Home>>read Tegenlicht free online

Tegenlicht(49)

By:Esther Verhoef


Mijn vader legt de dingen vast zoals ze zijn.

Ik wil dat niet.

Ik leg de dingen vast zoals ik ze graag wil zien.





28





Het Disney World-complex was buitensporig ruim van opzet: 75 vierkante kilometer, volgens het gidsje dat Rosalie bij zich had. Buiten de zes pretparken zelf besloeg het terrein nog tientallen resorts, hotels, stadions, winkelcentra en restaurants, die met elkaar waren verbonden door een netwerk van snelwegen, compleet met viaducten en afslagen en met bewegwijzering in Disney-stijl.

Onze bestemming van vandaag was het wereldberoemde oerpark waar het glinsterend verlichte kasteel van Assepoester stond: Magic Kingdom – ‘het échte Disney World’ volgens de kinderen.

Vanaf de parkeerplaats reden treintjes die de bezoekers vervoerden naar een verzamelstation. Van daaruit konden we overstappen op een veerboot of een monorail die ons naar de hoofdingang van Magic Kingdom zou brengen. De kinderen stemden eensgezind voor de monorail. Bij de kassa kocht Hans een 4-dagenpas voor het hele gezelschap, waarna onze vingerafdrukken moesten worden afgenomen. Ik zag niemand protesteren, dus duwde ik mijn vinger ook maar op het beduimelde glasplaatje van de scanner.

Toen we eindelijk Main Street USA op liepen, een sprookjesachtig ogende winkelstraat die tot in detail in Amerikaanse jarentienstijl uit de twintigste eeuw was uitgevoerd, bleek er een vol uur te zijn verstreken sinds we de auto hadden geparkeerd. Iedereen had honger, dorst, of allebei.

Hans’ geld rolde met duizelingwekkende vaart van zijn creditcardrekening – precies zoals hij het wilde. Hij glimlachte breed bij alle aankopen. De rest van de dag kwam daarin geen verandering: Hans en Rosalie kochten T-shirts van Mickey Mouse voor ons allemaal en voor de kinderen petjes en vestjes, zuurstokken, gerookte kalkoenknotsen, Disney-figuren en zakken peperdure roze M&M’s.

Pas toen Chiel begon te klagen over buikpijn, riep Laura haar vader tot de orde.



Pretparken hadden me nooit getrokken. Ik kon slecht tegen het lawaai en de drukte en raakte al snel het overzicht kwijt. Ik begreep ook niet goed hoe mensen het konden opbrengen om een uur of langer in de rij te gaan staan voor een attractie die maar een minuut duurde. In die zin vormde Magic Kingdom geen uitzondering, integendeel: het was kerstvakantie, topseizoen. De toeristenmolen draaide op volle toeren.

Samen met tienduizenden anderen bewogen we ons door een perfect gestroomlijnde plastic droomwereld die de bezoekers een vrolijk en prettig gevoel moest geven. Het was allemaal zo bedacht en vooropgezet, zo overduidelijk geënsceneerd, dat het me tegen de borst zou moeten stuiten. Maar verbazend genoeg werkte het. Zelfs voor mij. Het bleek onmogelijk om onaangedaan te blijven. De locatie had een betoverend effect op haar bezoekers. Ik werd er een beetje weemoedig van.

Chiel had pijn in zijn beentjes gekregen en zat op Luciens nek. Noa werd daar eigenlijk te groot voor, vond Robert, maar hij had haar toch maar op zijn schouders gehesen, om te voorkomen dat ze een scène zou schoppen. Het was pas halfvijf en we hadden lang niet het hele park gezien, maar voor vandaag was het genoeg geweest – ook voor de volwassenen. Gesproken werd er nauwelijks. We slenterden in de richting van de uitgang, zodat we nog vóór halfacht in een hamburgerrestaurant in de buurt van de villa zouden kunnen aanschuiven.

Op de rivier waar we langsliepen, voer een levensgrote witte Mississippi-schoepenboot. Er kwam luide muziek van af en er stonden tientallen bont uitgedoste artiesten op die de aandacht trokken. Ze zongen en dansten en bruisten van energie. Van alle kanten kwamen parkbezoekers aangesneld. Als makke schapen liepen we met de rest mee naar de waterkant en bleven achter de hekken staan kijken naar de langzaam voorbijvarende boot. Amerikanen, die verspreid in het publiek stonden, joelden en juichten, ze spoorden de danseressen aan.

‘Amerikaanser kan het haast niet, hè?’ Rosalies stem kwam nauwelijks boven het tumult uit. Ze glunderde alsof ze de showboat persoonlijk had geregeld.

‘Jie-hááá!’ klonk het achter me. Een reus van een Amerikaan in korte broek stond met zijn vuist cirkels in de lucht te slaan, alsof hij aan het lassowerpen was. Het gejoel zwol aan, het kwam nu van alle kanten.

Aron stond schuin achter me. Hij boog zich naar me toe. ‘Voel jij je plotseling ook zo vreselijk Europees?’

Ik knikte en rolde met mijn ogen. ‘Cultuurclash.’

Hij glimlachte. ‘Mooi, ik dacht even dat het aan mij lag.’ Zijn mond raakte bijna mijn wang.

Ik voelde zijn adem langs mijn huid strijken en onderdrukte de neiging om zijn arm aan te raken – het leek me een te vertrouwelijk gebaar voor mensen die elkaar amper kenden. Ik richtte me weer op het spektakel dat zich op de showboat afspeelde.

Rechts van me stond Lucien met Chiel op zijn schouders op de muziek mee te hossen. Luciens handen sloten zich om de dunne onderbeentjes. Mijn zesjarige neefje schaterlachte aan één stuk door en klauwde met zijn vingertjes in het haar van zijn oom.