Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(48)

By:Catherine Cookson


Ze zei zachtjes: 'U... hoeft echt niet alles uit te leggen. Het is prima zo, meneer... meneer O'Connor.'

Hij keek haar zo lang strak aan dat ze er verlegen van werd en toen zei hij nors: 'Ik heb nog helemaal niets uitgelegd. Ik ben nog niet aan Hannah toegekomen. Florence verloor haar eerste kind. Ze moest het laten weghalen en daarna kreeg ze te horen dat ze nooit andere kinderen zou kunnen krijgen. Ze was erg ziek toen. Daarom liet mijn vader een ver familielid van hem overkomen uit Ierland, Hannah Kerry. Florence en zij konden het erg goed met elkaar vinden, maar Florence... en mijn vader bleven verlangen naar kinderen. En of het opzet was of niet, dat weet ik niet, maar hij kon het heel goed vinden met Hannah.' Hij keek even weg. 'En ze verwekten mij.'

Hij liet zijn handen tussen zijn knieën bungelen. 'Bij mijn geboorte eiste Florence één ding: ik moest hun naam krijgen en ik moest haar als mijn moeder beschouwen... Toen kwam Kevin en... Ik vermoed dat Florence toen in opstand kwam, want Hannah vertrok naar Ierland en kwam tien jaar later pas weer terug. Daarna begon het allemaal weer opnieuw. Ik denk dat Florence intussen wijzer was geworden. Dat is de enige verklaring die ik heb voor het feit dat ze de situatie toen accepteerde. De rest weet u...' Hij gebaarde naar het raam. 'De resultaten kunt u daar zien ravotten. Merkwaardig genoeg zijn ze allemaal gelukkig. Ik denk niet dat er in de hele streek een blijer gezin te vinden is.' Hij zweeg, schudde licht zijn hoofd en vroeg: 'Gelooft u me niet?'

'O, ja. Jawel. Dat... trof me direct toen ik u, ik bedoel de familie, voor het eerst zag. Jullie zagen er allemaal heel gelukkig uit. Nou ja, zeker ongedwongen.'

'Ze zijn inderdaad ongedwongen.'

'Weten de kinderen het?'

'Ja, het werd ze al verteld toen ze nog heel klein waren en ze vinden het heel gewoon. Gek genoeg zien ze allemaal Florence als hun moeder. Voor Kevin en mij ligt het anders, Florence heeft ons alleen opgevoed. Maar wij hebben de situatie ook geaccepteerd, want we houden van Hannah. We houden allemaal van Hannah, en dat weet ze... Maar soms, zoals vandaag, is dat niet genoeg voor haar en dan is er alleen maar iemand zoals kapelaan Shelley nodig om de bom te laten barsten. Een jaar of twee geleden heeft hij haar ook eens in het nauw gedreven en toen is hetzelfde gebeurd. Ze gaat al jaren niet meer naar de kerk, mijn vader en ik ook niet. Kevin is wel blijven gaan en de kinderen zitten op een katholieke school. Ik heb geen tijd voor het geklets van priesters en al helemaal niet als ik zie wat voor effect het heeft op Hannah. Hoewel ze beweert dat God en geestelijken haar niets doen. Maar als ze haar zo aanpakken gaat haar geweten knagen. Meestal is het pastoor Bateman die huisbezoeken aflegt, en die is nooit onaardig tegen haar. Maar Shelley is geen moderne geestelijke, hij wil terug naar de tijd van de inquisitie.'

Hij was uitgepraat en zij wist niet wat ze moest zeggen, zodat het een hele tijd stil bleef. Tot haar opluchting riep Peter toen uit de keuken: 'Zal ik koffie inschenken, mam?'

Ze riep terug: 'Ja, graag Peter. En ook een voor meneer O'Connor.'

'Zal... zal uw houding ten opzichte van hen niet veranderen?' Vincent wees uit het raam.

'Natuurlijk niet,' zei ze ernstig.

'Als u hier een tijd bent, zult u af en toe dingen opvangen.'

Nu glimlachte ze voorzichtig. 'Ik denk van niet, niet hierboven.'

'U zult nog versteld staan. We hebben hier een tamtam die elke dorpskroeg bereikt. Alleen komen de boodschappen niet altijd helemaal goed over.'

Hij sprong overeind en liep naar de schoorsteenmantel. Hij legde een elleboog op de richel, zette een voet op de verhoging en keek naar zijn houtsnijwerk. Die houding was zo vanzelfsprekend dat hij waarschijnlijk al ontelbare keren zo had gestaan. Hij leek zo thuis dat het bijna gênant was. Constance keek naar de keuken en bad dat Peter gauw zou komen met de koffie. Terwijl hij naar het beeldje keek zei Vince: 'Er is nog iets wat u moet weten. Als... ik het u niet zelf vertel hoort u het van een ander. Via de tamtam, aan de kar van de kruidenier of op de markt. Misschien zelfs van een wandelaar. U zou de vraag kunnen krijgen: 'Waar woont die grote kerel met dat harde gezicht, die iemand vermoord heeft?'

Als reactie op die schokkende mededeling hapte ze ontsteld naar adem en haar hart bonkte tegen haar ribben. Hij stond nog altijd in diezelfde nonchalante houding, maar hij keek in haar richting en zei zachtjes: 'Die vraag kan u krijgen, hij is al eerder gesteld. De tijd schijnt geen rol te spelen.' Hij liet zijn arm zakken en zette zijn voet op het tapijt en draaide zich helemaal naar haar toe. 'Ik heb gezeten omdat ik iemand heb gedood.'

Haar vingers klauwden krampachtig in de stof van haar jurk. Op dat moment kwam Peter uit de keuken met een dienblad met drie koppen koffie erop. Hij had zijn badjas aan, zijn haren waren nat en zijn opgewekte gezicht leek aandoenlijk jong. Hij zei: 'Wat was dat heerlijk... O, ik ben de suiker vergeten.' Hij zette het blad neer bij de bank en ging terug naar de keuken. Toen hij weg was, deed Vincent O'Connor een stap naar voren, boog zich naar haar toe en zei gedempt: 'Wees nu alstublieft niet bang voor me, daar is geen enkele reden voor. Ik vond alleen... dat u het beter maar kon weten. Ik leg het... een andere keer wel uit.'