Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(4)

By:Catherine Cookson


'O,' Peter sloeg zijn ogen even neer. Vervolgens keek hij naar Constance en zei: 'Mama...' Constance keek hem meteen scherp aan. Hij wierp een steelse blik naar zijn vader, die met zijn rug naar het grote raam toe stond en voegde eraan toe:'... en papa hebben een auto voor me gekocht.'

'Een auto?'

'Het is maar een tweedehandsje.' Constance knikte kort naar Harry.

'Maar waar laat je nog een auto, met al twee wagens in de garage? Goede god, nog een auto!' Harry's stem klonk schril.

'O, ik parkeer hem naast de flat, oom. Hij mag best nat worden. Het is niet zo'n grote wagen, maar... hij is wel van mij. Ik wilde er graag zelf een, begrijpt u?'

'Drie wagens.' Harry Stapleton keek eerst naar zijn broer, vervolgens naar zijn neef en ten slotte naar zijn schoonzus en zei kortaf: 'Je bent knettergek, Connie. Je bent gewoon stapel-, knettergek.'

Die opmerking kon worden opgevat als kritiek óf als grap. Millie en Peter kozen voor het laatste en begonnen te lachen. Jim beschouwde het blijkbaar als kritiek, want zijn gezicht verstrakte terwijl hij naar zijn broer keek. Harry leek het niet te merken. Hij trok een stoel vlak voor Peter en zei: 'Nu wil ik alles weten. De universiteit. Heb je al een besluit genomen? Wat gaat het worden?'

'O,' Peter wreef langs zijn kin. 'Uiteindelijk wil ik microbiologie gaan studeren. Ik heb het advies gekregen om eerst een algemene opleiding wetenschappen te doen, met scheikunde en biologie.'

'Dat is goed,' knikte Harry.

'Als ik helemaal klaar ben, kan ik terecht in de industrie, of in de agro-industrie, en zelfs in de geneeskunde.' Hij glimlachte tegen Harry. 'Want microbiologen worden veel gevraagd bij de National Health Service.'

'Een uitstekende keuze. Zo hoef je niet je hele leven vast te zitten aan dezelfde baan.' Er klonk een lichte verbittering in Harry's stem.

Harry was op zijn veertiende begonnen in de mijnen en al vanaf dag één had hij ernaar gesnakt om iets anders te kunnen doen. Dat was hem gelukt toen hij in 1943 bij het leger ging. Toen de oorlog was afgelopen haalde hij bij het leger een diploma waarmee hij zich kon inschrijven voor de onderwijzersopleiding. Hij werd onderwijzer. In het begin vond hij het niet erg dat zijn leerlingen de schoffies uit de achterbuurten van Newcastle waren. Hij was tenminste weg uit de mijnen, hij was weg bij het leger, en hij gaf les. Hij had status. Bovendien was hij de enige in de familie die iets had bereikt. In die periode stond zijn oudere broer Ben de hele dag rauw vlees te snijden, terwijl Jim helemaal niets presteerde. Schrijver, dat wilde Jim worden, en intussen redde hij zich wonderwel, terend op de zak van anderen ondanks zijn ongeschiktheid voor de meeste baantjes. En ineens, het leek wel van de ene dag op de andere, was Jim een echte schrijver geworden. Hij schreef een boek over al die dingen die hij, Harry, altijd al in zijn hoofd had gehad, behalve de passages over seks, waar Jim behoorlijk scheutig mee was geweest. Jim had de Tyne, het decor van zijn jeugd, gebruikt als uitgangspunt voor zijn verhaal. De rivier fungeerde als achtergrond. Met de rijbrugkranen langs zijn oevers, met de schepen, de fabrieken en werven, de mooie reeks bruggen stroomopwaarts. Hij had die bruggen een leven gegeven. Een ervan had hij gebruikt voor de climax van zijn verhaal: de hoofdpersoon zat, voordat hij in de rivier sprong, schrijlings op een van de steunbalken.

Van de ene op de andere dag was zijn broer Jim bekend geworden. Binnen een maand nadat het boek was uitgekomen, kende hij Stanhope Street niet meer. Hij verhuisde naar Londen en stuurde zijn moeder vijftig pond. Ze deed of het er vijfduizend waren. Vijftig pond voor de vierentwintig jaren dat ze hem had onderhouden. Ze gaf een groot feest toen bekend werd dat zijn boek verfilmd zou worden. Er kwamen tientallen mensen uit Barrack Road en Gallowgate. Omdat ze niet allemaal naar binnen konden, zette ze grote tafels op straat en ze stak zichzelf voor jaren in de schulden.

Vervolgens had zijn broer Jim weer geluk gehad. Hij trouwde met de enige dochter van zijn uitgever. Harry had wel begrepen dat niet iedereen, in het bijzonder de uitgever zelf, daar blij mee was. Maar Jims geluk bleef duren, want de uitgever stierf een half jaar na het huwelijk van zijn dochter, waardoor Jim een rijke vrouw kreeg.

Harry wist nog precies wanneer hij Connie voor het eerst had gezien. Het was toen Jim was overgekomen voor de begrafenis van hun moeder. Hij herinnerde zich tot op de dag van vandaag zijn eerste indruk van haar toen ze naast zijn broer in het armoedige voorkamertje stond. Hij had toen gevonden dat ze leek op een raspaard dat voor een sleperskar werd gespannen, en in de daaropvolgende jaren was zijn mening niet veranderd.

Zijn gedachtestroom werd onderbroken toen Millie aan Constance vroeg: 'Komen Ben en Susan ook?' Constance antwoordde: 'Ja, maar niet voor zessen. Hij kan niet eerder weg uit de winkel.'

'Ik wed tien pond tegen een penny dat ze rond zeven uur weer weg zijn. Wat is jouw inzet?' Harry leunde over naar Connie. Hij glimlachte weer.