Achter de tralies leek hij kleiner, onbeduidend. Hij had zijn Italiaanse kostuum en zijn Panerai-horloge moeten inleveren en droeg nu een knaloranje overall en plastic slippers. Zijn eenpersoonscel bevatte slechts een wastafel, een toilet en een betonnen bed met een dun matras waar hij nu op zat.
‘Je weet,’ zei hij, ‘dat iedereen te koop is.’
‘En wat zou jouw prijs zijn?’ vroeg ik.
‘Het gaat niet om mij. Ik heb alles verloren wat waarde voor me had.’ Hij keek naar me op met zijn felblauwe ogen, die het tegenovergestelde waren van de zachte bruine ogen van zijn dode zoon Carlo. ‘Ik heb het over jou.’
‘Ik ben niet te koop.’
‘Dus je bent een slaafse patriot? Je doet dit uit liefde voor je land?’
‘Ja.’
Hij lachte. ‘Dat ken ik. Het wil alleen maar zeggen dat anderen je niet genoeg geboden hebben.’
‘Ik zou mijn land voor geen enkele prijs verraden.’
Hij keek me aan met een blik die grensde aan medelijden, alsof ik zwakzinnig was. ‘Zoals je wilt. Ga dan maar terug naar je land. Maar je weet dat je veel armer terugkeert dan nodig is.’
‘In tegenstelling tot sommige mensen,’ zei ik treiterend, ‘kan ík tenminste naar huis gaan.’
Hij glimlachte op een manier waar ik het koud van kreeg. Het was alsof ik mijn toekomst in de ogen keek. ‘Is dat zo?’
23
Jane zat achter haar bureau te kijken naar het interview dat Darren Crowe werd afgenomen en moest eerlijk toegeven dat hij op tv erg knap overkwam in zijn nette pak, met zijn geföhnde haar en niet te vergeten zijn blinkend witte tanden. Ze vroeg zich af of hij ze zelf bleekte met van dat spul dat je bij de drogist kon kopen, of dat hij het voor veel geld door een deskundige liet doen.
‘Eén broodje warm vlees met zuurkool.’ Frost zette de papieren zak op haar bureau, plofte neer op de stoel naast haar en pakte zijn eigen lunch uit: twee broodjes ham zonder sla. Vaste prik.
‘Die griet verslindt hem met haar ogen,’ zei Jane. Ze wees naar de blonde verslaggeefster die het interview afnam. ‘Nog even en ze rukt hem de kleren van het lijf.’
‘Daar kan ik jammer genoeg niet over meepraten.’ Frost zuchtte berustend en nam een hap.
‘Hij buit het echt helemaal uit. O kijk, hij trekt dat gezicht, alsof hij diepzinnige gedachten heeft.’
‘Dat oefent hij op het toilet voor de spiegel.’
‘Op diepzinnige gedachten?’ Ze snoof en pakte haar broodje uit. ‘Hij heeft zijn hele leven nog nooit een diepzinnige gedachte gehad. Hij denkt hooguit aan diepe decolletés.’
Ze aten zwijgend terwijl Crowe het publiek vertelde hoe ze Zapata te pakken hadden gekregen. Als hij zich nu gewoon had laten inrekenen… maar hij besloot te proberen te vluchten… We hadden hem juist met de grootste terughoudendheid benaderd… Vluchten doe je alleen als je schuldig bent…
Jane legde haar broodje neer. Ze had opeens geen eetlust meer.
Illegale immigranten als Zapata die met hun gewelddadige gedrag naar ons land komen, zullen streng aangepakt worden. Dat garandeer ik de burgers van onze stad.
‘Wat een etter,’ zei ze. ‘Hij heeft Zapata eigenhandig schuldig bevonden en veroordeeld.’
Frost gaf geen antwoord. Hij at gewoon door, alsof de rest van de wereld hem niet interesseerde, en opeens irriteerde dat haar mateloos. Over het algemeen vond ze de onverstoorbaarheid van haar partner juist prettig. Geen scènes, geen overspannen gedoe, alleen maar die soms onbegrijpelijke gelijkmoedigheid, maar nu hij zo gestaag doorat, deed hij haar denken aan een herkauwende koe.
‘Hé,’ zei ze. ‘Erger jij je hier niet aan?’
Hij keek haar aan en zei met volle mond: ‘Ik weet dat jij je eraan ergert.’
‘En jij hebt hier niets op tegen? Dat het dossier wordt gesloten terwijl we niet eens het moordwapen hebben gevonden en Zapata helemaal geen voorwerpen uit het huis van de Ackermans in zijn bezit had?’
‘Ik heb niet gezegd dat ik er niets op tegen heb.’
‘En dat rechercheur Hollywood dit zogenaamde succes op tv aan het volk presenteert als een mooi verpakt kerstcadeautje met een grote strik erom? Het stinkt, Frost, en daar zou je je aan moeten ergeren.’
‘Je hebt gelijk.’
‘Erger jij je nooit, Frost?’
Hij nam nog een hap, kauwde en dacht over de vraag na. ‘Jawel,’ zei hij toen. ‘Ik erger me mateloos aan Alice.’
‘Alice is je ex. Dat telt niet mee.’
‘Tja.’
‘Je zou je moeten ergeren aan deze gang van zaken. Je zou je op zijn minst zorgen moeten maken. Maura maakt zich er zorgen over, en ik ook.’
Toen ze Maura noemde, legde hij zijn broodje neer en keek haar aan. ‘Wat zegt dr. Isles ervan?’