Home>>read Tegenlicht free online

Tegenlicht(65)

By:Esther Verhoef


Hier had niemand haast. Dit was een andere wereld.

Twee dagen rust.

Nergens naartoe.

Fantastisch.



Onze appartementen deden licht en fris aan, Scandinavisch bijna, door de witte, grijsblauwe en beige tinten van de stoffering en het meubilair. Rosalie noemde de bouwstijl van de condo ‘Caribisch’; vergelijkbaar met die van de huizen op Curaçao en de Florida Keys.

Binnen een uur na aankomst gingen de mannen op pad – er lag een vissersboot op hen te wachten. Rosalie en Laura vroegen me hen te vergezellen naar het strand, maar ik zei dat ik hoofdpijn had en een middagdutje ging doen. Helemaal gelogen was dat niet; ik had me weleens beter gevoeld.

Het raam van onze badkamer keek uit over de jachthaven. Een paar honderd meter verder lag het restaurant, met een houten veranda eromheen; daarnaast was het strandje. Ik zag Noa in haar felroze badpakje heen en weer lopen bij de branding – van deze afstand een kleurrijk vlekje dat steeds in beweging was. Laura en Rosalie lagen in witte strandstoelen te lezen. Nog verder naar het westen schitterde de zon op de golven van Tampa Bay.



Ik leunde met een schouder tegen het raamkozijn en genoot van de zonnestralen die over mijn gezicht en decolleté streken. De warmte drong door het glas heen. Ik schoof de shutters ietsje verder dicht, zodat de lamellen horizontale schaduwen wierpen op de witte tegelvloer, en draaide me om. Het bad was volgelopen. De ruimte rook naar exotische bloemen.

Ik liet mijn badjas van mijn schouders vallen en stapte in het warme water. Knisperend schuim omarmde me, belletjes knapten stuk aan het oppervlak en knetterden zachtjes. Ik nam een teug lucht en liet me onder de schuimlaag zakken, wreef over mijn gezicht en door mijn haar, rekte me uit, kwam happend naar adem weer boven.

Loom. Warm. Zon.

Trillerig spreidde ik mijn benen en legde een voet op de badrand. Mijn onderlijf schokte onder de lichte aanrakingen van mijn eigen hand. Het was te lang geleden. Mijn lichaam zinderde, hunkerde. Ik tuurde door geknepen oogleden naar het raam en stelde me voor dat hij daar stond. Naakt, terwijl zijn opwinding groeide en hij zijn diepliggende ogen niet van me af kon houden. Ik begon te kreunen, duwde ritmisch mijn bekken tegen mijn hand, omsloot een borst met mijn andere hand, duwde haar omhoog, likte erlangs tot er elektrische vonkjes door duizenden draadjes naar beneden schoten, allemaal naar hetzelfde punt in mijn onderbuik.

Hij stond er nog steeds, onbeweeglijk, in al zijn naaktheid. Maar het gezicht dat me aankeek, dichterbij, vanaf het voeteneinde van het bad, was niet dat van Lucien. Het was smaller, harder belijnd. Het lijf jonger, slanker. Ik zocht zijn ogen, die donkerder werden toen hij zag wat ik deed. Ik liet hem kijken, ik wilde het.

Ik wilde dat hij me zag.





Zesendertig





Er volgde nog een bonk. Geschreeuw.

Ik keek naar het plafond, waar de herrie vandaan kwam.

Papa stond op. ‘Mama is niet in orde, ik ga wel even kijken.’

Ik rende langs hem heen de gang in. Het schreeuwen klonk luider.

Papa’s hand omklemde mijn schouder, hij trok me terug. Keek me doordringend aan. ‘Jij gaat naar school.’

‘Vuile moordenaar! Je hebt haar vermóórd!’

Verschrikt keken we omhoog.

Mama stond boven aan de trap. Haar gezicht was rood en glinsterde van het vocht, haar haren plakten tegen haar slapen en voorhoofd. ‘Je hebt haar vermoord!’ Mama krijste het nu uit: ‘Je hebt mijn hond doodgemaakt, dierenbeul, moordenaar! Vertel dát maar aan je dochter!’

Papa riep naar boven: ‘Hou je snater, verdomme! Ga terug de slaapkamer in!’

Dood?

Dóód?

Een koude windvlaag snelde door het trappengat naar beneden, omcirkelde me. Duizenden ijskoude priemen prikten in mijn huid.

Ik draaide me om naar mijn vader. Hapte naar adem. ‘Dood? Is Fabel… dood?’

Hij sneerde naar boven: ‘Hier, verdomme! Daar heb je het al! Heb je nou je zin?’ Papa liet me los en kloste de trap op. Mama gooide iets naar beneden, een voorwerp dat rakelings langs papa en mij schoot en de stuclaag naast de leuning schampte. Het was papa’s wekker, een ouderwetse van metaal die je aan de achterkant moest opwinden. Hij rinkelde luid bij het neerkomen op de vloerbedekking.

Papa was al boven. Hij wees met gestrekte arm naar de slaapkamer. ‘Ga terug naar bed en hou je mond.’

Mama krijste.

‘En nou is het afgelopen! Annie!’

Ik rende de trap op. ‘Is Fabel dood?’

Mama was in de slaapkamer. Ze keek me aan met een lege blik, of ze me niet herkende en beefde over haar hele lijf, klappertandde.

‘Is Fabel dood?’ vroeg ik nog eens. Ik wilde me langs papa wurmen, maar hij hield me tegen. ‘Naar school jij!’

Mama schoot naar voren, met een kreet dook ze op papa. ‘Klootzak! Gore klootzak! Je maakt alles kapot!’ Ze sloeg hem met haar vlakke hand op zijn hoofd, nog eens, en nog eens, en begon toen tegen zijn borst te stompen terwijl ze aan een stuk door bleef vloeken en schelden.