Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(33)

By:Catherine Cookson


'Ja. Het kookt heel prettig en met een beetje cokes verwarmt hij ook het warmwaterreservoir. Kijk maar verder rond, terwijl ik thee zet. Of heb je liever koffie?'

'Koffie, graag.'

Ze bleef hem even nakijken. Er zat hem iets dwars en dat had te maken met zijn vader. Ze wist het zeker. Ze hadden ruziegemaakt, ook al zei hij van niet.

Een paar minuten later kwam hij terug in de keuken en zijn enthousiasme had de vreemde uitdrukking van zijn gezicht geveegd. 'Het is schitterend! Echt waar. Ik wist wel dat je er iets gezelligs van zou maken, maar dit overtreft alles. Die oranje tapijten met die rode gordijnen. Je zou denken dat ze met elkaar zouden vloeken, maar het is juist prachtig. Die hele kamer is zo warm. Het zal hier heerlijk zijn in de winter.'

'In de winter zijn we hier niet.'

'O, nee. Heb je al iets gevonden?'

'Nee, maar ik heb ook nog niet gezocht. Dat moet ik wel snel gaan doen. Ik denk dat we hier na oktober niet meer kunnen komen.'

'Denk je tegen die tijd de flat verkocht te hebben?'

'Geen idee. Maar eerst moeten we in de stad andere woonruimte hebben. Jij kunt hier in de winter niet komen... zelfs al blij fik hier.'

'Luister.' Die vreemde uitdrukking op zijn gezicht was weer terug en hij sprak gejaagd: 'Ik heb je gezegd dat je geen rekening met mij moet houden. Ik ga toch het huis uit. Dus zit maar niet in over mij. Doe wat voor jou, en voor jou alleen, het beste is.'

Ze zag dat hij bij zijn laatste woorden zijn kaken spande en vroeg weer: 'Peter, vertel me alsjeblieft wat er is! Het heeft geen zin om te zeggen dat er niets gebeurd is tussen je vader en jou, want ik geloof je toch niet.'

Hij wendde zich van haar af, maar draaide zich ineens weer om en zei: 'Ik zeg je dit nog één keer. Je moet van hem scheiden, want hij heeft je niets te bieden.'

'Peter! Let op je woorden. Ik vind het vreselijk als je zulke dingen zegt.'

'Nou, binnenkort zal je ze nog veel vaker horen. Ik begrijp niet hoe je het volhoudt, want je bent niet getrouwd en je bent ook geen vrijgezel.'

Ze staarde hem verbluft aan. Hij was maar drie weken weggeweest, maar in die korte tijd leek hij ineens een volwassen man te zijn geworden. Misschien had zijn reis naar het continent zijn ervaring verruimd. Ze verwierp die gedachte meteen weer. Nee, wat er ook gebeurd kon zijn, ze wist zeker dat Jim ermee te maken had.

Nadat hij gegeten had begon ze weer over woonruimte in de stad: 'Ik ben van plan er morgen heen te gaan. We kunnen samen eens rondkijken. Wat denk je?'

'Ik ga met je mee, maar 's middags heb ik iets te doen.' Hij bleef strak in zijn bord staren. 'Ik heb een afspraak. Het heeft te maken met iets wat ik nog moet doen voordat ik wegga.'

'Zo laat nog? Daar heb je niets van gezegd.' Ze keek naar zijn gebogen hoofd.

'Ik wist het vanmorgen pas. Er lag een brief voor me in de flat.'

Ze wist dat hij loog.

'Ik moet iemand spreken in het Hancock Museum.'

'Blijft dat zo laat open?'

'O, ja. Zeker.' Hij keek grijnzend op. 'Als je met vakantie bent houdt de studie niet op, hoor.'

'Nee.'

'O, dat vergat ik je nog te vertellen. Ik ben Kathy O'Connor tegengekomen, de verpleegster, weet je nog.'

'Echt?'

'Ja, ik heb haar op een kop koffie getrakteerd.'

'Heb je dat gedaan? Wat ontzettend gul van je.'

Ze lachten nu allebei.

'Nou, je weet hoe zoiets gaat.'

'Hoe heb je haar ontmoet?'

'Ik stond voor het rode licht. Iets verderop was een bushalte en ik zag haar staan. We zagen elkaar tegelijkertijd en we wuifden. Dus heb ik haar gevraagd of ik haar ergens kon afzetten. Ze ging terug naar het zusterhuis. Ze had twee uur vrij of zoiets.' Hij knikte, nam een slok koffie en besloot: 'Ik heb haar koffie betaald en haar daarna weggebracht. Dat is alles.'

'Je moet niet zo met je geld smijten.'

Hij maakte een afwerend gebaar en zei: 'Ze is best aardig.'

'Ja, dat zal wel. En ze is erg knap.'

'Tja.' Hij leunde breed achterover, strekte zijn benen en zei weer: 'Tja.' Zijn baardloze kin werd breder toen hij nadacht over wat hij zou zeggen. Toen velde hij zijn oordeel: 'Op een bepaalde manier wel. En weet je?' Hij keek naar haar op toen ze hem nog wat koffie inschonk. 'Ze is een toffe meid. We hebben vreselijk gelachen. Al die O'Connors zijn zo, toch? Je kunt altijd met ze lachen. Hoe gaat het met ze, trouwens?' 'O, prima. Hetzelfde als toen je wegging.'

Terwijl ze weer ging zitten, keek hij rond en zei: 'Echt waar, ik kan er niet over uit wat je met dit huis hebt gedaan.' Hij stond op, wandelde naar de schoorsteenmantel en vroeg: 'Waar heb je dit gevonden?' Hij bedoelde het beeldje. Ze ging naast hem staan, keek er samen met hem naar en zei: 'Ik heb het niet gevonden. Meneer... Vincent O'Connor heeft het me gegeven.' Ze hield haar blik er strak op gericht, toen hij haar aankeek en vroeg: 'Waarom vond hij dat nodig?'

'Geen idee. Ik denk om de schoorsteenmantel aan te kleden.'

'Heeft hij dat voor je gekocht?'

'Nee. Nee. Hij heeft het zelf gemaakt. Hij heeft een werkplaats vol met houtsnijwerk. Het is zijn vak.'