Home>>read Tess Gerritsen free online

Tess Gerritsen(115)

By:De Laatste Sterft


Ze wist alleen niet waarom.

Ze waren inmiddels op de derde verdieping aangekomen. De man bleef staan en keek afwachtend naar Claire.

‘Daar,’ fluisterde ze. Ze wees naar de wenteltrap die naar het kantoor van dr. Welliver leidde.

De man begon de stenen traptreden te beklimmen. Claire bleef vlak achter hem. Het was een steile trap en het enige wat ze van hem kon zien, was zijn achterwerk en het jachtmes dat aan zijn riem hing. Het was zo stil dat ze bij elke stap het zachte schuren van hun kleding hoorde.

De deur van de torenkamer stond op een kier.

De man duwde hem open en tastte naar de lichtschakelaar. Ze zagen het bureau van dr. Welliver en de dossierkast. De gebloemde bank met de dikke kussens. Claire kende elke centimeter van deze kamer. Hoeveel uren had ze niet op die bank gezeten terwijl ze dr. Welliver vertelde over haar slapeloze nachten, haar hoofdpijn en haar nachtmerries. In deze kamer, met de wierookgeur, de zachte pastelkleuren en de magische kristallen had Claire zich veilig genoeg gevoeld om haar geheimen te delen. En dr. Welliver had geduldig geluisterd. Ze had haar hoofd met het zilveren kroeshaar zachtjes op en neer bewogen en er had altijd een kopje kruidenthee naast haar op het tafeltje gestaan.

Claire bleef bij de deur staan toen de man en de vrouw snel de kamer en de aangrenzende badkamer doorzochten. Ze keken achter het bureau en deden de kast open. Geen Teddy.

De vrouw liep naar de deur die toegang gaf tot de torenomgang. De deur waardoor dr. Welliver haar kantoor had verlaten toen ze haar fatale sprong had gemaakt. Toen de vrouw naar buiten ging, kwam er een zomerse windvlaag naar binnen, een zwoele wind die de geur van de dennenbomen met zich meevoerde. Claire hoorde snelle voetstappen en een kreet. Even later kwam de vrouw weer binnen. Ze had Teddy bij zijn kraag en dwong hem op de vloer te gaan zitten.

Teddy keek op naar Claire. ‘Waarom heb je hun verteld waar ik was? Waarom heb je me verraden?’

‘Waarom niet?’ beet Claire hem toe. ‘Jij hebt precies hetzelfde gedaan.’

‘Je weet niet wat voor mensen dit zijn!’

‘Ik weet wat voor iemand jij bent, Teddy Clock.’ Claire haalde uit om hem een schop te geven, maar de vrouw greep haar vast en duwde haar naar een hoek van de kamer. ‘Blijf hier staan,’ beval ze. Toen vroeg ze aan Teddy: ‘Waar is hij?’

Teddy trok zijn knieën op, sloeg zijn armen eromheen en schudde zijn hoofd.

‘Wat is hij van plan? Voor de dag ermee, Teddy.’

‘Ik weet het niet,’ jammerde de jongen.

‘Je weet het wél. Je kent hem beter dan wie ook. Vertel het me nou maar gewoon, dan komt alles dik in orde.’

‘Jullie gaan hem vermoorden. Daarom zijn jullie hier.’

‘En jij vindt het niet leuk als er mensen vermoord worden, hè?’

‘Nee,’ fluisterde Teddy.

‘Dan wil je dit dus ook niet zien.’ De vrouw draaide zich plotsklaps om en zette de loop van haar pistool tegen Claire’s voorhoofd. Claire bleef stokstijf staan, zo geschrokken dat ze geen woord kon uitbrengen. Teddy gaapte hen aan met grote ogen van schrik.

‘Vertel me waar hij is, Teddy,’ zei de vrouw. ‘Anders liggen de hersens van je vriendinnetje zo dadelijk verspreid over deze mooie bank.’

De man met het geschoren hoofd keek net zo geschrokken als de kinderen om deze onverwachte gang van zaken. ‘Wat doe je nou, Justine?’

‘Ik probeer ze te dwingen mee te werken. Zeg het maar, Teddy. Wil jij je vriendinnetje zien sterven?’

‘Ik weet niet waar hij is!’

‘Ik tel tot drie.’ Ze drukte de loop hard tegen Claire’s voorhoofd. ‘Een…’

‘Waarom doet u dit?’ riep Claire. ‘Ik dacht dat u aan onze kant stond!’

‘Twee…’

‘U zei dat u ons wilde helpen!’

‘Drie.’ De vrouw zwenkte het wapen weg en haalde de trekker over. De kogel sloeg in de muur en een regen van stukjes pleisterwerk daalde neer op Claire’s hoofd. De vrouw trok minachtend haar lip op en draaide zich weer om naar Teddy.

Claire liet zich meteen op de grond zakken en kroop trillend van de zenuwen achter het bureau. Waarom doet ze dit? Waarom zijn ze tégen ons?

‘Oké, dat heeft niet gewerkt,’ zei de vrouw. ‘Blijkbaar weet je echt niet waar hij is. Dan gaan we over op plan B.’ Ze greep Teddy bij zijn arm en sleurde hem overeind.

De man zei: ‘Je bent niet goed wijs. Het zijn kinderen!’

‘Het moet gebeuren.’

‘We kwamen alleen voor Icarus.’

‘Ik bepaal wie ons doelwit is.’ Ze trok Teddy’s headset van zijn hoofd en duwde hem naar buiten. ‘En om hem te vangen gaan we wat aas uitgooien,’ zei ze en ze tilde Teddy over de leuning van de torenomgang.