Home>>read Troost en Geluk free online

Troost en Geluk(24)

By:Catherine Cookson


De mannen stonden nu ook op en liepen de kinderen achterna. Constance ging met ze mee. Bij het huis gaf ze hun een ruime fooi en ze bedolven haar onder de goede wensen. Daarna daalden ze voor de laatste keer af naar de verhuiswagen onder aan de heuvel en ze bleef alleen achter in Shekinah.

Midden in de lange kamer keek ze om zich heen. Vannacht zou ze hier helemaal alleen moeten slapen. Ze had dan wel jaren alleen geslapen, maar toen was er altijd wel iemand in huis geweest. Jim was twee dagen geleden vertrokken om met zijn uitgever te praten. Hij zou pas morgen weer terugkomen en dan nog zou hij misschien niet naar Shekinah Hall komen. Wat moest ze als hij weigerde hier zelfs maar korte tijd te zijn? Ze wist dat zonder hem de sfeer veel opgewekter zou zijn. Peter ging binnenkort naar de universiteit en zou alleen maar in de weekends komen. Zou ze in staat zijn hier permanent alleen te wonen?

Ineens voelde ze zich doodmoe. Ze kon zich niet herinneren dat ze zich ooit zo had afgebeuld als in de laatste week en ze zou hier geen mevrouw Thorpe hebben die het werk in huis voor haar deed, zoals Jim al fijntjes had opgemerkt. Hij had haar meteen al voorspeld dat ze het geen maand zou volhouden met een gasoven, plus een keukenfornuis waar ze hout of cokes in moest branden als ze warm water nodig had. Hij had gehoond dat ze nooit in staat zou zijn om zonder rampen aan te richten een gaslamp aan te steken, laat staan dat ze overweg zou kunnen met een zo'n ingewikkelde olielantaarn. Hij had heel sarcastisch uitgeweid over de ontbering om uit een warm bed te stappen en ten minste twintig meter te moeten lopen naar een wc, of iets wat daarop leek.

Nu ze zo moe was trokken alle bezwaren die aan het huis kleefden aan haar voorbij. Het leek ineens een lange reeks onoverkomelijke bezwaren. Ze ging achterover liggen in een grote ouderwetse fauteuil, bedekte haar gesloten ogen met haar handen en sprak zichzelf moed in. Die moedeloosheid was gewoon maar een reactie. Maar haar sombere gedachten lieten zich niet meer intomen. Ze wenste dat Peter bij haar was. Hij had geen zin gehad in die wandelvakantie, maar hij had die plannen al weken daarvoor met twee medestudenten gemaakt en ze had erop gestaan dat hij ze niet in de steek liet. Als Jim er morgenavond nog niet was, of als hij helemaal niet meer zou komen, zou ze het dan uithouden tot Peter terugkwam? Ze beantwoordde die vraag door zichzelf te beloven dat ze, indien nodig, altijd nog in de flat kon gaan slapen.

Ze schoot overeind toen ze iets zag bewegen in de deuropening. Daar stond Florence O'Connor naar haar te kijken.

'Neemt u me niet kwalijk. Ik wilde u niet laten schrikken.'

'O, ik schrok niet. Ik... ben gewoon een beetje moe.'

'Vanzelfsprekend. Mag ik binnenkomen?'

'Natuurlijk. Natuurlijk.' Constance maakte een uitnodigend gebaar naar de oudere vrouw en zei: 'Weet u, op de een of andere manier heb ik voortdurend het gevoel dat dit eigenlijk uw huis is.'

'Dat is erg aardig van u, mevrouw Stapleton.' Ze stonden elkaar nu aan te kijken. Florence O'Connor keek de kamer rond en zei na een tijdje: 'Davie had gelijk.' Ze glimlachte aarzelend. 'U schijnt te weten wat dit huis nodig heeft. Dat wist ik meteen al.'

'Dank u. Ik ben blij dat u de meubels mooi vindt, maar ze staan nog niet helemaal goed. Ik heb ook nog meer tapijten nodig en morgen hang ik de gordijnen op. Wilt u even boven kijken?'

'Nee, ik wil u nu niet langer ophouden. Ik wilde alleen even komen zeggen dat u hier heel welkom bent, als... u begrijpt wat ik bedoel.'

Ze keken elkaar weer aan en Constance zei zachtjes: 'Ja. Jawel, mevrouw O'Connor. Ik begrijp het en ik dank u.'

Toen Florence zich omdraaide om weg te gaan zei ze nog: 'Ik dacht dat ik nooit zou kunnen verdragen dat iemand anders de Hall kreeg. Ik heb hier zo veel herinneringen. Maar nu vind ik het goed.' Ze keek Constance weer aan en haar glimlach was nu meer ontspannen. 'Mag ik even in de keuken kijken om te zien wat u nodig hebt aan hout en olie? Want dit is een heel ander leven dan wat u gewend bent. U zult ondervinden dat bepaalde dingen hier even onontbeerlijk zijn als lucht. Bijvoorbeeld droog hout, water en olie. U hebt altijd een behoorlijke voorraad water nodig. De kinderen kunnen dat, en ook hout, voor u halen op weg naar school, maar ik wil niet dat ze u tot last zijn. Ik heb ze gewaarschuwd dat ze hier alleen maar mogen komen als ze uitgenodigd zijn.'

'O, nee. Laat ze gerust allemaal komen. Ze zijn goed gezelschap voor me, vooral Moira.'

'O, Moira. Moira praat veel te veel.' Florence glimlachte weer.

'Maar ik waarschuw ze toch, want u hebt geen moment rust meer als u ze aanmoedigt. Ze zien niet zo veel mensen hier, behalve af en toe een wandelaar.'

'Maar ze kwamen toch zeker wel vaak naar het huis?' vroeg Constance, toen ze in de keuken kwamen.

'O, ja. In de zomer kampeerden de jongens hier buiten en Vin heeft hier een heel jaar gewoond.' Ze zweeg ineens en veranderde van onderwerp. 'Uw gastank is niet aangesloten.'