Kathy nam vervolgens met een hartelijke kus afscheid van haar moeder en Hannah. Florence zei: 'Tot ziens, liefje, pas goed op jezelf.' Hannah zei: 'Geef ze een goeie harde schop onder hun kont van mij.'
Met een glimlach streek Kathy teder langs Hannahs wang. Ze draaide zich om naar Sean, die op haar stond te wachten en lachend een arm om haar schouder sloeg: 'Kom, ik breng je even naar buiten.'
Constance stak haar hand uit naar Florence en zei: 'Het was een heerlijke avond. Ik geloof niet dat ik ooit zo zalig heb gegeten.' Florence nam het compliment in ontvangst alsof ze nooit iets anders hoorde en zei kalm: 'Dank u, mevrouw Stapleton. Ik... we hebben allemaal erg genoten van uw gezelschap.' Ze neeg haar hoofd naar Peter en toen naar Jim. Peter gaf haar een hand en zei: 'Ik ook. Ik heb heel erg genoten van deze avond.' Zijn gezichtsuitdrukking zette zijn woorden geen kracht bij.
Vervolgens was Jim aan de beurt. 'Tot ziens, mevrouw O'Connor,' zei hij glimlachend. 'Ik kan alleen maar herhalen wat ik al eerder heb gezegd; dat was een prachtig onthaal.' Zijn houding was nu een tikje neerbuigend en Florence knikte zwijgend. Hannah schudde lachend Constance' hand: 'We staan handen te schudden alsof een van ons op wereldreis gaat, terwijl we morgen bij wijze van spreken weer over de muur staan te kletsen.' Ze ging naar Jim toe, maar gaf hem geen hand en zei: 'U bent morgen zeker weer weg, meneer? U houdt niet zo van de verlatenheid. Want u vindt u het hier te eenzaam, hè?'
'Nou, zo erg is het ook weer niet.' Hij zei het koeltjes. 'Maar eerlijk is eerlijk, ik ben liever in de stad.'
'Ja, dat dacht ik al. Dat had ik al gedacht.'
Ze liepen allemaal naar de buitendeur. Hannah, die naast Peter liep, hield hem aan zijn arm tegen en toen de anderen haar niet meer konden horen, zei ze gedempt: 'Ik heb je nog niet bedankt voor de lift van gisteravond.'
Peter keek een beetje onthutst en begon: 'O, dat hoeft niet.' Maar ze keek hem met haar fonkelende oogjes scheef aan, wapperde met haar hand vlak voor zijn gezicht en gniffelde: 'O, ik ben zo'n verdorven mens. Wist je dat ik een verdorven mens was?'
'Ik zou u graag geloven,' zei Peter galant, 'maar ik het kan het niet. Sorry.'
Hannah staarde hem aan. 'Je bent net je moeder, precies haar. Je lijkt in alles op haar.'
'Fijn dat je dat vindt, Hannah.'
'Ja, dat vind ik. Echt waar. Kom, ga nu maar.' Ze gaf hem een duw, alsof hij een van haar eigen jongens was.
Toen ze buiten stonden, vroeg Florence: 'Hebt u iets om u bij te lichten, of wilt u de stormlamp?'
'Dank u,' zei Constance. 'We hebben twee zaklampen. Jij hebt de jouwe toch bij je, Peter?'
'Ja, mam.' Hij knipte de lantaarn aan en zag zijn vader al halverwege het erf lopen.
Ze namen nog eens afscheid en volgden hem.
Een paar minuten later zei Sean, toen hij de keuken binnen kwam: 'Raar, hoor. Ik liep net langs de muur en zag hem vooroplopen alsof de duivel hem op de hielen zat. Zij en de jongen liepen een heel eind achter hem. Ze kunnen toch nog geen ruzie hebben gemaakt?'
'Dat hadden ze al,' zei Florence.
'Wat bedoel je?'
'De jongen en hij, toen hij ineens Kathy wilde wegbrengen.' Florence keek naar Hannah, die met opgetrokken rok met haar rug naar de haard de binnenkant van haar knieën stond te warmen. 'Heb jij het ook gemerkt?'
'Ja, en het deed me denken aan wat onze Vin gisteravond nog zei, dat er geen liefde was tussen die vader en die zoon. Er klopt iets niet. Hoe vaker ik hem zie, hoe minder ik hem mag. Ik heb het gevoel dat hij geen haartje beter is dan ik, ook al schrijft hij boeken. Maar haar vind ik wel erg aardig. Begrijp je wat ik bedoel?'
'Ja, ik begrijp het, Hannah.'
'Ik zou voor geen goud in haar schoenen willen staan.' Ze praatten met elkaar alsof Sean niet bestond en hij liet zich ineens gelden door te zeggen: 'O, jullie moeten ook niet overdrijven. De man is gewoon een stads type en daarom kunnen mensen zoals wij hem niet begrijpen.' Hij wreef langs zijn kin. 'Maar zoals je zei, was die woordenwisseling van ze toch wel vreemd.' Hij keek naar Florence. 'Denk je dat hij een oogje heeft op onze Kathy? De jongen, bedoel ik. Mijn god! De jongen bedoel ik natuurlijk.' Hij lachte uitbundig en Florence antwoordde: 'O, nee, geen sprake van. Daar heeft hij de tijd nog niet voor gehad.'
'Ach mens, je weet wel beter.' Sean zei het glimlachend, pakte een tabakszak van de schoorsteenmantel, ging zitten en legde zijn voeten op een kistje dat naast de haard stond. Hij keek weer naar Florence. 'Hoe dan ook, je hebt ze laten zien hoe het hoorde en ze waren erg onder de indruk. Ja, dat waren ze. En wie niet? Dat was echt een feestmaal.' Hij klopte op zijn maag. Florence pakte een kandelaar met een half opgebrande kaars erin van het dressoir en zei: 'Nou, ik moest maar eens naar bed gaan. Ik ben doodop. Slaap lekker, Hannah.'
'Slaap lekker, Florence.'
'Slaap lekker, lieve.'
Florence O'Connor zocht haar slaapkamer op en liet de andere vrouw een tijdje alleen met haar man, zoals ze wel vaker deed na een dag als deze. Tenslotte had Hannah daar recht op. En het was alles wat ze nog had in deze fase van haar leven.