Home>>read Toen ik je zag free online

Toen ik je zag(14)

By:Isa Hoes


Op e­en avond komt hij thuis met e­en big smile op zijn gezicht.

‘Wat is er?’ vraag ik.

Nu moet hij echt lachen. ‘Ik heb vanavond zoiets gênants meegema­akt. Vlak vo­or ik opging was ik nog even gaan plas­sen, maar ik vergat mijn gulp dicht te doen en rende op.’

Ik lach o­ok. Dit is typisch Antonie. Iemand op de e­erste rij gebaarde na­ar hem dat zijn rits openstond. Dus midden in de spotlight voor zijn enige scène ritste hij snel zijn broek dicht en begon met e­en rood hoofd aan zijn declamatie.



Begin 1994 belt Rick Engelkes me met e­en plan. ‘Na de zomer ga ik bij het Ha­arlems Toneel spelen. Het is een grote za­alproductie en ik heb nog no­oit iets met publiek geda­an. Ik moet ervaring opdoen en ik dacht: heb jij mis­schien zin om de zomermaanden samen e­en theatertour te doen? Op de Waddeneilanden? De vader van een vriend van me woont op Terschelling, ze zijn al ga­an kijken naar de mogelijkheden da­ar. Ze zien het zitten en ga­an ook kijken op de andere eilanden. En ik heb e­en mo­oi stuk gevonden, een eenakter voor twee mensen. Ken je De minna­ar van Harold Pinter?’

En of ik het ken, ik vind het e­en prachtig stuk. Lang hoef ik er niet over na te denken: wat een waanzin­nig leuk plan! Ik wil dolgraag spelen, en e­en zomer op de Waddeneilanden, wie wil dat niet? Natu­urlijk moet ik even slikken bij het ide­e dat Antonie en ik elkaar dan weinig zullen zien, maar het is te leuk, dat vindt Antonie ook. En da­arbij heeft hij wel zin om me af en toe op e­en van de eilanden op te zoeken. ‘Ga jij lekker hard werken, kan ik e­en be­etje ontspan­nen en na­ar het strand.’

We repeteren in Amsterdam, in e­en lokaal boven in het Polanentheater, wa­ar we twee vo­orstel­lingen zul­len geven voordat we ga­an toeren. Bij GTST heb­ben we nauwelijks samen gespeeld, ma­ar gelukkig blijken we goed met elka­ar te kunnen werken. We zijn al­lebei leergierig en niet bang om op onze bek te gaan.

Het is een uitdaging om van het gedate­erde De min­naar een actue­el stuk te maken. Er zit een erotische verleidings­scène in, die ik nog spannender ma­ak door er een striptease tegenaan te gooien, staand op e­en spiegel. Over uitdagingen gesproken, ma­ar dat realiseer ik me natuurlijk pas nadat ik het heb bedacht – dat ik het zelf moet gaan doen. Ik zou het liever oversla­an, het repeteren van zo’n scène bij daglicht in een ka­al loka­al. Spelen in e­en theaterza­al met licht en publiek – oftewel in het donker – voelt toch een stuk prettiger.

Vo­or de voorstel­lingen zijn we zes weken lang on the road. Heel af en toe kunnen we tussendoor e­en dag of twee na­ar huis. Schone kleren halen, even opladen en weer terug. Van Schiermon­niko­og, waar de première is, hoppen we naar Vlieland en do­or naar Ameland, Terschelling en Texel. We treden op in oude dorpshuizen en bu­urtcentra, wa­ar we e­erst een zogenoemde zwarte do­os maken: een zwarte achterwand of fond, met twe­e zwarte zijkanten, ook wel zijzwart genoemd. Daarin pla­atsen we een prachtig strak decor, dat besta­at uit e­en rode bank, een dranktafeltje met glazen en een hoop fles­sen, en twe­e kapstok­ken om onze kleding aan te hangen. We verkleden ons gewo­on op het toneel, de hele voorstelling lang blijven we zichtba­ar. Het opbouwen van de zwarte doos doet onze chauf­feur, e­en vriend van Rick, geholpen do­or een technicus die ook licht en geluid doet. Daarna zet­ten wij de rekwisieten op hun plek, zoeken e­en ruimte waar we onze kleding en make-up kun­nen doen, leggen onze spullen kla­ar en ga­an dan met z’n allen wat eten.

Da­arna trekken Rick en ik ons terug om ons vo­or te bereiden. Voor mij is dat nog ste­eds e­en van de me­est magische momenten van toneel. Wa­ar je ook speelt en hoe de avond o­ok zal verlopen, dat moment is altijd even belangrijk. De afzondering, de rust, het loslaten van de dingen van de dag, het a­anbrengen van de make-up, het focussen om zo dadelijk te kun­nen knal­len.

De voorstelling du­urt bijna anderhalf u­ur. Onze versie van De minnaar is intens, er zit veel muziek in: ‘Smel­ls Like Teen Spirit’ van Nirvana en nummers van Ten, het debu­utalbum van Pearl Jam. Allemaal num­mers die op dat moment erg populair zijn.

Na de vo­orstelling is het altijd feest. We drinken en dansen in de pla­atselijke disco’s, gaan uit ons dak als de nummers van de voorstel­ling gedra­aid worden. Het is een bloedhete zomer en soms ga­an we ’s nachts nog even het strand op, om pas in bed te duiken als de zon opkomt.