Het meisje bestudeerde de picknick. Weer opkijkend naar Constance zei ze met pretlichtjes in haar ogen: 'Nee. Dank u. Maar ik wil best een stukje van die cake. We krijgen alleen op zaterdag cake bij de thee, en soms op zondag als er nog iets over is. Mijn moeder bakt maar een keer in de week cake.'
'Natuurlijk. Ga je gang!' Constance wees op de geïmproviseerde tafel.
Het meisje liet haar hand twijfelend boven de vier plakken cake op het papieren bordje hangen en ze keek even naar hen voordat ze het kleinste plakje koos. Ze nam een hapje en kauwde netjes met haar mond stijf dicht. Toen ze haar mond leeg had zei ze goedkeurend knikkend: 'Hmm, lekker.' Ze had het accent van Northumbrië gemengd met... Constance aarzelde voordat ze besloot dat het kind ook met een Schots accent sprak, hoewel toch weer niet helemaal.
'Hoe heet je?' vroeg ze.
'Moira.'
Dat was het: Iers.
'Weet je van wie dit huis is?'
De mond met de witte tandjes ging wijd open. 'Het is van ons. We gaan het verkopen. Er waren gisteren twee kijkers, maar de vrouw vond het niks omdat ze een luie donder was, zei Hannah. Vanwege het water en omdat er geen wc is. Kijk!'
Ze wees over het terras de richting aan van waar ze was gekomen. 'Op nog geen twintig meter achter die hoek loopt het water zo hoog uit de rotsen.' Ze gaf de hoogte aan met een hand op haar smalle borst. 'En er is een grote platte steen waar je op kunt staan. Je krijgt er niet eens natte voeten, zoals bij ons beneden. Kom maar kijken.'
Constance en Peter keken elkaar geamuseerd aan. Ze volgden het meisje om het huis heen. Ze sprong van het terras af met twee voeten op harde, ruwe bodem en liep naar een hoge rots. Ze stapte op een platte steen en wees op het straaltje helder water dat uit een spleet ter hoogte van haar hoofd stroomde, vervolgens naar de plek waar het water van de steen liep en in een andere rotsspleet tussen zwerfkeien verdween.
'Zo gemakkelijk als wat, toch?' zei ze. 'Je zet je emmer hier neer en die is meteen vol. Hetzelfde water krijgen wij beneden ook, maar wij kunnen er veel moeilijker bij komen. Pa had beloofd een buis aan te leggen, maar Vin moet het zelf doen als hij dit jaar nog eens tijd heeft.'
'Zouden... we het huis kunnen bezichtigen, denk je? Vanbinnen, bedoel ik.'
Moira keek naar Constance. 'Natuurlijk,' zei ze plechtig en ze liep kordaat weer terug naar het terras. Ze stapte over het tafelzeiltje heen, ging met haar rug naar de eiken deur staan en gaf hem een zet met haar billen. 'Alsjeblieft! Het is een trucje. Hij zit nooit op slot, alleen op de knip.'
Constance schoot in de lach. Het was al een hele tijd geleden dat ze nog reden tot lachen had gehad. Vervolgens vergat ze het kind, toen ze midden in de kamer tussen de openstaande deur en de trap stond. Van buitenaf had de kamer er aantrekkelijk uitgezien, maar van hieruit was hij ronduit betoverend. Ze liep naar het raam rechts van de deur, waar een laag podium van ongeveer twee meter begon.
'Moet je die haard eens zien, mam.'
Ze draaide zich om en liep langzaam naar Peter toe, die een grote ijzeren mand bestudeerde. Het vlechtwerk was verroest en de bodem was dun geworden door jarenlang gebruik.
'Hierachter is de eetkamer.'
Ze volgden Moira door een deuropening en kwamen in een vertrek dat even diep maar niet even breed was als het vorige. Dit was de door Harry en Millie beschreven grote keuken, met de open vuurplaats en de haak die uit de schoorsteen hing, met een roestige oven aan de ene en een fornuis aan de andere kant ervan. Een lange tafel was het enige meubelstuk in dit vertrek. Hij was duidelijk handgemaakt en had net als de haard al heel veel gediend.
'Kom mee naar boven. Daar heb je een prachtig uitzicht.'
Boven liepen ze door de drie kamers die met elkaar verbonden waren. Ze lagen naast een smalle overloop boven de keuken. Aan de voorkant van het huis waren twee slaapkamers met een prachtig uitzicht. Moira had niets te veel gezegd. Het uitzicht beneden was al mooi, maar door deze ramen kijkend kreeg je het gevoel dat je in het firmament zweefde.
Ze draaide zich om van het raam en keek Peter aan. Zijn ogen leken op de hare te wachten en zachtjes zei hij: 'Voor de weekends zou het prachtig zijn. Het is hier zo... vredig, vind je niet?'
Ze keek hem een tijdje zwijgend aan en gaf hem een kort knikje. Ze liep langs hem en het kind heen en daalde langzaam de trap af. In het langwerpige vertrek bleef ze een ogenblik in de haard staren voordat ze doorliep naar het terras. Daar draaide ze zich om naar Moira en vroeg: 'Kun je... me naar je vader brengen?' Daarbij stelde ze zich de grote man voor die Harry haar had beschreven.
'Tuurlijk.' Moira hield haar hoofd een beetje scheef. 'Vindt u het wat?'
'Ja, nou en of.'
'Echt?' '
Ja.'
'Ha. Hannah zei vanmorgen dat ze aan haar botten voelde dat er vandaag iets goeds zou gebeuren. Ze voelt van alles aan haar botten, Hannah. Mijn moeder zegt wel eens dat ze het fout heeft, omdat ze in de war raakt door het weer. Hannah, bedoel ik.'