'Daar ben ik weer.' Peter bracht de suikerpot mee. 'Gebruikt u suiker, meneer O'Connor?'
'Nee, dank je.'
'Net als mijn moeder, die wil ook geen suiker. Ik vind het net vergif als het niet zoet is.' Hij gaf zijn moeder een kop aan en keek nu pas naar haar gezicht. Hij keek ook naar Vincent toen hij hem zijn kop aanreikte, en zei: 'Ik hoop dat u hem niet te sterk vindt.' Intussen dacht hij: wat hebben ze? Ze zijn zo gespannen.
De koffie was bijna kokend heet, maar Vincent dronk hem, staande, meteen op. Hij zette de kop-en-schotel weer op het blad en zei: 'Ik ga maar weer, als u het niet erg vindt.'
Constance stond sprakeloos op en Vincent zei tegen Peter: 'Bedankt voor al je hulp van vanavond. Ik weet niet wat er gebeurd zou zijn als jij haar niet gevonden had. Ze neemt anders nooit die weg.'
Peter maakte een stoer hoofdgebaar om aan te geven dat het niets voorstelde.
'Goedenavond.' Hij keek naar Constance, die terugkeek en ook 'goedenavond' zei. Zodra hij weg was en de deur zachtjes achter zich had dichtgedaan, ging ze op de bank zitten en zei: 'Geef me eens een beetje cognac, Peter. Wil je?'
'Cognac? Voel je je flauw?'
'Een beetje, ja.'
Toen hij terugkwam met de cognac, knielde hij naast de bank, bracht het glas naar haar lippen en vroeg: 'Je ziet lijkbleek. Wat is er? Iets wat hij je verteld heeft over Hannah?'
'O, nee... Of misschien toch. Het... was een hele schok.'
'O, god! Mam, doe niet zo preuts. Luister, je blijft toch wel... naar beneden gaan?' Hij leek er erg op gebrand dat ze het bleef doen.
'Natuurlijk,' knikte ze.
'Weet je.' Hij wendde zijn blik af. 'Weet je, vreemd genoeg maakt het mij geen bal uit. Helemaal niets. Ik bedoel dat Sean O'Connor twee vrouwen heeft.'
Dat was alles bij elkaar genomen vreemd. Want verafschuwde hij zijn vader niet vanwege hetzelfde? Hoewel er een verschil was: meneer O'Connors zwakheid betrof een vrouw, niet minderjarige meisjes.
'Wat zei je?'
'Niets. Niets. Ik praatte tegen mezelf.'
Ze kwam overeind en dronk het bodempje cognac op. Ze besefte dat ze de woorden van Vincent O'Connor voor zich uit had gepreveld, maar Peter had haar niet verstaan. Ze keek om naar de schoorsteenmantel met het houten beeldje. Plotseling voelde ze zich ziek en bang, heel bang. Het was een nieuw soort angst. En het had niets te maken met Vincent O'Connors bekentenis dat hij iemand had gedood.
Deel 2
1
Een week later vierden de O'Connors de aanleg van elektriciteit in huis. Het stelde nog niet veel voor, één kale peer aan een haak in de post van de keukendeur. Toch was het voor hen even opwindend alsof er midden op hun erf een oliebron was gevonden.
Vincent kwam uit de schuur waar hij de generator had geïnstalleerd. Hij veegde zijn handen af aan een oude lap en tuurde over het erf, naar zijn vader die de Duchess naar de koeienstal leidde om haar te melken. De jongens waren her en der op het erf bezig met hun taken: Joseph deed de kippen, Davie hakte hout en Michael voerde spoeling aan de varkens. Kathy en Moira hielpen binnen om alles klaar te zetten voor de high tea. Het werd een groots maal. Niet alleen vanwege de elektriciteit, maar ook om de mensen van daarboven te laten proeven hoe heerlijk Northumberlandboter was.
Vincent liep naar zijn werkplaats en wierp het vod op de werkbank. Hij ging op een kruk zitten, pakte een mes en begon uit gewoonte een stuk hout te besnijden. Na een tijdje vielen zijn handen stil en staarde hij ernaar. Hij zou zich moeten verkleden, veronderstelde hij. Zijn moeder verwachtte dat van hem. Maar wat verwachtte... zij van boven? Niets. Helemaal niets. Haar kon het niet schelen hoe hij gekleed ging. Waarom had hij het haar verteld? Ze konden het goed samen vinden. Ze zouden algauw met elkaar hebben kunnen praten, hij met haar tenminste. Zij leek er geen moeite mee te hebben om met mensen te praten, maar met hem zou ze nu wel moeite hebben. Waarom was hij nog niet naar boven gegaan om het uit te leggen? Hij had er de hele week de tijd voor gehad.
Waarom had hij het in godsnaam nodig gevonden het haar te vertellen? Niemand zou dat hebben kunnen verteren, zo pal boven op dat andere verhaal. Ach, wat gaf het ook? Hij gaf het onbewerkte stuk hout een ruwe zet waardoor het over de werkbank tegen de polijstmachine vloog. Het was maar beter zo. Hij had het zaad in de kiem gesmoord. Hij leek wel gek, hij was de laatste maand stapelgek geweest. God, had ze dat huis maar nooit ontdekt. En nu zou ze waarschijnlijk weinig zin meer hebben in haar buren en het was meer dan waarschijnlijk dat ze voor de winter weer zou terugkeren naar de stad. Het zou hem ook niets verbazen als ze het huis het volgende voorjaar weer te koop zou zetten. En dat was voor iedereen het beste.
Hij keek zijn werkplaats rond en bewonderde de nieuwe machines. Er was een tijd geweest dat hij weg had kunnen gaan, maar nu was het te laat. Met de verkoop van het huis had hij zichzelf meer dan ooit geketend, want nu verwachtten ze niet alleen van hem dat hij hen onderhield, maar ook nog dat hij hen rijk zou maken. Hij slaakte een zucht en de spanning trok uit hem weg. Rijk. Als hij vijftien pond in de week kon verdienen voelden zij zich al rijk. Ze waren met weinig tevreden en tot een paar weken geleden was hij dat ook. Maar nu... Hij sprong overeind.