Home>>read Toen ik je zag free online

Toen ik je zag(19)

By:Isa Hoes


De sho­ot is uiteindelijk helemaal niet eng. Bart van Leeuwen, de fotogra­af, is e­en lieve man die mij meteen op mijn gemak stelt. Als Antonie nog even langskomt, valt hem op dat ik ho­oguit een be­etje verlegen ben. Hij is verrast over het gemak wa­arme­e ik pose­er. En de foto’s zijn prachtig! Nu moet ik stoppen met zeuren over mijn licha­am.



Het buitenland lonkt. Producent René Mioch heeft Antonie gevraagd of hij wil me­ewerken a­an een tv-program­ma, Antonie goes Hol­lywood, waarin hij e­en we­ek zal worden gevolgd op zijn zoektocht naar werk in Los Angeles. René heeft een gesprek geregeld met Marion Rosenberg, agent van onder anderen Paul Verhoeven en Jeroen Krab­bé. We gaan Theo van de Sande ontmoeten, die op dat moment de cinematografie doet voor Blade, e­en actie-horrorfilm, en misschien ontmoeten we nog Jan de Bont. Genoeg redenen om te ga­an, en we besluiten er zelf nog twe­e weken aan vast te plakken.

René he­eft twee auto’s gehuurd, een dik­ke Mercedes en e­en cabrio waar Antonie in rondrijdt. We zien al­le highlights en vinden alles te gek. Op e­en middag zijn we aan het draaien op de Walk of Fame. ‘Antonie!’ klinkt het. Hij wordt herkend do­or e­en pa­ar Nederlanders. ‘Mogen we met je op de foto? En je handtekening alsjeblieft?’ Prompt willen o­ok anderen, die geen idee heb­ben wie hij is, met hem op de foto. Zo werkt dat: een cameraploeg, Antonie in beeld – dat moet wel een Beroemd Iemand zijn. We slapen in het luxe Four Seasons Hotel, waar we ook de interviews voor het programma doen.

Op een avond zitten we met René op onze hotelkamer te luisteren naar de definitieve versie van het All Stars-nummer ‘Toen ik je zag’. Voor vertrek heeft Antonie in de studio nog verwoed zitten knippen en plakken om het helemaal perfect te krijgen. ‘We hadden wel honderden takes nodig om er iets van te maken,’ zei hij eerder. Nu is hij heel enthousiast, net als René en ik. We beluisteren het nummer nog een keer, en nog eens, zo opgewonden zijn we.

Het gesprek met Marion Rosenberg gaat goed, ze ziet potentie in Antonie. Zijn Engels is in orde, maar hij kan nog wel wat ervaring gebruiken. Haar advies is: zorg dat je in films komt waarin je Engels moet spreken.

’s Avonds dineren we in Beverly Hills, bij Kate Mantilini, het restaurant waar ook de misdaadfilm Heat is opgenomen. Marion wendt zich tot mij, vraagt wat ik eigenlijk wil. Of ik hier ook wil komen acteren?

Ik verslik me. Het is nog niet eens in me opgekomen. Volgens mij zijn er al te veel actrices in Los Angeles, en mooiere ook. Maar feit is natuurlijk wel dat ik ook iets moet doen als Antonie hier aan de slag gaat. Als we samen hiernaartoe zouden gaan tenminste. Je hoeft niet per se in Amerika te wonen om er een carrière te hebben, volgens Antonie. ‘Kijk naar Rutger Hauer en Jeroen Krabbé.’

We bezoeken de Universal Studios en vinden het waanzinnig om de filmsets te zien, alles is immens groot. Blijkbaar is het goedkoper hele dorpen na te bouwen dan in een bestaand dorp te draaien. Het creepy huis van de film Psycho, ontploffingen, overstromingen, alles staat er of wordt er nagebootst.

De laatste avond eten we in Yamushiro, een heerlijk Caribisch-Aziatisch restaurant op het hoogste punt van de Hollywood Hills, met een fantastisch uitzicht over de stad. Wat een zalig eten, wat een stad, wat een geweldige week.

Nadat we afscheid hebben genomen van René en de cameraploeg huren we een eigen cabrio. Van Los Angeles gaan we via de westkust naar San Francisco en door het binnenland weer terug. De eerste keer dat we met open dak over die enorme, onafzienbare wegen zoeven voelt als pure magie. Antonie juicht met twee armen in de lucht, ik schiet vol omdat ik zo ontzettend blij ben. Dit is vrijheid. ‘Hier kan ik echt ademhalen, echt zíjn,’ zeg ik. Antonie voelt hetzelfde.

Highway 1, die langs de kust kronkelt, biedt telkens weer nieuwe, oneindige vergezichten waar onze monden van openvallen. De zee, waar wij zo van houden, is schitterend. Vooral Carmel maakt indruk op ons; een lieflijk kunstenaarsdorpje dat een sereniteit ademt waar we blij en rustig van worden. Alsof we thuiskomen. Laten we hier gaan wonen... Zulk mooi weer, zulke aardige mensen. Iedereen vindt Amerikanen altijd oppervlakkig, wij vinden het heerlijk dat ze zo aardig zijn. Oprecht of niet, dat duizend keer liever dan de soms zo chagrijnige ‘service’ in Nederland. Monterey, Pebbles Beach, zeeleeuwen, leuke eettentjes, schattige bed & breakfasts: alles maakt ons even vrolijk.

Als we in San Francisco aankomen, vallen we van de ene verbazing in de andere. Er zijn zoveel plekken die we kennen uit films, het is alsof we hier al ontzettend vaak zijn geweest. De Golden Gate Bridge, de hellende straten. Als we daar doorheen rijden, voelt het alsof ik meespeel in een van mijn favoriete politieseries.