Intussen beklommen ze de heuvel waaruit de bron ontsprong en ineens stonden ze voor een pad dat uit het bos kwam en naar beneden liep, naar wat eruitzag als een groepje huizen binnen een ommuurd terrein.'
'Er is een kortere weg naar beneden,' zei Moira. Ze wees naar een steil, bochtig spoor naar links, 'maar die mag ik niet nemen. De jongens gebruiken die meestal en verslijten hun broeken erop. Hun rug wordt er net zo hard van als hun voetzolen. Pa zegt dat het geen zin meer heeft om Joe en Davie met de riem te geven. Dat hij ze net zo goed met een ganzenveer kan slaan.'
Constance keek Peter even vermanend aan toen hij onderdrukt giechelde, hoewel ze zelf ook haar lachen nauwelijks kon inhouden. Misschien zou het kind het niet erg vinden dat er om haar gelachen werd, maar je wist het maar nooit.
Naarmate ze dichterbij kwamen kregen ze een beter beeld van de huizen achter de muur. Er stonden vier arbeidershuisjes op een rij, met twee huisjes en een paar andere gebouwtjes ertegenover. Hoe dichter ze bij de muur kwamen, hoe groter haar verbazing werd. Het geheel leek wel een diep weggestopt middeleeuws dorp, met een muur om indringers te weren.
Aan de voet van de heuvel gekomen, staken ze een veldje over en gingen door een opening in de muur, waarin ooit zoiets als een poort had gezeten. Ze hoorden het geknor van varkens en zagen kippen rondscharrelden. Een ruigharige hond kwam dichterbij, maar hij blafte niet tegen hen. Moira legde haar hand op zijn kop en zei achteloos: 'Dit is Rip.' Vervolgens riep ze met een stem die veel te hard leek voor haar tengere lijfje: 'Pa! Pa! Hier zijn mensen voor je.'
'Wat riep je daar?' Een vrouw stak haar hoofd uit een bijgebouwtje rechts op de binnenplaats. Ze was blijkbaar kleren aan het wassen, want haar sterke, mollige armen waren bedekt met zeepsop. 'O, wat nu weer?' Terwijl ze haar armen droogde aan haar schort kwam ze naar hen toe gelopen. Constance schatte de vrouw een jaar of vijftig en onmiskenbaar Iers.
'Deze mensen waren het huis aan het bekijken, Hannah. Misschien kopen ze het. Waar is pa?'
'Ik heb hem het laatst in de keuken gezien. Je moeder was zijn voet aan het verzorgen.'
'Kom maar. Kom binnen.' Moira grijnsde breed tegen Constance en Hannah zei knikkend tegen Peter: 'Dus jullie hebben belangstelling voor het huis? Dat is mooi. Sean!' Ze bleef roepen terwijl ze hun voorging door een lage deur in een kleine kamer die uitpuilde van de leren laarzen, regenlaarzen en vreemd uitziende jassen. Vervolgens kwamen ze door een ander klein vertrek. Het was zeker een voorraadkamer, want onder rekken met groenten lagen zakken met aardappelen. Ten slotte betraden ze wat de woonkamer moest zijn, waar Constance voor het eerst Sean en Florence O'Connor zag. Sean was duidelijk niet de grote man die Harry had beschreven. Hij was middelgroot, mager en had een dikke bos grijs haar, waardoor zijn hoofd groter leek dan het was. Zijn vrouw, die bezig was een snee in zijn voet te verzorgen, was eveneens mager. Maar ze was lang, statig zelfs, en hoewel Sean O'Connors spraak en houding hem tekenden als een volbloed Ier, was zijn vrouw op-en-top een Engelse uit Northumbrië, en zelfs van goeden huize.
'De dame heeft belangstelling voor het huis, Sean,' verklaarde Hannah.
'Goedemiddag,' begon Constance en ze voegde eraan toe: 'Ik hoop dat we u niet storen?'
'Helemaal niet. Gaat u zitten.' Florence O'Connor wees naar een houten stoel bij de hoek van een grote witte tafel waar niets op stond. Ze bukte zich om een tinnen schaal van de vloer op te pakken en toen ze weer recht stond knikte ze naar de man die haastig zijn sok aantrok en zei: 'Dit is mijn man.'
'Hoe maakt u het?' Constance knikte ook beleefd.
'Hij wil het. Hij ziet het helemaal zitten, pa.'
Iedereen keek naar Moira en haar moeder berispte haar streng: 'Moira!'
'Sorry. Sorry, ma.' Het ronde gezichtje betrok even, heel eventjes maar, en toen zei het kind met een brede grijns: 'Hij vindt het mooi.' Ze knikte naar Peter. 'Ze vinden het allebei mooi... Zo is het toch?'
Voordat Constance antwoord kon geven gooide Sean O'Connor zijn hoofd in zijn nek en schaterde: 'Goed zo, kind. Zij is de enige in de familie met verstand van zaken... Ga zitten, alstublieft.' Hij gebaarde naar Peter en vervolgde: 'U bent de zoon, neem ik aan?' Zonder het antwoord af te wachten zei hij tegen zijn vrouw: 'Zet eens thee, Florence.'
'Ik ging het net doen.' Florence O'Connor liep naar de open haard en zette een waterketel in het midden van het roodgloeiende vuur dat van deze kamer, op zo'n warme dag, een bakkersoven maakte.
'Dus u bent echt geïnteresseerd in het huis?' Sean O'Connor stond op en trok met een grimas van pijn zijn laars aan. 'U komt niet alleen maar even kijken?'
'Ja, ik ben echt geïnteresseerd.'
'Ja... dat moet wel. Want Moira zal u vast al verteld hebben dat je naar buiten moet om water te halen. Maar het is heerlijk water, dat verzeker ik u, en het is de moeite waard om er dat stukje voor te lopen. Zulk heerlijk water krijg je nooit uit de kraan. En u weet ook dat er geen sanitair is? En geen verlichting? Weet u dat?'