‘Maar ik weet niet wat ik wil...’
Ik zucht. Ik heb wel tig ideeën voor films of toneelstukken. ‘Wat maakt dat nou uit? Jij hebt zoveel audities gedaan, er zijn zoveel regisseurs die je kent en die iets met je willen doen. Als je ze belt, willen ze graag met je afspreken, dat weet ik zeker. Ik begrijp het gewoon niet.’
Antonie is stil.
‘Ik heb veel minder audities,’ ga ik door, ‘word veel minder gevraagd dan jij, maar ik bel toch ook?’ Ik ben al heel lang bezig met lobbyen voor twee boeken waarvan ik graag zou willen dat ze verfilmd worden. Het zijn onzekere projecten, maar ik geloof erin en ga ervoor.
Antonie kijkt bedenkelijk. ‘Hm, ik weet niet of dat bij mij past... Maar ik zal erover nadenken.’
Ik weet genoeg. Ik zie het aan zijn blik: hij gaat het niet doen. In al die jaren zal hij nooit zelf zo’n actie ondernemen. Maar zodra er een auditie is, zet hij daar zijn tanden in en laat hij pas los wanneer hij tevreden is. Als hij dat ooit al is. De lat ligt hoog, heel erg hoog.
Ondanks het gepieker en het niet weten wat hij wil, komt er toch een verrassend en mooi project op Antonies pad. Sinds Hero en de Hero’s heeft hij contact gehouden met onze toenmalige bandleider Evert Abbing. Ze schaken, gaan naar de sauna en in 2002 bespreken ze het plan om samen weer iets met muziek te doen. Evert werkt op dat moment bij Universal en weet budget te regelen zodat Antonie een paar demo’s kan maken. Wanneer ze daar bij Universal niet echt enthousiast over zijn, besluiten ze het zelf te gaan doen. Een eigen album maken met Antonies muziek, zonder bemoeienis van wie dan ook. Wij gaan zelf in het project investeren.
Ik sta er helemaal achter. Ik zie aan Antonie hoeveel zin hij heeft om hiermee aan de slag te gaan. Aangezien ik nu ook veel werk heb, durven we het risico wel aan. Af en toe moet hij filmen, maar verder kan hij alle tijd nemen voor zijn muzikale ambities, zonder dat er iemand in zijn nek hijgt.
Evert heeft een studio aan huis, waar ze werken aan de muziek en de zang. Thuis gaat Antonie editen. Ik moet glimlachen als ik hem zo bezig zie. Hij gaat er helemaal in op. Uren kan hij bezig zijn met zoeken naar de ultieme sound voor dat ene nummer. De nachten dat ik Antonie hoor sleutelen aan zijn muziek zijn me dierbaar. Het lijkt wel of eigenlijk muziek zijn grote liefde is in plaats van acteren. Het filmen in de tussentijd gaat niet van harte. Hij is elke keer opgelucht als hij weer klaar is met een productie.
Voor de tweede keer werkt hij met Ruud van Hemert, dit keer aan de film Feestje. Weer wordt het zwaar. Ik verklaar hem voor gek, vraag: ‘Waarom zou je jezelf dit nóg een keer aandoen?’
Maar ik mag me er niet mee bemoeien. ‘Ik zit nu beter in mijn vel, ik kan het nu wel hebben,’ verdedigt Antonie zich. Ik weet dat Ruud hem intrigeert, dat volkomen onaangepaste, precies wat Antonie aantrekkelijk vindt in een man. ‘Ergens mag ik die man gewoon, ik weet ook niet waarom,’ zegt Antonie. Maar ook al gaat het nu beter tussen hem en Ruud, een echt feestje wordt het niet.
Marion Rosenberg, zijn agent uit LA, belt. Ze vindt dat hij nu echt moet proberen om daar werk te krijgen. Kan hij niet een paar maanden of langer naar Amerika komen? Antonie twijfelt enorm. Voor mij is het sowieso lastig. Mijn werk is in Nederland en op dit moment gaat het erg goed. Zolang Antonie geen beslissing neemt, kan ik het al helemaal niet. Hij gaat er wel zo nu en dan naartoe voor een auditie, soms wordt hij gevraagd een auditie op tape te doen. Die stuurt hij dan op, waarna hij afwacht of hij door is en alsnog zelf moet komen. We maken er samen veel werk van: ik help Antonie met de scènes, film hem en hij stopt er zoals gewoonlijk meer dan honderd procent energie in.
Antonies album Feel komt uit en hij en Evert hebben een bedrijfje ingehuurd dat de distributie zal verzorgen. De publiciteit zal Antonie zelf doen. Maar uitgerekend dan gebeurt er iets verschrikkelijks dat ieders aandacht opeist: Theo van Gogh wordt vermoord. Iedereen is in shock. Al het andere nieuws verbleekt, en dat Antonie een nieuwe cd uitbrengt, wordt nauwelijks opgemerkt.
Het album is bovendien lastig te plaatsen en er staan maar weinig commerciële nummers op. Dat is een bewuste keuze, maar toch is Antonie teleurgesteld dat het allemaal niets oplevert. Dat de cd niet de aandacht heeft gekregen die hij verdient, vindt hij nog niet eens het ergste, merk ik. Hij vindt het al een kick dat de cd er is, met daarop verzameld wat hij mooi vindt. Hij draait de muziek voortdurend, vraagt steeds aan anderen wat ze van het album vinden, ook aan wildvreemden, tot aan de klusjesman in huis toe. Hij had echter wel gehoopt dat hij er wat aan zou verdienen. Niet dat we het heel hard nodig hebben, maar hij vindt het zonde dat er niks terugkomt.