Home>>read Tegenlicht free online

Tegenlicht(67)

By:Esther Verhoef


De serveerster bleef bij de tafel staan, een hand op haar heup. ‘Jammer. Er is dan livemuziek op het terras bij het strand en om middernacht een professionele vuurwerkshow. Het wordt echt fantastic.’

‘Klinkt aanlokkelijk,’ grapte Hans.

‘Blijf dan! Gezellig!’ De serveerster deed me denken aan actrices in oude Amerikaanse musicals; ik zou er niet van opkijken als ze nu plotseling een pirouette zou draaien en uit volle borst begon te zingen.

Hans schudde zijn hoofd. ‘Met oud en nieuw wil ik thuis zijn.’

‘Hebben jullie al voor mij besteld?’ Lucien schoof aan. Hij rook naar zee en zand.

‘Ja,’ zei Hans.

‘Wie was dat?’ vroeg ik.

‘Frank.’

‘Om halftwee ’s nachts?’

‘Er was een inbraakmelding op de zaak.’

‘Is er iets gestolen?’

‘Nee. Het alarm was blijkbaar van slag, door de vorst.’ Hij nam een slok van zijn bier en haakte in op een anekdote die Robert aan zijn vrouw vertelde over de vistocht.

Zwijgend keek ik naar Lucien, naar de manier waarop hij praatte, bewoog, de blik in zijn ogen.

Er was iets veranderd aan hem. Een minieme verandering, nauwelijks zichtbaar, maar ik zag het. Hij praatte net iets harder dan normaal, reageerde sneller, lachte iets te makkelijk. Hoe langer ik hem observeerde, hoe zekerder ik ervan was dat Lucien overcompenseerde. Hij acteerde.

Er was wel degelijk iets aan de hand.





Zevenendertig





‘Denk je nog weleens aan Fabel?’ vraagt mijn moeder. Ze strijkt de tekening van mij en Fabel glad en legt hem terug in de la. ‘Ze zal vast wel een goed bazinnetje hebben gekregen. Toch? Voor vrouwen was ze wél heel lief.’

‘Dat denk ik ook,’ zeg ik, maar ik voel me ongemakkelijk worden. Fabel was toch dood? Is mama dat vergeten?

Mama kijkt om zich heen, maakt maaiende bewegingen met haar armen. ‘Sorry dat je hier moet zitten. Echt gezellig is mijn kamer niet.’ Haar beweging stokt. Ze houdt haar handen nog steeds in de lucht naast haar hoofd, als een heks die tijdens een bezwering plotseling verstart. Ze kijkt me strak aan. ‘Maar in de zaal beneden is het erger.’

‘Wat is daar dan?’

‘De recreatieruimte. Daar moet je hier ’s ochtends verplicht naartoe, wij allemaal, iedereen op de afdeling. Sommigen zijn wel aardig. Die zien er heel normaal uit. Je zou niet zeggen dat ze gek zijn.’ Mama gaat verder met opruimen. ‘Maar dat zijn ze natuurlijk wel. Wij allemaal.’

‘Jij bent niet gek, mama.’

Ze hoort me niet, of doet alsof ze me niet hoort. Ze kijkt door het raam naar buiten, naar de boomtoppen, of wat er daarachter is. Het grauwe namiddaglicht maakt donkere schaduwen in haar gezicht. Mama ziet er ineens moe uit. Moe en oud.

‘Ik zou veel liever met je mee naar buiten gaan,’ zegt ze. ‘Maar dat kan niet. Daar zijn vaste tijden voor. Ze hebben hier geitjes, wist je dat?’

‘Ik moet zo weer weg, mam.’

‘Nu al?’

‘Het wordt zo donker. Maar ik kom snel terug.’

‘Ik mis jullie. Ik wou dat ik weer naar huis mocht.’

‘Waarom kom je dan niet gewoon naar huis?’

‘Dat mag niet.’

‘Van wie niet?’

Van papa?

Oma?

Ik kan haar er niet bij hebben.

‘Dokter Manders, mijn behandelend psychiater.’ Ze fronst haar wenkbrauwen.

Manders. De geitenwollensok. De geflipte geitenwollensok.

‘Vraag je aan papa of hij me wil komen bezoeken?’

‘Goed,’ zeg ik, en snel erachteraan: ‘Als hij weer terug is.’

‘Terug waarvan?’

‘Van oefening,’ lieg ik. ‘Maar ik moet nu echt gaan, mam, het begint donker te worden.’

Mama pakt me beet, knuffelt me, kust mijn kruin. ‘Er is niemand op de hele wereld die zoveel van je houdt als je moeder,’ fluistert ze in mijn haren. ‘Onthoud dat. Niemand.’

Ik wil niet huilen en klem mijn kaken op elkaar. Druk mijn hoofd tegen haar aan, klem me aan haar vast. Ik zou in haar willen verdwijnen. ‘Ik hou ook van jou, mam. Heel veel.’

Ze aait over mijn rug en plukt aan mijn haar. ‘Ik zal je missen.’

‘Ik moet nu echt gaan.’

‘Goed.’ Ze laat me los en slaat haar armen stijf over elkaar, alsof ze bang is dat ze me anders weer zal vastgrijpen.



Op de gang staat zuster Ingrid, vlak bij de deur. Het lijkt of ze ons heeft staan afluisteren.

‘Ik loop wel met je mee naar buiten,’ zegt ze. ‘Kom maar.’

Ze drukt op de knop bij de lift en de deuren schuiven open. We stappen erin. Ze drukt op BG.

‘En? Hoe was het?’ vraagt ze, terwijl de lift in beweging komt.

‘Waarom kan mijn moeder eigenlijk niet naar huis?’

‘Zou je dat willen?’