Home>>read Tegenlicht free online

Tegenlicht(47)

By:Esther Verhoef


Ik had niet eens recht van spreken, want ik had mijn camera niet meegenomen. Voor vertrek had het me nog heel verstandig geleken om hem thuis te laten. Fotograferen was werk, en dit was een privéaangelegenheid van een beladen soort. Ik wilde me kunnen focussen op de familie, en Lucien had me nu nodig. Mijn camera lag dus thuis, veilig opgeborgen in de oude brandkluis, in de kelder van ’t Fort.

Pas toen ik Laura’s gestuntel gadesloeg drong het tot me door dat ik het verkeerd had ingeschat. Ik had een prachtige fotoreportage kunnen maken, een beeldverslag dat recht zou doen aan de bijzondere reis. En het zou geen enkele moeite zijn geweest. Integendeel, het had me juist iets omhanden gegeven.

Ik was nog geen etmaal met dit gezelschap op reis en verlangde nu al hevig naar de mogelijkheid om achter een zoeker weg te kruipen. De werkelijkheid was zoveel beter te verdragen als ze ingekaderd werd gepresenteerd, gefilterd door een hele reeks achter elkaar geplaatste optische lenzen.

Buffers van glas.

Er was geen beter schild denkbaar dan een camera.





Zevenentwintig





Papa heeft vorige maand een nieuwe camera gekocht. Het is een zilverkleurige, met een aparte lens erbij waarmee hij close-upopnames kan maken. Je kunt er bijvoorbeeld insecten mee fotograferen en ook bloemen van heel dichtbij. Papa zegt dat je met die speciale lens zelfs minuscule vezeltjes en haarvaatjes scherp op de foto kunt zetten, maar om vezeltjes geeft hij niet veel. Daar gaat het hem niet om. Hij neemt alleen maar foto’s van zijn diorama’s, net voor hij ze weer afbreekt en aan een nieuw begint te bouwen. Het liefste zou hij alle diorama’s bewaren, zoals dat van de Slag om Arnhem en het Ardennenoffensief en D-day, maar daarvoor is bij ons in huis te weinig ruimte, en als hij ze voorzichtig afbreekt, kan hij sommige spulletjes hergebruiken. Dat bespaart kosten. De foto’s komen in zijn plakboeken terecht, die in chronologische volgorde op de plank in zijn hobbykamer staan. Met zijn oude camera kon papa alleen overzichtsfoto’s maken van zijn werkstukken. Nu kan hij ook elk duimhoog soldaatje apart vastleggen en zijn zelfs de modderspatten op de legerbroeken nog scherp in beeld.



Ik mocht papa’s oude camera hebben: een rechthoekig model met een bruinleren hoesje eromheen. De camera is best zwaar en bijna even oud als ik ben. Hij doet het perfect. Er zat zelfs een splinternieuw rolletje in.

Sindsdien ga ik na school naar buiten. Bijna elke dag maak ik foto’s van dingen die me opvallen, die ik mooi of interessant vind. De meeste foto’s hebben dieren als onderwerp.

Ik druk niet in het wilde weg af want foto’s zijn duur. Eerst betaal je voor het rolletje zelf. Je hebt rolletjes van 12, 24 of 36 opnames en daar zit prijsverschil in. Het ontwikkelen kost wel altijd evenveel, dus gebruik ik die van 36. Thuis houd ik de negatieven tegen het licht. Ik bestudeer ze grondig om er zeker van te zijn dat ik alleen de beste laat afdrukken. Het afdrukken kost zestig cent per foto.

‘Zonde van het geld,’ zegt oma steeds.

Papa laat me begaan, ik betaal het van mijn eigen zakgeld, maar hij vindt wel dat ik andere onderwerpen moet kiezen. ‘Dieren, wat moet je daar nou mee,’ zegt hij steeds. ‘Fotografeer liever mensen. Daar heb je later nog wat aan.’

Mijn vader houdt niet van dieren.

Ik wel. Ik zou willen dat ik een foto van Fabel had kunnen maken. Nu heb ik alleen nog de herinnering aan haar zachte, dunne oren, en als ik me inspan voel ik weer de warme, brede rug waar ik tegenaan sliep, met mijn arm om haar nek.





27





De wekker was om halfzeven gegaan. Terwijl ik mijn tanden stond te poetsen en Lucien onder de douche stond, waren Hans en Robert naar een nabijgelegen Walmart gereden om inkopen te doen voor het ontbijt.

Samen hadden we de etenswaren ingeruimd. Het was waar wat ze zeiden over Amerika: alles was er groter. De melkpakken, de flessen cola; ze leken te zijn gemaakt voor reuzen. Het eerste ontbijt in onze villa in Kissimmee was gezamenlijk, met uitzicht op het zwembad en een luid schetterende tv op de achtergrond – een nogal opgefokt programma waarin oldtimers en bijzondere auto’s werden geveild.

Daarna waren we in onze eigen bijzondere huurauto gestapt en had Hans koers gezet naar Disney World.



Amerika zag er vanochtend niet veel anders uit dan gisteravond. Alleen scheen nu het zonlicht wat bleekjes door de dunne ochtendnevel heen. Langs de weg stond een woud aan reclameborden die hun boodschap in het gezicht van de passerende automobilisten slingerden: Medieval Dinner Show! Family Water Fun! Gator Experience! All You Can Eat Buffet Only $10! Centra voor plastische chirurgie deelden hun parkeerplaats met die van de toeristenwinkels en hamburgerrestaurants.



Ik betrapte mezelf erop dat ik niet meer onbevangen naar mijn schoonvader kon kijken. Ik observeerde hem, gespitst op minieme tekenen van vermoeidheid of pijn, en ik schaamde me ervoor dat ik dat deed. Ik had nog niets afwijkends aan Hans ontdekt. Er was geen enkel verschil met de flamboyante levensgenieter die hij was geweest voordat de diagnose was gesteld. Nog niet, zei een sombere stem in mijn binnenste.