Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(37)

By:Catherine Cookson


'Dat zal nu niet helpen.'

'Waar is hij... Peter?'

'In de zitkamer. Hij is verschrikkelijk boos.'

'Dat is geen bewijs voor zijn onschuld.' Hij deed de deur open, stond nog even stil en vroeg: 'Denk je dat ze op geld uit is? Want ze is een op geld beluste teef.'

'Ik denk dat ze hem wil. Millie zei dat ze altijd al een oogje op hem heeft had.'

'Het is niet waar!' Zijn mond viel open. 'Krijg nou wat. En dit is de manier om hem te vangen. Die truc is niet nieuw, hoor. Het gebeurt al eeuwen. Maar als hij het met haar heeft gedaan, heeft hij geen poot om op te staan.'

'Hij heeft het niet met haar gedaan,' snauwde ze en hij zei: 'Oké, oké. Al goed. Jij je zin. Jij weet het beter. Ja, hoor.'

Nog voordat ze het trapje naar de werkkamer waren af gedaald ging de bel en ze keken elkaar aan. Jim rechtte zijn schouders, knoopte zijn jasje dicht en marcheerde naar de voordeur. Voor de tweede keer in korte tijd deed hij de deur open voor zijn broer, zijn schoonzus en... Ada.

Jim Stapleton was altijd stiekem bang geweest voor zijn broer. Harry wist te veel van hem; hij kende al zijn zwakke plekken. Hij had al vanaf het begin de intellectuele façade doorgeprikt, en dat alleen al was onvergeeflijk. En dan was er ook nog zijn andere zwakte, waar Harry vast en zeker van op de hoogte was. Maar in dit geval was Harry hem niet langer de baas. Hij gedroeg zich wel als de woedende vader, maar anderzijds was hij gewoon een man in shock. Jims triomf nam de vorm van superioriteit aan. Hij vergat zelfs even dat het om zijn eigen zoon ging, maar ook als hij daar wel aan had gedacht zou dat zijn houding niet hebben veranderd. Want hij verkneukelde zich. Zijn zoon was een verwaande kwast en dit soort situaties zette verwaande kwasten weer op hun plaats. Des te beter, als hij met Ada zou moeten trouwen. Dan was hij tenminste het huis uit en weg bij zijn moeder. Hij had altijd het gevoel gehad dat hij zijn vrouw beter aangekund zou hebben als zijn zoon niet op de achtergrond was geweest.

'Nou!' gromde Harry, en zijn ogen gingen van zijn broer naar Constance. Zijn kin beefde even, alsof hij op het punt stond in tranen uit te barsten. 'Waar is hij?'

'Harry. Kom eerst even in de werkkamer om erover te praten en...'

'Moet je goed luisteren, Connie.' Harry's stem klonk als een zweepslag. 'Ik praat maar met één bepaald persoon. Die ene persoon kom ik aanspreken op zijn gedrag. Die ene persoon. Waar is hij?'

'In de zitkamer.'

Harry stapte langs Constance en zijn broer en duwde de deur naar de zitkamer open. Constance keek van Millies gezwollen gezicht naar dat van Ada. Ada keek haar zo uitdagend aan dat ze de aanvechting kreeg om haar bij de schouders te grijpen en haar hoofd tegen de muur te bonken om al die leugens uit haar te slaan. Maar toen dacht ze aan Peters reactie toen ze hem verteld had dat Harry en Millie zondag op visite zouden komen. Hij had gevraagd of Ada zou meekomen en ze herinnerde zich hoe hij had gekeken toen ze die vraag ontkennend beantwoordde.

Gebrul uit de woonkamer joeg haar over de drempel en ze zag hoe Harry vlak voor Peter tegen hem stond te schreeuwen: 'Je bent een achterbakse, gore...!'

Peter stopte de woordenvloed van zijn oom met een duw die hem bijna achterover liet vallen en die hem zo verraste dat hij stilhield.

'Heb niet het lef me voor goor uit te maken... of hoe je me ook maar had willen noemen. Bewaar die woorden maar voor je dochter.' Hij keek woedend naar de overkant van de kamer waar Ada en haar moeder stonden en hij koos precies de voor die situatie gepaste woorden: 'Je zult me dit niet in de schoenen schuiven, liederlijke teef.'

Harry sprong naar hem toe, maar Jim pakte hem bij de schouder en zei dwingend: 'Laat dat. Hou op. Ga zitten. Ga zitten en bedaar. Dit zal een hele klus worden.'

'Dat wordt het helemaal niet.' Iedereen keek naar Peter. 'Ze liegt. Ze is een vuile, gemene leugenaar.'

'Ik waarschuw je!'

Weer hield Jim Harry tegen en blafte tegen Peter: 'Zitten jij! Ga zitten.'

Maar Peter bleef naast de zitbank staan, greep met witte knokkels de bekleding vast en keek zijn vader kwaad aan. 'Heb je gehoord wat ik zei?'

'Ik heb het gehoord.' Jim tandenknarste bij de toon waarop hij het zei deed, maar omdat hij zich tot de hoofdzaken wilde beperken keek hij naar Constance en Millie en riep: 'Kom zitten. Kom hier.' Vervolgens zocht zijn blik Ada, die met een arm over haar borsten en met haar hand onder een oksel stond, en zei vriendelijk: 'Kom zitten, Ada.' Eindelijk zat iedereen, behalve Peter, maar zijn vader besteedde daar verder geen aandacht meer aan. Hij nam de leiding van het gesprek en zei hij: 'Nou, waar gaat dit allemaal over?'

Harry schoof heen en weer op zijn stoel, keek hem kwaad aan en zei: 'We hebben geen inleiding nodig, ze is zwanger.' Hij keek zijn dochter van terzijde aan, maar vermeed haar blik en zei terwijl hij naar haar wees: 'Ze is zwanger en ze zegt dat het van hem is.'

'Dat liegt ze,' zei Peter.