Florence zette op haar plaats aan de tafel een ham neer, die eruitzag als een stekelvarken. Hij was helemaal bedekt met stukjes gebakken ananas, vastgeprikt op schijfjes sinaasappel. Jim prees het gerecht uitbundig. De neerbuigendheid onder het dunne laagje vernis van zijn opgewektheid was even helemaal verdwenen en hij zei: 'Dat ziet er prachtig uit! Ik heb nog nooit een ham gezien die op die manier bereid is.'
'Wacht maar tot u hem geproefd hebt,' riep Hannah. 'Florence' vruchtenham is uniek.'
'Stil nu maar, Hannah. Haal liever de groenten.'
Terwijl Florence en Sean het vlees aansneden, ging Vincent rond om de glazen te vullen uit een fles zonder etiket. Bij Constance gekomen, zei hij: 'Het is perzik. Mijn moeder heeft het zelf gemaakt.'
Ze proefde en zei: 'Het is zalig. En heel sterk.'
'Ja, behoorlijk,' beaamde Sean, die een bord doorgaf en riep: 'Hou je van vulling, Peter?'
'Nou en of,' riep Peter terug. Sean boog zich nu naar Constance en vertelde: 'De boom waar ze aan groeiden moet een jaar of vijftig oud zijn. Het is trouwens een wonder dat hij hier heeft kunnen gedijen. Hij staat mooi in de beschutting in die hoek van twee muren en in heel goede grond. Hij krijgt ook heel veel zon. Die perziken zijn ook een wonder. En de wijn die ze geven is een puik middel tegen de zenuwen en verwarmt het hart.'
Constance was het eens met alles wat Sean zei, want ineens voelde ze zich volmaakt ontspannen. Ze kon naar Vincent kijken zonder dat haar maag samentrok. Ze kon zelfs naar Jim kijken, die aan het andere van de tafel voor veel vermaak zorgde. Ze dacht er niet aan, zoals ze had gedaan toen ze hem hoorde orakelen over smeedijzeren staande lampen, wat ze zouden zeggen als ze wisten wat hij van hen dacht. Hij had het haar luidkeels verkondigd, even voordat ze naar beneden gingen: waarom moesten ze in godsnaam naar die krotten van dat stelletje zigeuners? Zo dacht hij over de O'Connors, nog zonder dat hij op de hoogte was van Hannahs rol in het gezin of van Vins bekentenis. Ze moest niet denken aan zijn reactie als hij dat ontdekte. Van haar zou hij het in elk geval niet te horen krijgen, en Peter zou ook zwijgen over wat hij wist.
Na het hoofdgerecht volgde er appeltaart met een hemels korst-deeg, en dikke klodders verse room.
Daarna stond Florence op en vroeg met de hoffelijkheid van een grootsteedse gastvrouw: 'Zullen we de koffie gebruiken in de salon?'
Ze was nauwelijks uitgesproken of Hannah brulde: 'Nee, jullie niet! Jullie blijven hier om te helpen met de afwas, de jongens net zo goed!'
De jongens sputterden tegen en tetterden onder elkaar, terwijl de volwassenen opstonden en Florence volgden door een van de deuren onder de trap naar 'de salon'. Het vertrek nam de hele benedenverdieping van een van de huisjes in beslag. Constance vond het een prachtig voorbeeld van een Victoriaanse zitkamer, of salon, zoals Florence het terecht noemde. Er stonden een canapé van kunstig ingelegd hout en met een verschoten bruine bekleding, en twee bijpassende fauteuils; een klepbank met maar één leuning, op wankele poten en met een bekleding die ooit rood geweest moest zijn. In het midden van de kamer stond een ronde tafel met klauwpoten. In een van de hoeken stond een piano met een klankkast van sierzaagwerk. Daartegenover stond, eveneens dwars op de muur, een pronkkast die tot de nok toe was gevuld met wat Constance herkende als Coalportporselein. Naast het raam stond een zwaar en uitbundig bewerkt dressoir. Aan beide uiteinden ervan prijkten ornamenten van kristal, die fonkelden in het licht van de lamp die ertussen stond. In het midden van de ronde tafel stond nog een lamp, met een rond roze oliebakje op een slanke steel. De vloer was kamerbreed bedekt met een tot op de draad versleten Wilton-tapijt. De open haard was, net als die in de Hall, van ruwe steen. De haardrand was van opengewerkt koper en had een smeedijzeren bodem. Het geheel werd gecompleteerd met een blad met doorschijnende, overwegend Coalport kop- en schotels, op een bijzettafel tegenover de canapé.
Toen iedereen was gaan zitten, behalve Hannah en Kathy die niet waren meegekomen, viel er de gebruikelijke ongemakkelijke stilte, die Jim doorbrak door te zeggen: 'Het enige waar ik nu nog zin in heb is achterover leunen en een sigaret roken. Wat mijn manier is om te zeggen dat ik heel erg heb genoten van dat heerlijke maal.'
Hij boog het hoofd naar Florence, die zijn glimlach beantwoordde. Sean zei: 'In de hele streek vind je geen betere kokkin dan mijn vrouw.' Hij knikte haar toe.
'Hebt u veel varkens, meneer O'Connor?' wilde Peter weten.
Sean draaide zich helemaal om in zijn stoel om hem te kunnen aankijken: 'Zo veel als tien zeugen me in een jaar willen geven, jongen.'
'We zagen een grote kudde schapen toen we gisteren hierheen kwamen. Ze liepen bij Allerybank Moor,' zei Constance. 'Ze hadden zulke sierlijke koppen en poten. Ik heb nog nooit zulke schapen gezien.'
'Ja. Dat zijn Schotse halfbloeden en die hebben inderdaad mooie koppen en poten. Ik heb zwartkoppen. Er zijn geen betere schapen. Ze kunnen tegen hagel, sneeuw en overstromingen. Ze winnen altijd prijzen op de Royal Highland Show... Bent u ooit naar de Royal Highland Show geweest, mevrouw Stapleton?'