit dat hokje kwam. Hij was minstens een meter negentig, had een stierennek en een gezicht van dezelfde steen als het huis. Ik zou hem liever niet tegenkomen in het donker, maar hij nam ons onverwacht de wind uit de zeilen door doodkalm te zeggen, alsof hij ons verwacht had: "Hallo. Kan ik iets voor u doen?'"