‘Vorige week wilde je juist gaan scheiden,’ zei Korsak.
‘Dat was een misverstand.’
‘En haar naam was Sandie,’ zei Angela.
‘Ze betekende niets voor mij!’
‘Ik heb iets heel anders gehoord,’ zei Korsak.
‘Dit heeft niks met jou te maken, hufter,’ zei Jane’s broer. ‘Wat doe je hier eigenlijk nog?’
‘Ik hou van deze vrouw, oké? Toen je vader haar voor een ander had verlaten, was ik er voor haar. Ik ben degene die haar uit de put heeft gehaald. Dankzij mij kan ze weer lachen.’ Korsak legde bezitterig zijn hand op Angela’s schouder. ‘En je vader heeft dat maar te accepteren.’
‘Blijf van mijn vrouw af.’ Frank sloeg Korsaks hand weg van Angela’s schouder.
‘Waag het niet mij te slaan,’ snauwde Korsak.
‘Noem je dat slaan? Dat tikje?’ Frank gaf een hardere mep op Korsaks arm. ‘Of bedoel je zoiets?’
‘Hou op, pa,’ zei Jane.
Korsak liep rood aan en duwde Frank tegen het aanrecht. ‘Pas op, of ik laat je oppakken wegens mishandeling van een politieman.’
‘Je bent geen politieman meer!’ zei Frank senior triomfantelijk. ‘En geen wonder. Een dikzak met een slecht hart kunnen ze niet gebruiken!’
‘Pa!’ Jane schoof snel het messenblok buiten hun bereik. ‘Hou alsjeblieft op. Jij ook, Korsak.’
Korsak trok de kraag van zijn overhemd recht. ‘Omwille van Angela zal ik dit door de vingers zien, maar denk niet dat ik het zal vergeten.’
‘Sodemieter op. Dit is míjn huis,’ zei Frank senior.
‘Jouw huis? Jij hebt je vrouw in de steek gelaten,’ antwoordde Korsak. ‘Dit is nu háár huis.’
‘Een huis waar ík de afgelopen twintig jaar de hypotheek voor heb betaald. Denk jij dat je mijn eigendommen zomaar in bezit kunt nemen?’
‘Jouw eigendommen?’ Angela zat opeens kaarsrecht, alsof dat woord een stalen pin in haar ruggengraat had gedreven. ‘Eigendommen? Denk jij dat ik jouw eigendom ben, Frank?’
‘Och, ma,’ zei Frankie. ‘Pa bedoelde het niet zo.’
‘O nee?’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zei Frank. ‘Ik bedoel…’
Angela keek hem aan met een verzengende blik. ‘Ik ben niemands eigendom. Ik ben een zelfstandige vrouw.’
‘Zo is dat!’ zei Korsak.
‘Hou jij je erbuiten,’ snauwden Frank en Frankie in koor.
‘Ik wil dat jullie weggaan,’ zei Angela, van haar stoel oprijzend als een Walkure. ‘Vooruit. Wegwezen,’ commandeerde ze.
Frank en Korsak keken onzeker naar elkaar.
‘Doe wat ze zegt,’ zei Korsak.
‘Ik bedoel jullie allemaal,’ zei Angela.
Korsak keek haar verbaasd aan. ‘Angie…’
‘Ik heb pijn in mijn hoofd van jullie geschreeuw. Dit is mijn keuken, in mijn huis, en ik wil die nu even voor mezelf hebben. Wegwezen!’
‘Goed idee, ma,’ zei Frankie. ‘Heel goed idee.’ Hij klopte zijn vader op zijn rug. ‘Kom, pa. Laat haar maar even betijen, dan trekt ze wel bij.’
‘Wat niet per se in het voordeel van je vader hoeft uit te vallen.’ Angela keek woedend naar de mannen in haar keuken. ‘Nou? Waar wachten jullie nog op?’
‘Hij eerst.’ Frank wees naar Korsak.
‘Waarom ik eerst?’
‘We gaan allemaal,’ zei Jane. Ze pakte Korsak bij zijn arm en probeerde hem mee te trekken. ‘Frankie, neem pa mee.’
‘Jij niet, Jane,’ zei Angela. ‘Jij mag blijven.’
‘Ik dacht dat je zei…’
‘Ik wil de mannen hier weg hebben. Díe bezorgen me hoofdpijn. Jij mag blijven. Ik wil met je praten.’
‘Regel het, Janie,’ zei Frankie. De dreigende klank van zijn stem ontging haar niet. ‘Denk erom, familie is familie. Daar verandert nooit iets aan.’
En dat is soms best jammer, dacht Jane, toen de mannen de keuken uit dromden. De sfeer van vijandigheid die ze achterlieten was bijna te snijden. Jane zei geen woord, verroerde geen vin, tot ze de voordeur hoorde dichtvallen, gevolgd door het geluid van drie startende auto’s. Met een zucht van opluchting schoof ze het messenblok weer op zijn plek en keek haar moeder aan. Dit was een onverwachte ommekeer in de normale gang van zaken. Frankie was het kind waar Angela altijd het meest mee had gepocht, de zoon die marinier was geworden en niks fout kon doen, zelfs niet als hij zijn broer en zusje onder druk zette.
Nu had Angela echter niet om Frankie gevraagd, maar om Jane, en toen ze samen waren overgebleven, nam Jane de tijd om haar moeder eens goed te bekijken. Angela’s gezicht was nog verhit van haar uitbarsting en door die blos en het vuur in haar ogen zag ze er inderdaad niet uit als iemands eigendom. Ze zag eruit als een vrouw die met een speer en een strijdbijl in haar handen diende op te rijzen terwijl er stoom uit haar neusgaten kwam. Maar toen ze de drie auto’s hoorden wegrijden, verwelkte de amazone en bleef er een vermoeide vrouw van middelbare leeftijd over die als een plumpudding inzakte en haar handen voor haar gezicht sloeg.