Home>>read Tess Gerritsen free online

Tess Gerritsen(35)

By:De Laatste Sterft


En zij zaten vast op de bovenverdieping. De enige vluchtweg was via Teddy’s raam en dat zat zeker drie meter boven de grond.

‘Waar is de dichtstbijzijnde telefoon?’ vroeg Jane.

‘Beneden. In mijn slaapkamer.’

En Jane’s mobieltje zat in haar tas, die ze in de keuken had laten staan.

‘Blijf hier en doe de deur op slot,’ beval ze.

‘Waar ga je heen? Jane, laat ons hier niet achter!’

Maar Jane was de kamer al uit. Ze hoorde dat de deur zachtjes werd dichtgedaan en dat Nancy het slot omdraaide. Niet dat het slot iets waard was; een indringer kon die deur makkelijk opentrappen.

Maar dan moet hij eerst langs mij heen zien te komen.

Met haar wapen in haar hand sloop ze de donkere gang door. Beneden was het griezelig stil. Ze hoorde alleen haar eigen hartslag en het suizen van het bloed in haar oren. Boven aan de trap stopte ze en zakte op één knie. Tot hier en niet verder. Ze was niet zo dom dat ze in het donker zou proberen een moordenaar te besluipen en haar belangrijkste taak was Nancy en de kinderen te beschermen. Ze zou hier wachten en hem neerschieten als hij de trap opkwam. Kom maar, hufter.

Haar ogen raakten snel aan het donker gewend. Ze zag de vorm van de trapleuning die met een bocht in de duisternis verdween. Het enige licht was de zwakke gloed die door een raam beneden naar binnen kwam. Waar zat hij? Ze hoorde geen enkel geluid, hoorde niemand bewegen.

Misschien is hij niet meer beneden. Misschien is hij al boven en staat hij achter me.

In paniek keek ze om. Er stond geen monster achter haar.

Ze draaide snel haar hoofd weer om naar de trap en zag nu de koplampen van een auto door het raam schijnen. Portieren werden dichtgeslagen en ze hoorde de stemmen van kinderen die naar het huis kwamen. De voordeur ging open en het silhouet van een man stond afgetekend in de deuropening.

‘Hé, Nancy! Waarom zitten jullie in het donker?’ riep hij. ‘Ik heb de halve voetbalploeg bij me. Ze willen koekjes!’

Als een kudde bizons denderden de jongetjes joelend door het verduisterde huis. Jane liet haar wapen zakken.

‘Meneer Inigo?’ riep ze.

‘Ja? Wie is daar?’

‘Rechercheur Rizzoli. Hebt u een mobieltje bij u?’

‘Ja. Waar is Nancy?’

‘Bel het alarmnummer. En neem als de donder die kinderen weer mee naar buiten.’





11


Het ingegooide raam was dat van de studeerkamer op de begane grond. De vloer was bezaaid met glasscherven, die glinsterden als diamanten.

‘Het lijkt me duidelijk dat de indringer hier is binnengekomen,’ zei Frost. ‘En de achterdeur stond open, dus is hij waarschijnlijk via die weg gevlucht. Hij zal geschrokken zijn van meneer Inigo en die bende rumoerige kinderen. Wat de elektriciteit betreft, hoefde hij alleen maar in de garage de meterkast te openen en de hoofdschakelaar om te draaien.’

Jane bukte zich om de vage voetafdruk te bekijken die de indringer op de eikenhouten parketvloer had achtergelaten. Door het gebroken raam hoorde ze de stemmen van de mensen van de technische recherche die buiten naar verdere voetafdrukken zochten, en het krakende geluid van de mobilofoon van een patrouillewagen op de oprit. Geruststellende geluiden. Maar terwijl ze de voetafdruk op de vloer bekeek, voelde ze haar hartslag weer versnellen en herinnerde ze zich de geur van haar angstzweet in het donker. Ik wou dat ik de kans had gekregen hem neer te schieten.

‘Hoe heeft hij hem gevonden?’ vroeg ze zich hardop af. ‘Hoe wist hij dat Teddy hier was?’

‘We weten nog niet zeker dat hij het op Teddy had voorzien,’ zei Frost. ‘Misschien was het toeval dat hij hier heeft ingebroken.’

‘Schei uit, zeg.’ Ze keek op naar haar partner. ‘Dat geloof je zelf niet.’

Even bleef het stil. ‘Nee,’ gaf hij toen toe.

‘Hij wist dat de jongen hier was.’

‘Het kan uitgelekt zijn via de Sociale Dienst. Of het Boston PD. En er zijn nog wel meer bronnen waar iemand zijn mond voorbij kan hebben gepraat. Het kan ook zijn dat de dader jou vanavond heeft geschaduwd. Als hij je bij het huis van de Ackermans heeft gezien, weet hij dat je aan deze zaak werkt.’

Jane probeerde zich te herinneren of ze iets bijzonders had gezien toen ze naar de Inigo’s was gereden, iets als koplampen die opvallend lang achter haar hadden gezeten. Maar koplampen waren anoniem en in Boston was het verkeer moordend. Als de dader me heeft geschaduwd, dacht ze, kent hij mijn auto. En dan weet hij waar ik woon.

Haar mobieltje ging. Ze haalde het uit haar tas en toen ze het nummer in Maine herkende, wist ze al wie het was.

‘Maura?’ zei ze.

‘Ik hoor van dr. Welliver dat je mijn bericht hebt ontvangen. Het is wel erg toevallig, vind je ook niet? Nog twee kinderen in dezelfde situatie als Teddy Clock.’