Home>>read Tess Gerritsen free online

Tess Gerritsen(74)

By:De Laatste Sterft


‘Waar hun boerderij is opgeblazen.’

Ze knikte. ‘Deze zaak wordt steeds groter en gevaarlijker. Daarom wil ik Frost. Ik heb hulp nodig om dit allemaal uit te zoeken.’

Na een korte stilte zei hij: ‘Oké, je mag Frost meenemen. Je krijgt drie dagen.’

‘Dank u wel. We gaan meteen aan de slag.’ Ze stond op.

‘Rizzoli…’

‘Ja?’

‘Geen woord tegen de anderen. Vooral niet tegen Crowe. Laat iedereen geloven dat de moord op de Ackermans is opgelost.’

‘Zit jij nou ook te denken aan dat gezegde dat je geen raketgeleerde hoeft te zijn om dit of dat te doen?’ zei Frost toen ze over het terrein van het Goddard Space Flight Center reden. ‘Vandaag krijgen we te maken met echte raketgeleerden! Ik vind dit zo geweldig. Als je bedenkt wat het gemiddelde IQ is van de mensen die je hier ziet rondlopen.’

‘Bedoel je dat wij bij hen vergeleken een stelletje onbenullen zijn?’

‘Al die wiskunde en scheikunde en natuurkunde die ze hebben moeten leren. Ik heb geen flauw idee hoe je een raket de lucht in krijgt.’

‘Heb jij dan vroeger nooit een speelgoedraket de lucht in geschoten met azijn en zuiveringszout?’

‘Ik heb het over raketten die op de maan zijn geland.’

Ze parkeerde op een vrije plek bij het Exploration Sciences Building en ze bevestigden allebei de badge die ze bij de ingang hadden gekregen aan hun jasje.

‘Misschien mag ik dit straks wel houden,’ zei Frost. Hij streek liefkozend over de badge. ‘Dat zou een cool souvenir zijn.’

‘Kun je misschien iets minder dweperig doen? Je klinkt als een Trekkie en dat kan hier echt niet, hoor.’

‘Ik bén ook een Trekkie.’ Ze stapten uit en hij hief zijn hand op als een Vulcan. ‘Leef lang en –’

‘Laat dat!’

‘Kijk!’ Hij wees naar de bumpersticker op een van de auto’s. ‘Beam me up, Scotty!’

‘Ja, en?’

‘Dit is mijn volk!’

‘Misschien houden ze je dan wel,’ zei ze terwijl ze zich uitrekte om haar stijve rug wat verlichting te geven. Ze hadden een vroege vlucht naar Baltimore genomen. Toen ze het gebouw binnengingen, keek ze om zich heen of ze ergens een koffieautomaat kon vinden. In plaats daarvan kwam er een gezette man op hen af waggelen.

‘Bent u de rechercheurs uit Boston?’ vroeg hij.

‘Ik ben Jane Rizzoli. Dit is mijn partner, Barry Frost,’ zei Jane. ‘Bent u dr. Bartusek?’

‘Zeg maar Bert.’ Bartusek lachte breed, greep haar hand en pompte die op en neer. ‘Rechercheurs! Dat moet ontzettend interessant werk zijn.’

‘Lang niet zo interessant als wat u doet,’ zei Frost.

‘Ik?’ snoof Bartusek. ‘Op moordenaars jagen, dát is pas cool.’

‘Mijn partner is van mening dat het veel cooler is om voor NASA te werken,’ zei Jane.

‘Bij de buurman is het gras nu eenmaal altijd groener,’ zei Bartusek lachend. Hij wenkte hen mee. ‘Laten we naar mijn kantoor gaan. Ik heb van hogerhand toestemming om vrijuit met u te praten. En dat moet ook wel natuurlijk, als de politie je vragen komt stellen. Als ik geen antwoord zou geven, zou u me nog arresteren!’ Ze liepen samen door de gang. Jane voelde het gebouw bijna op zijn grondvesten trillen van zijn olifantenpassen. ‘Ik heb zelf ook veel vragen,’ zei hij. ‘Mijn collega’s en ik willen graag weten wat er met Neil en Olivia is gebeurd. Hebt u rechercheur Parris al gesproken?’

‘We hebben voor vanavond een afspraak met hem,’ zei Jane. ‘Aangenomen dat hij op tijd terug is uit Florida.’

‘Parris leek me een intelligente politieman. Hij heeft me het hemd van het lijf gevraagd, maar ik geloof niet dat het heeft geholpen.’ Hij wierp een blik op Jane. ‘Inmiddels zijn we alweer twee jaar verder. Ik vraag me af of u iets wijzer zult worden.’

‘Hebt u theorieën over de toedracht?’

Hij schudde zijn hoofd. ‘We vonden het allemaal uitermate vreemd. Waarom zou iemand Neil hebben willen vermoorden? Hij was een goede vent, echt een goede vent. We hebben het hier uitgebreid besproken en alle mogelijke redenen onder de loep genomen. Of hij iemand geld verschuldigd was. Of hij iemand beledigd had. Of het misschien een crime passionnel was.’

‘Een crime passionnel? Zit die mogelijkheid erin?’ vroeg Frost. ‘Ging hij vreemd? Of zijn vrouw?’

Bartusek stopte bij een deur, maar zijn brede gestalte benam hen het zicht op de kamer. ‘Ik dacht toen van niet. Het was een doodgewoon stel. Maar ja, je weet natuurlijk nooit wat er achter gesloten deuren gebeurt.’ Hij schudde bedroefd zijn hoofd en liet hen binnen in zijn kantoor, waarvan de muren vol hingen met schitterende foto’s van sterrenstelsels en nevels die eruitzagen als kleurige amoeben.