Ik stem toe. De scenarioschrijvers verzinnen een nieuwe liefde met wie Myriam naar het buitenland zal gaan. Zo blijft altijd de mogelijkheid bestaan – zoals dat gaat in een soap – dat ze terugkomt.
Iedereen vraagt me of ik een plan heb, of ander werk. Maar dat heb ik allebei niet. Ik kies er heel intuïtief voor om te stoppen en geloof erin dat er wel weer iets anders op mijn pad komt. En inderdaad, als Joop van den Ende hoort dat ik mijn vleugels wil uitslaan, neemt hij, zonder dat ik het weet of erom vraag, contact op met Marianne van Wijnkoop, uitvoerend producent in Aalsmeer. Zij is op dat moment een nieuwe dramaserie aan het produceren over een vrouwengevangenis. Vrijwel meteen nadat ik besloten heb uit GTST te stappen, word ik gevraagd de rol te spelen van Liesbeth Vrijman, een make-uploos type en bepaald geen lieverdje: het tegenovergestelde van Myriam van der Pol. Op die manier kom ik snel van mijn Myriam-imago af en kan het Swiebertje-effect bij mij geen wortel schieten.
Het idee dat ik voor de opnames van deze nieuwe serie doordeweeks in Luxemburg zal zijn is wel even wennen. Ik ben nog hartstikke verliefd en wil bij Antonie zijn. Maar Antonie zegt dat ik niet zo raar moet doen. Het is toch leuk?! En we zien elkaar in het weekend. Natuurlijk vind ik het leuk, maar ik merk dat Antonie, als hij werk heeft, heel anders is dan ik. Hij gaat er dan helemaal in op en mist mij nauwelijks. Ikzelf kan het idee dat ik lang weg ben al zo naar vinden dat ik er bijna geen zin meer in heb.
‘Weet jij nog leuke acteurs?’ vraagt regisseur Jean van de Velde in die tijd aan Olga. Ze zijn bevriend en Jean gaat een nieuwe film maken, De kleine blonde dood, naar het boek van Boudewijn Büch.
‘Er zijn hier bij GTST twee jongens die elke dag zákken fanmail krijgen,’ zegt Olga. ‘Ga maar eens kijken.’
Reinout blijkt niet het type waarnaar Jean op zoek is, Antonie mag wel auditie komen doen. Hij is door het dolle heen, wat een kans! Maar hij verpest het. Als hij een telefoontje krijgt dat hij niet door is, baalt hij verschrikkelijk. Hij wil het er niet bij laten zitten, vraagt Olga naar het telefoonnummer van Jean en belt hem. Hij legt uit wat er misging, geeft zich bloot: ‘Ik wilde het zó graag, en tegelijkertijd was ik ontzettend bang dat ik het niet zou worden. Die teleurstelling wilde ik mezelf besparen door dan maar te doen alsof ik het eigenlijk niet echt wilde... Paradoxaal en heel dom. Mag ik alsjeblieft nog een kans?’
Het is Antonie ten voeten uit: de angst voor afwijzing maakt hem onzeker en vleugellam, en daardoor kan hij een ongeïnteresseerde indruk wekken. Maar hij geeft het niet op. En hij mag terugkomen.
De tweede auditie bereidt hij minutieus voor. Elk zin wordt ontleed, elk woord geanalyseerd. Voor het eerst zie ik Antonie zo gefocust aan het werk. Later vertelt Jean: ‘De camera ging aan, en op dat moment ging ook de acteur Antonie aan. Tweehonderd procent energie kwam ineens vrij.’ Dit keer maakt Antonie het hun heel moeilijk. Het gaat nu tussen hem en Jeroen Willems, die waarschijnlijk beter is, en in ieder geval meer ervaren. Maar Antonies uitstraling is ongekend en de knoop wordt doorgehakt: Antonie krijgt de rol.
‘Ze maken ons af,’ voorspelt de producent pessimistisch. Ook al kiest hij bewust voor Antonie, toch is er de angst dat vanwege de keuze voor een soapacteur de film niet gewaardeerd zal worden. Jean vraagt zich af of Loes Wouterson, die al een Gouden Kalf op zak heeft en die hij wil vragen voor de vrouwelijke hoofdrol, wel met een soapacteur in zee wil. Hij laat haar de beste auditiescène van Antonie zien, zonder iets te zeggen. Ze heeft geen idee wie hij is, maar ze is onder de indruk. Als Jean zegt dat het Antonie Kamerling is uit GTST, zegt ze: ‘Oké, leuk!’
Antonie is zo blij als een kind wanneer hij hoort dat hij de rol krijgt. Het is dus gebeurd, zoals hij hoopte: een film. ‘Ik zou het liefst één of twee films per jaar willen maken,’ heeft Antonie eens gezegd, al ver voor hij auditie mocht doen voor De kleine blonde dood. Hij hoopt dat dit zijn nieuwe carrière wordt.
De zomer van 1992 staat in het teken van de film. Voor Antonie is het ontzettend spannend. Hij gaat zijn eerste hoofdrol spelen en werken met een ervaren crew, terwijl hij net één toneelstuk, één studentenmusical en GTST op zijn cv heeft staan. Die soapervaring vindt hij zelf niet noemenswaardig – hooguit is hij niet meer bang voor de camera. Hij beschouwt zichzelf als een beginneling. Een heel leergierige, dat wel.