Home>>read Tegenlicht free online

Tegenlicht(101)

By:Esther Verhoef


‘Weet je vader dat je hier bent?’

‘Nee,’ zeg ik, timide.

De verpleger met het baardje is naast haar komen staan.

‘Ga dan maar gauw naar huis,’ zegt de verpleegster.

‘Maar mijn moeder wacht op me.’

‘Nee hoor,’ zegt de verpleger.

De verpleegster maakt aanstalten om de deur te sluiten. ‘Je moet hier voorlopig maar niet komen, Vera.’

‘Voorlopig? Hoezo?’ Ik kijk van de een naar de ander.

‘Een weekje of vier.’

‘Een maand,’ verduidelijkt de verpleegster met het rode haar.

‘Waar is zuster Ingrid?’ vraag ik.

De man met het baardje grinnikt. ‘Die werkt hier niet meer.’ Zijn glimlach straalt niet uit naar buiten, hij is eerder naar binnen toe gericht. Deze man heeft plezier om zichzelf, om iets wat zich afspeelt in zijn eigen gedachten.

‘Daar heeft ze niets over gezegd,’ zeg ik.

‘Het is ook nogal plotseling gegaan,’ verklaart de verpleegster.

Ik rek mijn hals om de gang in te kunnen kijken. ‘Waar is mijn moeder?’

‘Die zit tijdelijk op een andere afdeling.’

‘Waar –’

‘Ze kan daar geen bezoek ontvangen. Als je haar toch wilt opzoeken, moet daarvoor een officieel verzoek worden ingediend.’

‘Via je vader. In elk geval een volwassene,’ voegt de vrouw eraan toe.

‘Wat is er dan aan de hand? Is ze ziek?’ Mijn stem klinkt hoog en trillerig.

Ik ben ermee opgehouden, met die klotepillen.

Ik slik ze niet meer.

‘Ze is inderdaad een beetje ziek, nu.’

‘Een beetje?’ Ik moet lijkbleek zien van de schrik.

‘Het komt vast goed. Je moeder komt er wel weer bovenop, maak je geen zorgen. Maar voorlopig is het beter dat ze een poosje alleen is, zodat ze kan aansterken.’

‘Ik weet zeker dat mijn moeder me zal willen zien.’

‘Dat kan heel goed, meisje, maar jij maakt hier de dienst niet uit. Dat doen wij.’





52





Ik had iets anders kunnen aantrekken voor het diner op Casa Miravilla, het bed and breakfast van Pattie en Alfonso. Sneakers en een jeans, bijvoorbeeld, en een ruimvallend T-shirt met lange mouwen. Ik had ook het gebreide vest aan kunnen doen dat al jaren tot mijn favoriete kledingstukken behoorde. Maar daar had ik niet voor gekozen. Nadat ik een douche had genomen in de rustieke, met veel eikenhout gemeubileerde gastenkamer, had ik een jurkje uit de koffer geplukt en er een paar hakken onder aangetrokken. Mijn haar was niet met elastiek in een lage staart vastgezet, zoals ik dat meestal deed als ik op reis was of fotografeerde, maar golfde over mijn schouders.



Ik was nerveus toen ik aanschoof aan de lange tafel in het hoofdgebouw. In de schemerige, smalle eetruimte zaten ook twee Duitse studentes, een oudere Spanjaard en een Israëlisch echtpaar. Mijn handen trilden, ik kon geen glas optillen zonder de aandacht op mezelf te vestigen, en het duurde even voor ik me kon openstellen voor de gesprekken die aan tafel werden gevoerd.

Aron kwam als laatste binnen. Het overhemd dat hij droeg liet zijn hals en een stuk van zijn borst vrij. Zijn huid glansde. Zijn haar glinsterde in het flakkerende licht van de olielampen. Vochtige lokken krulden over de boord. Ik zag de studentes naar hem kijken, en Pattie, die zijn moeder had kunnen zijn, kon het niet laten steeds aan hem te zitten als ze aan tafel kwam staan en ons vroeg of we nog iets wilden drinken.

Ik stond een paar keer op om de schotels te fotograferen en wat sfeerplaatjes te schieten van het etende en drinkende gezelschap – zulke foto’s zouden het vast goed doen in een reisbrochure; het gezamenlijke diner leek me een van de redenen waarom mensen een bed and breakfast zouden verkiezen boven een hotel.

Als ik fotografeerde, drukte dat normaal gesproken alle andere gedachten en gevoelens weg, maar nu lukte het me niet om me af te sluiten voor Arons observaties. Het kostte me moeite mijn handen stil te houden. Ik ging ervan uit dat de meeste opnames bewogen waren, maar hoopte op een artistiek eindresultaat.

Terug aan tafel bekeek ik vluchtig de oogst. De foto’s van het eten zouden in een receptenboek niet misstaan. Aardewerken schalen met worst en gevulde pepers, Britse ovenschotels met bladerdeeg. Rijst. Het zag er fantastisch uit, maar ik kreeg er amper iets van naar binnen. Alfonso en Pattie hadden twee honden, die zich onder de eettafel hadden verschanst. Ik voerde hun ongezien stukken harde Spaanse worst en gamba’s. Het gesmak en gegrom bij mijn voeten was boven de tafel niet te horen vanwege de nogal luide conversaties en de stereo-installatie die achter me stond en het ene na het andere Gipsy Kings-nummer uitbraakte.

‘Hebben jullie het allemaal naar je zin?’ vroeg Pattie. Ze greep Aron weer bij zijn schouders en duwde haar boezem zo’n beetje in zijn nek. Ze moest tijdens het koken al behoorlijk wat hebben gedronken.