Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(34)

By:Catherine Cookson


'Echt waar?' Hij pakte het beeldje op, bekeek het aan alle kanten en zei: 'Ik heb weinig verstand van zulke dingen, maar het lijkt me prachtig gedaan. Het is met veel gevoel gemaakt.'

Ze keek hem aan. In tegenstelling tot haarzelf had de onverbloemde voorstelling van het natuurgebeuren hem niet geschokt.

Ze vroeg zachtjes: 'Heb je al eens een lammetje geboren zien worden?'

Hij keek haar van opzij aan: 'Nee, dit is de eerste keer.' Hij streek met zijn vinger over de rug van het zwoegende schaap. 'Goh, ik durf te wedden dat het vreselijk duur is als je het moet kopen. Het is een prachtig stuk. Die vent kan er wat van.'

'Ja, dat vind ik ook.'

'Dat zou je nooit zeggen als je hem zo ziet. Hoewel ik de indruk kreeg dat hij de boel hier runt, en niet zijn vader.'

'Ik denk dat je daar ook gelijk in hebt,' knikte ze. 'Ik vermoed dat werk en de oude niet goed bij elkaar passen.'

'Dat dacht ik ook al.' Ze grijnsden naar elkaar en toen vroeg hij: 'En het slapen hier, lukt dat een beetje?'

'Heerlijk,' zei ze. 'Je hoort hier helemaal niets.'

'Was je niet bang om alleen te zijn?'

'Na de eerste nacht niet meer. En de O'Connors hadden die nacht hun hond met zijn hok hier voor de deur gezet.'

'Wat attent van ze.' 'Ja, ze zijn allemaal heel attent.'

'Ik vind dat je tante Millie en oom Harry wel mag bedanken dat ze dit huis voor je hebben gevonden, en ook de O'Connors.'

'Ja, dat moet ik nog doen. Dat mag ik niet vergeten als ze zondag komen.'

Hij liep ineens naar het raam, keek naar invallende schemering en vroeg: 'Komt Ada met ze mee?'

'Ik geloof van niet. Hoezo?'

'O, niets. Je weet wel dat ik haar niet kan uitstaan... Ik denk dat ik maar eens afdaal en bij de O'Connors langsga.' Hij keek achterom over zijn schouder.

'Ja, doe dat. Ik weet zeker dat ze het leuk vinden om je te zien.'

'Kom je ook?'

'Vanavond niet. Ik kan beter hier blijven voor het geval dat je vader nog komt.'

Zijn gezicht betrok weer en zonder iets te zeggen draaide hij haar de rug toe en verliet het huis.



De volgende ochtend kwam Constance rond elf uur de flat binnen. Jim was net klaar met ontbijten. Hij begroette haar opvallend vriendelijk, vroeg of ze thee wilde en wilde weten waar Peter was. 'O, hij is boeken gaan kopen,' zei ze. Ze wachtte even en vroeg: 'Is hier gisteren iets gebeurd?'

'Gebeurd?' Hij keek naar haar op. 'Wat bedoel je daarmee?'

'Of jullie ruzie hebben gehad of zoiets.'

'Ik ruzie met hem? Nee. Waarom zou ik? Ik heb hem maar heel even gezien. Hij kwam heel vroeg thuis en heeft eerst wat gegeten. Hij vertelde het een en ander over zijn vakantie, zoals gewoonlijk na een béétje aandrang.' Hij legde extra nadruk op het woord 'beetje'. 'Daarna is hij naar bed gegaan en heb ik hem niet meer gezien. Waarom vraag je dat?'

'O, zomaar.'

'Doe niet zo idioot. Natuurlijk vraag je dat niet zomaar, mens. Daar is een reden voor. Heeft hij gezegd dat we ruzie hadden?'

'Nee, dat ontkende hij.' 'Nou, dat bevestigt dus wat ik net zei. Waarom denk je dan dat we wel ruzie hadden?'

'Hij... leek ergens van overstuur te zijn.'

'Hou in hemelsnaam op met dat gepamper... Overstuur!' Hij haalde minachtend zijn schouders op en zei toen: 'O, trouwens, Millie heeft vanochtend gebeld. Ze wilde weten of je soms in de stad was. Ik heb haar gezegd dat ik niet op de hoogte ben van jouw gangen, of woorden van gelijke strekking.' Hij boog zich ernstig kijkend naar haar toe en besloot: 'Maar ik heb gezegd dat ik het zou zeggen als je kwam en dat je misschien wel naar hen toe zou gaan.'

'Dat is goed. Heb jij ze nog gezien, de laatste tijd?'

'Niet meer sinds we bij ze zijn geweest.'

'Ze komen zondag. Ben jij er dan ook bij?'

'Ik zie niet in waarom ik er niet bij zou zijn. Waarom zou ik een gezellige familiebijeenkomst missen?'

Ze ging er niet op in, maar vroeg: 'Hoe gaat het met je werk?'

'Behoorlijk goed.'

Ze laste weer een pauze in zei toen: 'Ik ben gekomen om een andere flat of een huisje te zoeken.'

Hij keek haar koel aan. 'Ik zal het je nooit vergeven als je dit onder mijn kont vandaan verkoopt, Connie.' Hij zei het griezelig kalm.

Ze stond op, draaide hem de rug toe en zei wanhopig: 'Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat het geld opraakt, en in hoog tempo. Je zult je ermee moeten verzoenen, ik moet verkopen.'

'Je kunt ook bezuinigen. Luister, doe mevrouw Thorpe weg. Ik kan zelf wel schoonmaken. Je weet best dat ik dat kan als het moet. Dat moet je toch erkennen. En ik heb de laatste tijd heel wat kunnen oefenen. Luister, Connie,' zei hij smekend, 'ik verkoop de auto wel.'

Ze keek hem medelijdend aan. Kon ze maar toegeven, al was het maar omwille van de lieve vrede. Maar ze wist dat het niet kon. Als hij geen geld in het laatje bracht, zouden ze over een jaar of drie echt in de problemen zitten. 'Dat is geen oplossing,' zei ze effen. 'Het zijn alle vaste lasten bij elkaar en ik heb je al gezegd dat we het kapitaal moeten aanzuiveren.'

'Maar ik doe weer mee.' Hij maakte een breed gebaar. 'Over een jaartje stroomt het geld binnen. Ik kan morgen driehonderd pond voorschot krijgen als ik het vraag.'