'Een voorschot van driehonderd pond, voor een boek dat pas over een jaar uitkomt. We hebben drieduizend pond per jaar nodig!'
Ze wendde zich van hem af en maakte bijna een luchtsprong toen hij schreeuwde: 'Val dood met je verdomde centen!' Ze kon die woorden bijna tegen haar achterhoofd voelen stuiteren en zelfs toen ze in haar slaapkamer kwam hoorde ze zijn stem nog. Ze keek nerveus rond. Het hele blok kon hem horen. De Thompsons beneden zouden elk woord kunnen verstaan.
Terwijl ze daar handenwringend stond betrapte ze zichzelf erop dat ze ernaar verlangde... weer daar te zijn. Het leven daar was zo anders. In dat huis kon ze het leven aan. Hier, waar hij haar bedolf onder de verwijten, had ze het gevoel dat ze elk moment gillend gek zou worden.
Een paar minuten later reed ze door de hoofdstraat naar Millies huis.
Toen Millie opendeed staarde ze haar even verbaasd aan en zei toen: 'Wat is er, meid. Je bent doodsbleek.' Ze liet Constance binnenkomen en vroeg: 'Wat is er aan de hand?'
'O, zoals altijd, Millie, geld. Hij denkt zeker dat het voor ons alleen wordt gedrukt.'
In de woonkamer gekomen zei Millie: 'Ga zitten. Ik schenk iets voor je in. Ik had je nog niet verwacht, omdat Jim zei dat je niet thuis was.' Ze ging naar de bijkeuken en Constance riep medelevend: 'Is er iets, Millie?' Het duurde even voordat ze antwoord kreeg.
'Ja, Connie. Er is inderdaad iets.'
'Is ze zwanger?' 'Ja.'
'Weet je dat zeker?'
'Ja. En dat is nog niet alles. Gisteravond is de hel losgebarsten. En dat heeft geduurd tot vanochtend vroeg.'
'Je bedoelt met Harry... Hij weet het?'
'Ja. En hij zal nooit meer dezelfde zijn. Ze wilde niet zeggen wie de vader is... tot vanochtend, vlak voor hij naar school ging.'
'Is... het iemand die jullie kennen? Iemand vanhier?'
Millie staarde als bevroren naar Constance, er was geen enkele beweging van haar handen, noch van haar hoofd. Die roerloosheid gaf Constance ineens een gevoel van misselijkheid, dat zo sterk werd dat ze bijna moest kokhalzen. Ze hoorde een inwendig stemmetje jammeren: 'Nee! Dat niet. O god! Dat niet.' Ze zag weer voor zich hoe Ada zich laatst in deze kamer op Jims schoot had geworpen.
Ze zagen nu beiden doodsbleek. Toen fluisterde Millie: 'Ik ben zo bang, Millie. Ik vrees dat hij hem wil vermoorden.'
Constance' inwendige stemmetje zei: 'O, god, deed hij dat maar.' Maar wat Millie daarna zei deed haar bijna van haar stoel vallen. Met open mond liet ze de woorden verbijsterd op zich inwerken. 'Die avond dat jullie hier waren, ging Harry naar haar kamer. Weet je nog? Toen ze platen draaide. En toen vond hij ze samen in bed. Hij heeft het me later pas verteld... Het spijt me, kind. Ik vind het zo erg. Dat uitgerekend hij... Ik neem hem niets kwalijk, echt niet.'
'Bedoel je... Bedoel je Peter?' Constance schreeuwde het bijna uit. 'Peter en Ada? Nee! Nee! Nee, Millie! Onmogelijk!'
Ze voelde een mengeling van opluchting en geschoktheid. Maar die schok kon ze de baas. Peter kon Ada niet luchten of zien. Ze stond op en riep: 'Ik geloof het niet, Millie, geen seconde! Hoor je me? Peter kan het niet zijn.'
'Ik denk van wel, Connie,' zei Millie rustig. 'Het spijt me, meid, maar ik denk van wel. Weet je, Ada is altijd al verkikkerd op hem geweest. Hij weet dat niet, maar het is wel zo... en tot voor kort had hij haar nooit enige aanmoediging gegeven. Maar je weet het nooit met jeugd. Ik zei toch dat Harry ze samen in bed gevonden heeft, en toen waren ze nog maar een paar minuten in haar kamer.'
'Ik geloof er niets van. Hoor je me, Millie. Ik geloof er niets van. Ik ga nu meteen Peter halen... meteen! Ik kom hier met hem
Millie streek met bevende handen haar schort glad en zei: 'Ik denk dat het verstandiger is om hem thuis te houden tot Harry komt, na schooltijd. Hij zou al rond etenstijd zijn gekomen als hij geen overblijfdienst had. En nog iets. Ik heb hem verteld dat ik dacht dat Peter nog steeds op vakantie is. Maar hij wilde toch komen.'
Terwijl Constance als een automaat naar de deur liep vroeg ze: 'Heeft ze met zoveel woorden gezegd dat hij het is?'
'Ja, Connie. Het spijt me. O kind, ik vind het zo vreselijk. Ik had liever gehad dat het een ander was, iedereen liever dan Peter. Hij is zo'n goeie knul. Ik kan hem niets kwalijk nemen, echt niet. Ik ken haar. Ze zou het nog met een kapstok doen als die een broek droeg. Ze is mijn eigen vlees en bloed, maar ze deugt niet. Maar dat krijg je er bij hem niet in. Hij is gek met haar. Ze windt hem om haar vinger, zoals ze dat met alle mannen doet. Connie, je weet wat ik sinds haar dertiende allemaal met haar heb meegemaakt. Ik heb nooit meer een dag rust gehad, maar ik heb altijd mooi weer moeten spelen vanwege hem. Zij is alles voor hem. Het zou anders zijn geweest als we er nog een hadden. Maar dat weet je wel. Dat weet je allemaal.'
'Toch geloof ik het niet, Millie.' Constance klonk kalmer, maar ook minder overtuigd. Ze herinnerde zich hoe Peter de avond voordien op Shekinah was geweest, en dat hij haar de indruk had gegeven dat hij ruzie had met Jim. En ze herinnerde zich ook de avond van zijn verjaardag, toen ze die naaktfoto's op zijn bed had gezien.